Koper poetsen

Noortje | Geen reacties | 30-01-2010| 14:30

Vandaag heb ik koper gepoetst. Niet dat ik dat zo váák doe, of dat er zo véél koper in huis is. Maar af en toe moet het dan toch echt gebeuren en worden de poetsspullen voor de dag gehaald. Ik heb er geen spijt van. Want naast het feit dat de boel ervan opknapte, leverde het nóg iets op. Een mooie gedachte. Of een minder mooie. 't Is maar hoe je het bekijkt. Ik wil jullie er deelgenoot van maken.


Koper. Het is een populair metaal, omdat het uitermate geschikt is voor veel doeleinden. Koper is zalmroze van kleur. Tenminste, dat is de zúívere kleur. Nu gaat het me niet zozeer om de kléúr die koper heeft, als wel over het feit dat koper glimt. Althans: als het gepoetst is.
 
Het koper dat ik onder handen nam, was dof. Het zag er niet schitterend meer uit. Ik kon mezelf er niet in spiegelen. De prachtige kleur was ook wat egaler geworden. Als sierstuk had hooguit de vorm nog een functie, maar de glans was verdwenen.
 
Tóch is dat niet wat koper in zichzelf ís. Koper ís koper en koper verandert niet. Het is het stof en de aanslag erop, dat het koperen voorwerp de glans ontneemt. Het maakt het vuil. Het doet het sierstuk veranderen in een wat kleurloos object. Je blik wordt er niet direct naartoe getrokken, als je het vertrek binnenkomt. Omdat het niets uitstraalt.
 
En daar dacht ik over na, tijdens het poetsen van het koper. Is het ook niet zo met de mens die -door genade- de Heere Jezus mag kennen? Wat een vreugde, wat een blijdschap, wat een vrede! Een onvervreemdbaar goed! Bij de wetenschap dááraan, gá je stralen, gá je blinken, gá je schitteren. God Zélf staat er garant voor dat je lééft, tot in alle eeuwigheid. Niets of niemand kan dat ongedaan maken.
 
Maar nu de praktijk van ons leven. Zíét onze omgeving aan ons dat wij dit allerkostbaarst cadeau van God hebben ontvangen? Dat wij léven vanuit de wetenschap dat wij zijn vríjgekocht door het bloed van de Heere Jezus? Ja? Zien ze het écht? Vragen ze hoe het komt dat je zo'n blijdschap uitstraalt? Of...
 
Is het dof geworden? Is er, om welke reden dan ook, vúíl terecht gekomen op ons leven? Wordt de aandacht niet direct getrokken naar de glans die het nieuwe leven in zichzelf heeft? Hoe komt dat? Straal je niets meer uit? Wat kan er in ons leven veel zijn, wat ons bij God vandaan houdt. Het hoeven niet altijd de grofste zonden te zijn. Maar ons zwoegen en slaven en ons druk zijn met de dingen van alledag kunnen ons zo áárds bezig houden.
 
En ja, helaas kan het ook dat een kind van God in zonden valt. Dan is alle glans, álle schittering plotseling verdwenen. Wat is het nodig dat dat vuil weggenomen wordt, dat er opnieuw reiniging plaatsvindt. Nee, de wédergeboorte hoeft niet opnieuw te gebeuren, dát is eenmalig en onlosmakelijk aan mij verbonden. Door Gód. Maar het kan nodig zijn dat ik mij opnieuw bekeer, mij opnieuw tot God wend, met belijdenis van schuld, omdat ik daadwérkelijk Zijn liefdevolle gebod heb overtreden.
 
Soms ook sta ik er plotseling bij stil dat ik al een tijdje geen voeling met God heb. Hoe komt dat? Is er iets gebeurd? Of is er geleidelijk een afstand ontstaan? Is er telkens weer een dun laagje stof op de glans terecht gekomen? Zo héél langzaamaan, zo stilletjes? Tot mijn schrik bedenk ik dan dat ik al even niet zo vurig met God bezig was. Met Zijn nooit aflatende zorg en genade waarmee ik íédere dag wordt omringd. Met Zijn heilrijke woorden.
 
Maar dán. Dan ren ik weer naar God toe. Met belijdenis van schuld. Schep mij een rein hart, o God. En vernieuw in het binnenste van mij een vaste geest. Vernieuwing heb ik dan nodig. Er moet gepoetst worden, opdat ik door het Goddelijk oog belonkt weer met mijn schoonheid zal stralen. Lieve God, geef mij wéder de vreugde Uws heils! En... God doet het!
 
Zó is God! Wanneer ik mij -opnieuw- tot Hem wend, dan zál Hij mij -opnieuw- genadig zijn. Hij heeft zo ontzettend veel beloften in Zijn Woord staan, welhaast tot beschamens toe, dat ik nóóit wanhopig hoef te worden. Zoals het koper met een zekere regelmaat een poetsbeurt nodig heeft, zo moet en mág (!) ik mij telkens opnieuw wenden naar de genadige God, die gáárne vergeeft! Daar hoef ik geen dagen, of zelfs weken mee te wachten, nee, nú mag en kan ik gaan!
 
Zijn genade aan mij bewezen is in zichzelf kostbaar, ónveranderlijk en van onovertroffen kwaliteit. Maar helaas, ík laat het zo vaak verdoffen, vuil worden. En tóch wordt God niet moe om mij áldoor opnieuw te laten schitteren. Zó kan en zó mag ik leven tot Gods eer. Zó kan ik, door de glans die ik bezit, Gods liefde weerkaatsen naar mijn omgeving. Zó mag ik van vreugde opspringen voor Gods aangezicht, en van blijdschap vrolijk zijn.
 
Ik heb er álle reden toe - God zij dank!
 
Waar koper poetsen al niet goed voor kan zijn. Ik deed het peinzend én zingend, vervuld met gedachten over God Die vreugde geschapen heeft én geeft! Geloofd zij God!
 
Schitter jij ook? Het is zo héérlijk om te doen.

Noortje op 30-01-2010, 14:30
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Meer nieuws

Johannes Paulus II geselde zichzelf

Paus Johannes Paulus II nam boetedoening bijzonder ernstig, zo blijkt uit een nieuwe biografie die over hem is verschenen. Volgens biograaf Slawomir Oder sliep de paus vaak op de grond, met de armen w...
1 reactie
29-01-2010

Open Doors start protestactie voor Chinese huiskerkleider

Ermelo – Open Doors heeft een protestactie gelanceerd voor de Chinese christen Alimjan Yimiti. De organisatie die wereldwijd vervolgde christenen steunt, roept op om in een protestbrief aan de Chinese...
Geen reacties
29-01-2010

Refozuil vertoont scheuren

De reformatorische zuil vertoont scheuren. Lange tijd lukte het om wereldse invloeden nog enigszins op afstand te houden, bijvoorbeeld door televisie te verbieden. Maar met de opkomst van internet is ...
3 reacties
27-01-2010
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering