Ds. Pieters over de HSV
Ds. Pieters | 25 reacties | 08-08-2011| 09:19
"Van verscheidene kanten bereikte mij de vraag hoe we de vertaling die onlangs verscheen, moeten waarderen. Mogen we die gebruiken, naast of in plaats van de uitgaven van de Statenvertaling die onder ons bekend zijn?", schrijft dominee Pieters in het blad Om Sions Wil. Hij stuurde de volgende 2 artikelen ook naar Refoweb ter publicatie:
Hoe moeten we denken over de Herziene Statenvertaling? (1)
De Bijbel is geschreven in het Hebreeuws en in het Grieks, talen die de meeste lezers van Om Sions Wil niet kunnen begrijpen. Daarom is het nodig – willen wij de Bijbel begrijpen – dat deze wordt vertaald. Dat is eeuwenlang gebeurd. Voor het eerst uit het Hebreeuws in het Grieks, vervolgens ook in het Latijn en later in de landstalen, zoals Duits, Engels en Nederlands. In de zeventiende eeuw voelde men in ons vaderland de noodzaak om een nieuwe vertaling van de Bijbel te maken: de Statenvertaling. Deze naam maakt duidelijk dat de burgerlijke overheid van die tijd de opdracht gaf en het geld ervoor beschikbaar stelde. Op de Dordtse Synode van 1618-1619 werd dit allemaal besloten.
In 1637 kwam deze vertaling klaar en in 1657 werd een nieuwe uitgave op de markt gebracht waarin veel drukfouten waren verbeterd. Daarna is er nooit meer iets aan deze vertaling gedaan, dan alleen steeds weer opnieuw drukken en uitgeven.
Wat is een vertaling? Dat is niet de Bijbel, maar een weergave van de Bijbel. De Bijbel mag nooit veranderd worden. Niets mag er aan worden toegevoegd en niets mag ervan worden afgedaan. Maar een vertaling is gebrekkig en daarom voor verbetering vatbaar. Luther heeft dan ook tot zijn dood in 1564 gewerkt aan een voortgaande verbetering van zijn Duitse Bijbel. Zo had dat in Nederland ook moeten gebeuren: steeds had een synode de vertaling van Gods Woord moeten controleren en verbeteren. Maar helaas mocht dat niet van onze overheid, want die wilde rust in het land. En steeds een Bijbelvertaling veranderen / verbeteren geeft misschien onrust.
Maar dit besluit heeft het nageslacht – ook in onze tijd – opgezadeld met het probleem, dat we een verouderde vertaling hebben. Een vertaling die wel heel goed is en bijzonder nauwkeurig (al zijn er verbeteringen mogelijk), maar een vertaling die steeds minder begrijpelijk wordt, naar mate de taal verder ontwikkelt.
Een voorbeeld uit het dagelijkse leven: mijn vader zei wel eens: “Daar ben ik best kontent mee.” Ik vermoed dat weinig jongeren van nu begrijpen wat hij daarmee bedoelde. Hij bedoelde: “Daar ben ik best tevreden mee.” Het woord ‘kontent’ is ouderwets, en wordt niet meer verstaan. Natuurlijk is het mogelijk om het aan een nieuwe generatie uit te leggen, maar of dat wijs is? Beter is, naar mijn mening, om het verouderde woord eenvoudig te vervangen, zodat er (taalkundig) niets hoeft te worden uitgelegd.
Nu hebben we sinds een flink aantal jaren een stichting die het zich ten doel heeft gesteld om de Statenbijbel te handhaven en voor de mensen van onze tijd leesbaar te doen blijven. Die stichting is de Gereformeerde Bijbelstichting, afgekort GBS. Een prachtig werk heeft deze stichting gedaan, om de uitgaven van de aloude Statenvertaling . Een prachtig werk heeft deze stichting gedaan, wel in het bijzonder om de aloude statenveroen blijven. gen, maar of davan fouten te zuiveren. Jawel, er waren allerlei druk- of zetfouten ingeslopen. Zo herinner ik mij dat in de trouwbijbel die mijn ouders in 1953 van ds. J. van Sliedregt kregen, een foutje stond in Jesaja 64 vers 6. Er stond: “… al onze ongerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed…” Wat is hier fout aan? Er staat geen onwaarheid, maar het is toch niet wat Jesaja heeft geschreven. Hij schreef: `… al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed…”
Toen de GBS een uitgave voorbereidde van die zo hooggeëerde Statenvertaling, moest ze kiezen. Wat zouden ze doen met het woord ‘wijf’? Laten staan of vervangen door ‘vrouw’? Men koos voor het laatste. Niemand nam het hen kwalijk, al was het een modernisering die in 1906 in Rotterdam aan voorlezer Winter zijn voorlezerschap kostte…
Zo veranderde men ook ‘wierd’ in ‘werd’ en ‘zoude’ in ‘zou’. Maar niet ‘vraagde’ in ‘vroeg’ en ‘zeide’ werd niet ‘zei’. Inmiddels zijn we een veertigtal jaren verder en de taalverandering is voortgegaan. De jongere van 2011 heeft er recht op om Gods Woord in begrijpelijk Nederlands te lezen. En vooral: het Woord van onze God heeft er recht op om zó te worden weergegeven dat iedere Nederlander het kan verstaan. Nee, dat betekent niet dat er geen inwendig onderwijs van de Geest nodig zou zijn. Dat blijft nodig. Het betekent ook niet dat er geen menselijk uitleg meer nodig zou zijn. Dat blijft ook nodig. Maar het is een heel verschil of ik als dienaar van Gods Woord aan mijn catechisanten moet uitleggen wat Gods rechtvaardigheid is óf dat ik moet uitleggen wat het woord ’dewijl’ of het woord ‘overmits’ betekent. Taalkundig moet het mogelijk zijn dat elke gewone jongen van ongeveer 15 jaar de Bijbel op zijn slaapkamer leest én begrijpt.
Een vraag: lees je trouw in de Bijbel en bid je om de verlichting van je verstand door Gods Geest?
Hoe moeten we denken over de Herziene Statenvertaling? (2)
Er is behalve de stichting die ik in het vorige artikel noemde, onlangs een nieuwe stichting opgericht met hetzelfde doel: de aloude Statenvertaling voor de lezers van onze eeuw leesbaar te doen zijn. Deze stichting heet Stichting Herziening Statenvertaling. Deze stichting heeft dezelfde vragen overdacht die men bij de GBS overdacht: hoe ver moeten en mogen we moderniseren om de Statenvertaling te handhaven én toch leesbaar te doen zijn? De antwoorden die deze nieuwe stichting heeft gegeven, zijn echter heel anders dan die van de GBS. Zij heeft besloten om alle verouderde woorden te vervangen en om vanuit het Hebreeuws en het Grieks te Statenvertaling te corrigeren of te verbeteren. Dit heeft als resultaat gehad dat er een nieuwe vertaling is gekomen. Deze nieuwe vertaling is beter dan sommige andere vertalingen die de laatste zestig jaar zijn ontstaan, zoals de Nieuwe Vertaling van 1953 en de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004, maar ze is niet meer de Statenvertaling. Omdat het woord ‘herziening’ echter verschillend kan worden uitgelegd, kan deze nieuwe stichting haar nieuwe vertaling toch aandienen als een vorm van de Statenvertaling. Dit maakt het voor de gemeenteleden niet gemakkelijk. Is deze nieuwe vertaling nu wel of niet een Statenvertaling?
Hoe we deze nieuwe vertaling ook noemen, we moeten haar beoordelen op haar inhoud. We kunnen het dan heel kort samenvatten: de Herziene Statenvertaling is begrijpelijker dan de GBS-uitgave, maar ze heeft wel wat ingeleverd van het vertrouwde van onze Statenvertaling. Ieder moet nu zelf kiezen, wat zijn voorkeur is: een vertaling die méér heeft van de aloude Statenvertaling, maar die minder goed te begrijpen is, óf een vertaling die minder heeft van de aloude Statenvertaling, maar die beter te begrijpen is.
Er is nog een derde mogelijkheid, maar die is nog niet beschikbaar, namelijk dat er óf door de GBS óf door een andere stichting (misschien wel door een samenwerking tussen de beide stichtingen…) een uitgave van de Statenvertaling wordt verzorgd die dichter bij de aloude Statenvertaling blijft én die toch 21ste eeuws is. Dat is mogelijk, maar niet gemakkelijk…
Ik zal u een paar voorbeelden geven van moeilijk te begrijpen Nederlands, dat begrijpelijker kan worden weergegeven zónder dat aan de Statenvertaling tekort wordt gedaan. En nu heb ik het niet over allerlei moeilijke woorden, die vervangen dienen te worden, maar over ‘gemakkelijke’ woorden die toch niet zo duidelijk zijn.
