"Ja, maar..." op JijDaar
Nieuwsredactie | Geen reacties | 10-06-2009| 12:00
APELDOORN - In een overvolle zaal worden honderden handen geschud. "Wat fijn dat je er bent!" En de reactie die er op volgt is: "Ja, maar..." "Wat doet dat met je?", vraagt Koos de Jong, voorzitter van Stichting JijDaar. "Wens je iemand 'welkom', zegt de ander: "Ja, maar..." Dat is eigenlijk heel onbeschoft. Hoe zou de Heilige Geest dat ervaren, als Hij Zijn welmenend aanbod van genade bij ons neerlegt en je zegt: "Ja, maar..."? De moraal van het verhaal is dat wij maar al te vaak op die manier met God en Zijn Woord omgaan."
De toon is gezet. Zowel uit de gekozen schriftgedeelten als de verzen die gezongen worden, blijkt onze afhankelijkheid van God en onze verantwoordelijkheid ten opzichte van Zijn Woord. Hoe welmenend komen Zijn waarschuwingen én Zijn beloften tot ons. Hoe gaan we met dit Woord om?
Op deze laatste avond van dit seizoen is dominee R. van Kooten, als spreker, in ons midden. Hij denkt vanavond met ons na over "ja, maar...". "Het is de oerzonde, dat "ja, maar..." van ons. Een herhaling van de zondeval. Daar ging het over een discussie over de Bijbel. Satan legde nét een ander accent dan God. 'God heeft je niet waarachtig lief, anders mocht je zelf wel uitmaken wat goed en kwaad is.' De duivel draait alles om. Wat gebeurt er? Eva gaat er serieus op in en dat is bloedlink. Eva kijkt nog een keer naar de boom, die er goed uit ziet. En toen kwam de begeerte en de zondeval."
"Het "ja, maar" van het ongeloof. Je buigt het naar beneden, bij God vandaan. Dát is de zondeval. Wat bén je voor klein miertje, dat je tegen de levende God durft zeggen: "Ja, maar...!" God gaat zweren. De eed is eigenlijk heel erg. Het is door de zondeval dat er geen waarheid is. En zo komt God, Die de Waarheid is, tot ons! 'Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in de dood van de goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve.'
"Ja, maar...", daaraan kun je kennen of je leeft uit de leugen van de satan, van de godsdienst, of uit Gods Woord. Er is een tegenstelling tussen bekeerden en onbekeerden. Ook de mensen die God heeft aangeraakt zeggen "ja, maar". Het is tot schade. Dat je zelfs het denken van de Heere Jezus corrigeert."
De Apeldoornse predikant gebruikt het voorbeeld van Petrus. Als de Messias komt, moet ons land eerst heel trouw gaan leven. Hij zou het rijk van David herstellen. Van zee tot zee zal Hij regeren. Als de Heere Jezus gaat zeggen dat de Zoon des mensen naar Jeruzalem gaat om te lijden en sterven, zegt Petrus: 'Meester, dat zal U geenszins geschieden. Dat klopt niet met wat we geleerd hebben!' Hij mag bij Jezus wel met zijn vragen komen. Hij kwam met zijn "Ja, maar...".
"Met je "ja, maar..." zul je eens vreselijk in de put komen. Je hebt misschien een moeilijk huwelijk en zegt: "Ja dominee, je mag niet scheiden, máár..." Je moet nú goed kijken, als je nog niet getrouwd bent. Niet denken dat het 'later' allemaal wel anders en beter wordt. Als je een lelijke eend koopt, moet je niet vragen of de Heere er een Mercedes van maakt. Er zijn ook andere situaties: een vrouw met een postnatale depressie, een man die een ongeluk krijgt." Dominee Van Kooten haalt het voorbeeld aan van een vrouw die iedere dag vraagt of de Heere haar wil geven wat ze nodig heeft om voor haar man, die niet gemakkelijk is, een christelijke vrouw te zijn. "Ja, maar..." buigt wat God zegt naar beneden.
"Wat is bekering?" zo gaat de predikant verder. "Dominee, ik kan wat God zegt niet meer tegenspreken." De moordenaar aan het kruis spotte. Hij hoorde Jezus spreken. En toen werd het stil. Het woord van Jezus ging naar binnen. Jezus bad: "Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen." De moordenaar hoorde dat en dacht: "Hij bidt niet voor mij. Ik sta erbuiten." Hij zegt tegen zijn vriend: "Vrees jij ook God niet?" En zegt tegen Jezus: "Gedenk mijner, als Gij in Uw koninkrijk gekomen zult zijn."
"Je kunt je hart niet openstellen voor God. Laat dat de Heilige Geest maar doen. Je hebt door dat je erbuiten staat. Dan wordt je "ja, maar..." naar de Heere Jezus toe. De Kananese vrouw spreekt het "ja, maar..." van het geloof! Dan ga je je Bijbel anders lezen. "Ja, maar..." Dan ga je de Heere aanroepen. Dan leef je uit het wonder en gaat het "ja, maar..." naar boven."
