Nóg rijker
Noortje | Geen reacties | 26-05-2010| 12:02
Waar ik het las, weet ik niet meer. Dat is ook helemaal niet belangrijk. Ik denk dat het een reclame was, of zo, die mij probeerde over te halen. Op die reclame op zích ben ik niet ingegaan. Toch hield die zin mij bezig. Het verraste mij, maakte mij blij. Zo'n simpele zin, met zó'n vergezicht. Ik las: je bent rijker dan je denkt. Nu vraag ik mij vaak af hoe mensen menen te weten wat ik denk. Hoe weet die reclamemaker nu óf ik rijk ben en óf ik meer rijkdom bezit dan ik bedenk? Die reclamemaker wéét dat ook niet. En het is ook helemaal niet belangrijk wat iemand denkt dat ik denk. Feit is dat hij in dit opzicht méér dan gelijk heeft. En dat maakt mij blij.
Je kent dat versje misschien wel, met die bekende regels: 'Tel uw zegeningen, tel ze één voor één. En ge ziet Gods liefde dan door alles heen.' Er zijn zóveel materiële en immateriële zegeningen, dat ik bij voorbaat al niet begin te tellen. Het eind is zoek. Hoe méér ik zou tellen, hoe meer ik zou zien. Hoe meer ik de tel kwijt zou raken.
Gods liefde door alles heen zien. Er is een tijd geweest dat ik dat moeilijk vond. Echt. Nóg begrijp ik niet alle dingen in mijn leven. En toch...! Niet alles kan en mag op Gods rekening geschreven worden. Hij was en is het, Die mij dóór alles heen hielp, Die áltijd bij me was, al ervoer ik dat écht niet altijd zo. Nu weet ik dat dat zo moet zijn geweest - en tot op vandaag zo ís. Dank U, God, voor Uw trouwe, tróuwe zorg!
Een rijkdom, die ik veel te vaak schromelijk onderschat heb. Dat God zó nabij was - en ik het niet besefte. Niet omdat ik het niet beseffen wílde, maar niet kón, omdat de omstandigheden moeilijk waren. En toch...! Rijk in God, rijk met Hem, rijk dóór Hem.
Ja, dat laatste, dat houdt mij veel bezig. Zeker sinds ik kortgeleden die reclame zag. Rijker dan je denkt! Hoe wáár. Hoewel ik niet feitelijk álles heb, denk ik wel eens aan Jakob. Hij reageerde op de uitspraak van zijn broer Ezau, die zei dat hij véél had. Jakob zei: "... omdat ik álles heb!" Hij had zijn Gód erbij. En dat maakte dat hij "álles" zei - en had. En ik kan en mag Jakob, God-zij-dank, názeggen: "Omdat ik álles heb."
Rijk heet dat, als je alles hebt. Rijk voelt dat, als je wéét dat je alles hebt. Oók al ervaar je nog moeilijkheden op je weg, tóch dat "alles" hebben. In de wereld kan dat niet. In Gód kan dat wél. En daarbij: wat een heerlijk uitzicht heb ik van God gekregen. Vér boven ons aardse geploeter uit, reikt God eindeloze barmhartigheid. Eeuwige genade, eeuwig bij God zijn, eeuwige aanbidding van het Lam, Dat mij kocht met Zijn bloed.
Er gaat een rilling over mijn rug, terwijl ik dit schrijf. Wat een grote woorden. Wat een grote zaken. Ja, ik zou bijna weg willen kruipen, bijna het niet op willen schrijven. Maar dán doe ik God tekort. Want Hij is zó barmhartig, zó genadig, zó groot van goedertierenheid. Ik snáp het niet dat Hij mij een onmetelijke rijkdom beloofd heeft. Onverderfelijk, onbevlekkelijk en onverwelkelijk: dát is de erfenis die in de hemel voor mij wordt bewaard. Om dán bij Hem te zijn, Die ik niet gezien heb, en nochtans liefheb.
Je bent rijker dan je denkt, zeggen ze soms. Ja, ík wel - door Góds genade.
En jij? Als je het nog niet ontvangen hebt, vlucht dan tot de troon der genade, om barmhartigheid te verkrijgen! Oók voor jou is redding mogelijk! Vandaag nog.
Echt?
Ja, zéker weten!