Maatschappelijke uitsluiting
Habakuk.nu | Geen reacties | 25-01-2010| 12:00
Een jonge christin, gediplomeerd als verloskundige en verpleegkundige, solliciteert bij – nota bene – een Diaconessenhuis in het midden des lands. Zij wordt afgewezen, omdat zij niet bereid is mee te werken aan het uitvoeren van een abortus provocatus. Dit ondanks het feit dat artikel 20 van de Wet afbreking zwangerschap bepaalt dat niemand, dus ook niet een verpleegkundige, gedwongen kan worden mee te werken aan abortus. Zomaar een voorbeeld uit mijn omgeving van het sluipende proces van maatschappelijke uitsluiting van bijbelgetrouwe christenen in ons land. Mijn bureau ligt bezaaid met andere voorbeelden.
Neem nu het bericht over christenwetenschappers die worden tegengewerkt als zij vasthouden aan wat de Bijbel zegt over de schepping van de wereld en niet meegaan in de dominante evolutionistische ideologie. Dat kan een reden zijn om een promotie te blokkeren. Dit terwijl in dit land ook voor wetenschappers vrijheid van godsdienst en levensovertuiging bestaat. Bij openbare universiteiten geldt bovendien dat het openbaar onderwijs gegeven moet worden met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging (artikel 23 lid 3 Grondwet).
Veelbesproken motie
Natuurlijk moeten we ook wijzen op de inmiddels veelbesproken motie van de Amsterdamse gemeenteraad om geen levensbeschouwelijke organisaties in te schakelen als deze bij het werven van personeel onderscheid maken op grond van godsdienst. Deze motie is ingediend door de VVD in de Amsterdamse gemeenteraad. Dit is exemplarisch voor de steeds meer antichristelijke houding van deze partij, die zich in een ver verleden nog wel eens respectvol kon uitlaten over de christelijke wortels van onze natie. Gelukkig heeft de motie tot nogal wat commotie geleid en afkeurende reacties uit politiek en breed-kerkelijk Nederland. Gelukkig heeft het College van B&W besloten de motie niet uit te voeren.
Onderscheid
Deze voorbeelden laten zien dat er in ons land, dat prat gaat op zijn gelijke behandelingsrecht, heel wat loos is waar het gaat om de participatie van orthodoxe christenen in de samenleving. Er is regelrecht sprake van onderscheid door de overheid op grond van godsdienst, iets wat door verdragen en artikel 1 van de Grondwet en door de Algemene wet gelijke behandeling wordt uitgesloten.
Het wordt tijd voor de oprichting in christelijke kring van een actieve Commissie Toetsing Maatschappelijke Uitsluiting (TMU), die een en ander aan de kaak gaat stellen. Het geldende recht biedt voldoende aanknopingspunten. Zolang het dag is, mogen we ons daarop beroepen.
Dr. Matthijs de Blois is universitair hoofddocent bij de afdeling Rechtstheorie aan de Universiteit Utrecht.