"Je kunt een verdiepingscursus zus of een cursus zo hebben gedaan. De orthodoxie zegt: 'Ik heb dit en dat meegemaakt, gevoeld. Ik heb het zó benauwd gehad.' Ik zal je vragen: wat is je hoop voor de eeuwigheid? Ze komen met wat zíj voor de Heere gedaan hebben. Die blijven buiten."
"Lees wat Paulus schrijft aan de heiligen die te Efeze zijn: "U was dóód door de misdaden en de zonden." Daar gebruikt Paulus het woord 'dood' als kracht van de ontbinding. Paulus gaat verder: "Máár God..." Dát is het Evangelie. Máár God... But God... Indrukwekkend. Het komt van boven vandaan. "Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde waarmee Hij ons liefgehad heeft..." En dat werkt door."
"Als je nou voor de Heere leeft, dan kun je dat zien. Soms spreek je iemand die zich ergens voor heeft ingezet en die verontwaardigd bij je komt: "Je krijgt stank voor dank! Ik stop er mee." Dan heb je 't voor jezelf gedaan. Als je het voor de Heere gedaan hebt, doet het pijn, maar ga je door. Paulus zegt ook: 'Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geëindigd, ik heb het geloof behouden." Maar het bankje in de rechtszaal, waarop mensen konden zitten die iemand die terechtstond steunden, was leeg toen Paulus daar stond. "Gij weet," zegt Paulus, "dat allen die van Azië zijn, zich van mij afgewend hebben. Maar de Heere heeft mij bijgestaan." "Máár God...!""
"Samenvattend: Het "ja, maar..." van het ongeloof: het staat in de Bijbel en je buigt het naar beneden. Het "ja, maar..." van het geloof zegt 'amen' op het Woord en buigt het naar God toe. Geloof je dat God wil dat je zalig wordt? Amen!"
Uit honderden monden klinken de verzen 5 en 24 van Psalm 105: "God zál Zijn waarheid nímmer krenken, maar ééuwig Zíjn verbond gedenken. Zíjn Woord wordt áltoos trouw volbracht." "Men roem' dan d' Oppermajesteit om zóveel gunst, in eeuwigheid."
Na de pauze opent Koos de Jong opnieuw de Bijbel. Ditmaal bij Psalm 32. We lezen wat er gebeurt met je als je je voor God verbergt. Uw hand was dag en nacht zwaar op mij! Maar ook lezen we van zondebelijdenis, van vergéving van zonden. Van Wie de Heere is: een Verberging! Wat Hij doet: Gij behoedt mij voor benauwdheid; Gij omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding! Een wijze raad: wees niet zoals een paard en een muilezel die geen verstand hebben. De goddeloze heeft veel smarten, máár... die op de Heere vertrouwt, die zal de goedertierenheid omringen. Verblijdt u in de Heere!
Enkele vragen worden beantwoord door de Apeldoornse predikant: "Ik vind het moeilijk om op te schrijven wat in mij leeft. Wat er in me omgaat. Ik weet dat de Heere graag wil dat ik Zijn kind word. Maar ik voel me er als een dwars persoon tussen staan. Ik ben jaloers op anderen. Kunt u mij bemoedigen?"
Je moet nóóit tegen iemand zeggen: 'Als jij er niet komt, komt er niemand. Jij bent zo serieus!' Dan werp je iemand terug op zichzelf. Werp deze persoon op het Woord. Als je je zo'n dwars persoon voelt, dan ben je net zo eentje als waar de hemel vol van is. Weet je wat het wonder is? Daar is de Heere voor gekomen. Hij is een volkomen Zaligmaker. Als Hij je pakt, pakt Hij je hele persoon. Hij wil ook die dwarsigheid van je vernieuwen, zodat jij wilt wat Hij wil.
"Ik twijfel zo of God mij wel wil. Want als u weet wat er in mijn hart leeft..."
Dat is een strik van de duivel. Wie komt Hij verlossen? Die zo graag willen? God zij dank niet! De farizeeën wilden ook zo graag, maar toen Hij begon te preken, zochten ze Hem te doden. Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was. In het Grieks staat er: ap-olÅÂlos, dat betekent: wat zichzelf naar de knoppen geholpen heeft. Ik heb zoveel gehoord, kijk nergens meer van op. Je maakt een grote fout door te zeggen: "als u weet wie ik ben". God weet wie ik ben! En daarvoor kwam Hij! Het voorbeeld van Petrus, op de Pinksterdag. Hij sprak tot degenen die Jezus aan het kruis gehecht en gedood hadden. Maar vóór hij dat zei, zei hij: "En het zal zijn, dat een iegelijk, die de Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden." Nog een voorbeeld: De Samaritaanse vrouw. Zij weet niet wie Hij is, maar Hij weet wel wie zij is. "Als je Mij kende, zou je aan Mij water gevraagd hebben. Ga je man maar roepen." "Ik heb geen man." Aan haar heeft Hij Zich aangeboden. Als je wist wie ik was. Hij bood haar levend water aan. Hij weet wat van Zijn maaksel is te wachten. Dus je argument vervalt. Hij zegt: Kom. Ik zal je afkeringen genezen en je stenen hart levend maken.
