Johannes eet boek op
Ds. J.D. Heikamp | Geen reacties | 19-03-2004| 00:00
Vraag
In openbaringen staat dat Johannes een boek op eet! Wat wordt daar precies mee bedoeld?!
Antwoord
In de eerste plaats wil ik je verwijzen naar de kanttekeningen van de Statenvertaling die uitvoerig antwoord geven op jouw vraag. Het staat in Openbaring 10.
Johannes zag een engel afkomende uit de hemel met een open boeksken in zijn hand. Nadat de engel met grote stem heeft gesproken geeft hij het boeksken aan Johannes met de opdracht om het op te eten. Ook de profeet Ezechiël heeft die opdracht gehad van de Heere. Het heeft te maken met de boodschap waarmee Zijn knechten worden uitgezonden om Gods Woord te verkondigen. Wanneer we een sneetje brood opeten worden we één met dat voedsel in ons lichaam. Zo moeten de geroepen dienstknechten één zijn met de boodschap die zij verkondigen moeten. Als reine dieren moet het worden herkauwd, verstaan en overlegd worden.
Gelijk als van Ezechiël was het ook voor Johannes zoet en bitter. Zoet als de boodschap de verborgenheden van het geestelijke leven openbaar maakte en anderzijds de bitterheid om het oordeel Gods aan te zeggen. Het is de troost voor de vervolgde Kerk op deze wereld dat het Woord des Levens gegeten mag worden door de mond des geloofs. Dat geeft zoetigheid in de ziel temidden van angsten en pijnen. Zelfs de oordelen Gods over de vijanden van Christus is hun zoet en aan de andere kant bitter. Want wie heeft zijn vijanden over voor de verdoemenis en de helse straffen? We hebben juist te bidden voor onze vijanden of de Heere hen ook zou willen bekeren. Dat strekt tot Zijn eer.
Christus is het Brood des Levens. Te proeven en te smaken dat de Heere goed is voor een verloren zondaar veroorzaakt blijdschap en is zoet voor het hart. De profeet Ezechiël was bedroefd in zijn gemoed vanwege de verwerping door de Joden tegen zijn prediking. Datzelfde zegt ook Paulus over de Joden in zijn tijd. Romeinen 9: 2. Samengevat: Gods knechten moeten de volle raad Gods verkondigen en de uitkomst aan de Heere overlaten. Dan mag het hart wel eens vervuld zijn met heilbespiegelingen om het schoonste lied van onze Koning te zingen. Maar tevens bedroeft, ziende op de onbekeerdheid van land en volk, omdat zij doorgaan om zich rijp te maken voor het oordeel Gods. “En ik nam dat boeksken uit de hand des engels, en ik at dat op; en het was in mijn mond zoet als honig, en als ik het gegeten had, werd mijn buik bitter.”
Schenke de Heere getrouwheid om naar Zijn Woord te spreken vanuit de bediening door Zijn Heilige Geest.
Met vriendelijke groeten, ds. J. D. Heikamp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.D. Heikamp
- Geboortedatum:09-11-1939
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Staphorst
- Status:Actief