Wat betekent het woord ‘zo’ in de volgende zin: “Zo wij een woord opnemen tegen u, zult gij verdrietig zijn?”? Wie gebruikt het woord ´zo´ nog in de betekenis van ´als´? Daarom is het beter om het in hedendaags Nederlands weer te geven met “Als wij een woord opnemen tegen u, zult gij verdrietig zijn?”
Of in de volgende zin: “Als zij daartoe komen, zo worden zij schaamrood”? Niemand gebruikt in een dergelijke zin het woord ‘zo’ nog. Nu gebruiken we het woord ‘dan’: “Als zij daartoe komen, dan worden zij schaamrood”, of het helemaal weg te laten, zoals in de volgende zin: “Indien hij zich niet bekeert, zo zal Hij Zijn zwaard wetten.” In de grondtaal staat niets voor het woord ‘zo’, maar de statenvertalers hebben het er tussen gevoegd, omdat het in het zeventiende-eeuwse Nederlands zo hoorde. Wij kunnen veel beter nú deze zin als volgt weergeven: “Indien hij zich niet bekeert, zal Hij Zijn zwaard wetten.”
En wat betekenen de woorden ‘als’ en ‘zo’ in de volgende zin: “Als men het huis van David boodschapte: de Syriërs rusten op Efraïm, zo bewoog zich zijn hart en het hart van zijn volk”? Beide woorden betekenen ‘toen’ – terwijl in de grondtaal twee keer het woord ‘en’ staat.
Of wat betekent het woord ‘van’ in de volgende zinnen: “Van hem werd gezien een engel des Heeren.” “Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd”? De eerste keer betekent het ‘door’; de tweede keer ‘over’: “Door hem werd gezien een engel des Heeren.” “Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen over Hem gezegd werd.”
Ik geef nog één voorbeeld. Wij zeggen niet meer: “Ik wacht naar hem”, maar vroeger was dat gewoon Nederlands. Nu zeggen we: “Ik wacht op hem”. Zo kan de volgende zin eenvoudig in hedendaags Nederlands worden omgezet van “Men wacht naar vrede, maar er is niets goeds, naar tijd van genezing, maar zie, er is verschrikking”, naar “Men wacht op vrede, maar er is niets goeds, op tijd van genezing, maar zie, er is verschrikking.”
Het is geen gemakkelijk werk, maar het is de moeite méér dan waard om de Bijbel weer dicht bij onze opgroeiende generatie te brengen! Wat heb je immers aan het lezen van de Bijbel die zoveel onbegrijpelijke zinsconstructies bevat, dat je niet meer weet waar het over gaat? Laat de vertaling van Gods Woord niet onnodig vervreemdend werken, maar juist begerig maken om te lezen. De Heere zegene al deze arbeid opdat ook in onze dagen wordt ervaren: de heilige Schriften kunnen u wijs maken tot zaligheid.
Wat een eindeloos gesteggel over de vertaling van de bijbel.
We hebben nou sinds 2004 een nieuwe vertaling die ook al in veel kerken en gezinnen in gebruik is en nou dit weer de hsv. Op zich zal er niets mis mee zijn, maar waarvoor was het nodig we hadden immers net een nieuwe bijbel. En ik begrijp wel dat de meesten deze hsv ook niet gaan gebruiken, misschien thuis, maar op school en in de kerken niet. Ja, wat schiet je er dan eigenlijk mee op?
Hebr: Mispat: oordelen, regeren, ordening, voorschriften( wetsbepalingen), gebruiken
Psalm 119:19: Verberg Uw geboden voor mij niet
Wat is dan logisch in 20?
Ik verlang naar uw oordelen
of
Ik verlang naar uw voorschriften
Het gaat hier helemaal niet over het oordeel, maat juist over de wet:
18: wonderen van Uw wet (hoe wonderlijk mooi Uw wet is)
19: verberg Uw geboden niet voor mij
20: ik verlang naar Uw wetsbepalingen/voorschriften
- 1
- 2