"Komen er mensen in de hemel, die nooit zekerheid hebben, twijfelen, of gaan er juist veel mensen verloren, die zalig hadden kunnen worden?"
Dit zijn twee vragen. Eerst de eerste: Ja. En het eerste wat ze zeggen is: wat jammer dat ik nooit zekerheid gehad heb. De Heere wil dat je blij bent. Vrij bent, in de vrijheid die er in Christus Jezus is. Je moet van je lieve moeder af en van de dominee. Je moet naar de Heere. Vroeger heb ik wel eens slootje gesprongen. Maar ik durfde niet. Nam een aanloop en nét voor de sloot remde ik af. Nam een langere aanloop, maar remde nóg eerder af. Eén keer heb ik perfect gesprongen. Dat was toen de boer z'n hond losliet. Dat gebeurt bij sommigen op het sterfbed. Dán pas durven ze zich over te geven aan de Heere. Dat is toch érg voor de Heere? Ook leeft wel het idee: Het ergste wat je overkomen kan, is bekeerd worden, want dan weet je 't niet meer en leef je altijd in angst. Daarom is onderwijs zo belangrijk. Leer nou vragen: "Wat staat er in de Bijbel?" Zie Jesaja 1 : 18: "Komt dan, en laat ons samen richten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol." Zo handelt God met Israël. En Hij zegt nóg: "Bidt, en u zál gegeven worden; zoekt en gij zúlt vinden; klopt en u zál opengedaan worden." Hij kan niet liegen!
De tweede vraag: Iedereen die in de hel komt, had zalig kunnen worden. Zij zeggen daar: "wij zijn hier niet omdat wij niet uitverkoren zijn, maar omdat ik niet wilde dat U Koning over mij zou zijn." En op de nieuwe aarde zullen de mensen spreken: "Het is door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen."
"U zei: niet je hart openzetten, laat de Heilige Geest maar binnenbreken. God is een Gentleman. Hij breekt niet binnen! Hoe zit dit dan? En: geloof is toch een wilsbesluit, je wilt het, of je wilt het niet!"
Een heel groot gevaar is de logica. De farizeeën hebben een paar keer gedacht: het is óf dit óf dat. En de Heere Jezus breekt daar op een verrassende manier binnen van een ándere kant. Het is een wilsbesluit en dat willen geeft de Heilige Geest. Denk aan dat versje: Opent uwe mond; eis van Mij vrijmoedig, op Mijn trouwverbond. Al wat u ontbreekt, schenk Ik, zo gij 't smeekt, mild en overvloedig. Wil je een voorbeeld? Het vogelnestje. Als de moedervogel bij het nest komt, gaan de bekjes van de jongen wijd open en moeder laat het voedsel er zó in vallen.
Ander voorbeeld? Dat van die sjeik, die een bezoeker zóveel van de duurste edelstenen wilde geven als er in zijn mond pasten. Hij moet maandenlang kaakpijn gehad hebben... Nu zegt de Heere: doe je mond wijd open. Hij laat je willen wat Hij wil.
Het is zó belangrijk dat die twee partijen, God en de mens, iets hebben. Dan móet je niets doen, dan gá je iets doen. Wat moeten wij doen om zalig te worden? Je kunt links of rechts van de dijk, maar je gaat bij beide kanten blub-blub naar beneden. Paulus zegt: "Máár God, Die rijk is in barmhartigheid." De ingewanden rommelen van barmhartigheid. En dan ga je bidden.
Het komt van boven naar beneden. Als het van beneden naar boven loopt, loopt het dood. Doet God het óf doe ik het zelf? Mijn lieve vriend, als ik preek gebeurt er wat. Dan zeg je: "Ja, máár..." en je buigt het naar beneden, of "Já, maar...!" en je buigt het naar boven. Er is een interactie. Die is van boven ingezet en die keert naar boven terug. Als de Heere spreekt, móet je wat doen. Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij je hart. Er gebeurt wat. Ja, maar... Nee, maar... Het probleem ligt in jouw hart. Dát moet je gebed zijn: "Heere, breek mijn hart."
"Wie is de Heere Jezus voor u?"
Dominee Van Kooten refereert aan een eerdere spreker die op deze vraag antwoordde wat in de Bijbel over de Heere Jezus geschreven staat. Daar sluit hij zich graag bij aan en voegt toe: "Hij is Alles voor mij! De Profeet, Priester en Koning, door Wie God alle dingen met Zichzelf verzoend heeft. Dat is Hij ook voor mij. De verzoening, voleinding, voltooiing: alles zit erin!"