Spel van leugen en goedgelovighed
Habakuk.nu | Geen reacties | 20-03-2010| 10:54
Annejet van der Zijl trok aandacht met haar onlangs verschenen biografie over Prins Bernhard. ‘Bernhard. Een verborgen geschiedenis.’ Ze kreeg veel waardering. In haar onderzoek ging ze te werk als een archeologe. Geduldig en volhardend graaft ze en brengt ze puzzelstukjes bij elkaar. Daarbij ging ze terug tot de wortels. Terug naar de voedingsbodem van prins Bernhards leven, de Duitse lagere landadel, ‘de verbitterde aristocratie die in de maalstroom van de grote geschiedenis in steeds toenemende mate vooruit moest vluchten in schone schijn’.
Het spijt me voor de koningin. Al die ellende rond haar vader moet haar pijnlijk treffen. Zelf heeft ze door haar grote toewijding haar huis opnieuw aanzien gegeven. Zulke mensen heeft het koningshuis wel hard nodig.
Weemoedig gevoel
Over prins Bernhard had ik altijd verschillende gevoelens. Vaak, als er weer eens iets pijnlijks over hem bekend werd, overviel me een weemoedig gevoel en dacht: als zo iemand nu eens een heel ander voorbeeld zou geven. Andere keren had ik gevoelens van boosheid. Bijvoorbeeld als het weer eens duidelijk werd hoezeer hij altijd zijn vrouw bedroog. Het lijkt me dat, als je daar toe in staat bent, je dan op geen enkel ander terrein nog echt betrouwbaar kunt zijn. En dan waren er nog de gevoelens rond de oorlogsvrienden. Waar je zo graag in mee wou gaan. De vrienden die hun prins door dik en dun trouw bleven.
Het boek van Annejet van der Zijl is in veel opzichten een leerzaam boek geworden. Leerzaam in die zin dat het glashelder maakt dat een leven gebouwd op leugen, een leugenachtig leven moet worden. Leerzaam ook in die zin dat mensen snel geneigd zijn om leugen te geloven. We geloven graag in sprookjes. Het werd een spel van leugen en goedgelovigheid.
Krachtpatserij
Gaandeweg moest prins Bernhard wel steeds driester zijn leugens verdedigen. Het pijnlijkste voorbeeld daarvan werd zichtbaar in het zogenaamde Volkskrant-interview, dat hij aan het eind van zijn leven gaf en dat twee weken na zijn dood verscheen. Bernhard verklaarde: ‘Ik kan met de hand op de Bijbel verklaren: "ik was nooit een nazi."' Wanneer iemand uit eigen beweging zo spreekt, dan kun je er zeker van zijn dat hij liegt. Hij probeert het ultieme, Gods heiligheid, aan te wenden om zijn leugen te verbergen. Iemand die de waarheid spreekt heeft zulke krachtpatserij helemaal niet nodig.
Echt tot nadenken stemt de conclusie die Van Zijl aan het eind van haar boek trekt. ‘Ik besef dat ik veel mensen met dit verhaal hun held ontneem, en anderen hun schurk. Ik hoop er een mens voor te hebben teruggegeven.' Bernhard, geen held, geen schurk maar een mens. Auw, zitten mensen zo in elkaar.
Als dat zo doorgaat met de ontmaskering van onze ‘helden' blijft er op het laatst maar één held over. Prins Jezus.
Krijn de Jong