Aansluiting zoeken bij je publiek
Marten Visser | 1 reactie | 07-11-2011| 11:37
'Mannen van Athene! Ik merk dat u in alle opzichten zeer godsdienstig bent’ (Hand. 17:22). Voordat Paulus mocht spreken op de Areopagus, had hij al rondgelopen in Athene. Hij was er diep geraakt door de afgoderij. Overal zag hij dode beelden die als goden aangeroepen werden. Maar als hij begint te spreken, zegt hij niet: ‘Afgodendienaars!’, maar hij zegt ‘tjonge, jullie zijn godsdienstig!’.
Paulus zoekt aansluiting bij zijn publiek. Hij zoekt een ingang, waardoor mensen naar hem zullen luisteren. Hij begrijpt de cultuur van de Atheners. Hij gebruikt uitspraken van hun filosofen over God, ook al spraken zij niet over de God van de Bijbel. Waar hij kan is hij positief over wat mensen al geloven, en vervolgens geeft hij daar een invulling aan vanuit Gods openbaring.
Ik woon zelf ook in een omgeving vol afgodsbeelden en ik voel Paulus’ afschuw helemaal na. Maar net als Paulus ben ik geroepen in de schaduw van de afgoden te spreken over de Schepper van hemel en aarde. Daarbij probeer ik zijn voorbeeld te volgen. “Alle godsdiensten leren ons om goede mensen te zijn”, wordt hier vaak gezegd. Dat beaam ik dan. En vervolgens vraag ik: “Valt het een beetje mee om een goed mens te zijn?”
Een ding mag ik niet vergeten bij het aansluiting zoeken bij mijn omgeving. Paulus’ boodschap verwatert niet. Aan het eind van zijn toespraak spreekt hij duidelijk over bekering, oordeel en de opstanding der doden.
Paulus vindt hier de juiste balans tussen aansluiting zoeken bij mensen en de boodschap duidelijk brengen. Dat is in de zending alle eeuwen daarna een grote uitdaging gebleven. Die roeping blijft staan.
Hoe zorg jij ervoor dat je je niet in een christelijke burcht terugtrekt, maar in gesprek komt met ongelovigen?
De auteur is kerkplanter in Thailand. (www.vissers.me)
Tja, helaas zitten er ook ongelovigen in de kerk, denk maar aan de gelijkenissen van de dwaze bouwers en de dwaze maagden. Een kerk bestaat helaas niet uit enkel gelovigen.
Ik begrijp de strekking van de vraag wel, maar zou in plaats van het woord ongelovigen een andere term gebruiken. Ik denk dat er misschien met deze vraag eerder bedoeld wordt: buitenkerkelijken of ongodsdienstigen.
Kijk, die kom je overal tegen. In de trein zou je een aanknopingspunt kunnen vinden met treinreizigers, door bijvoorbeeld stichtelijke lectuur te lezen in plaats van de Metro of de Spits.
Misschien kan er dan een reiziger op het idee komen om te vragen: wat bent u van een boek aan het lezen ? Soms kijken treinreizigers mee, wat iemand aan het lezen is.