Geen licht
Noortje | 1 reactie | 07-01-2010| 11:06
Donker was het, waar ik reed. En druk. Middenin die drukte zag ik het ineens gebeuren. Tientallen meters voor mij kwam er een auto de weg op. Zonder licht! O, als dat maar goed gaat. Een tijdje hield ik de auto in het oog, maar de bestuurder had niet in de gaten dat de auto zonder licht reed. Gelukkig kon ik deze rijder even later attent maken op de situatie. Ik klopte op de autoruit en zei: "Je hebt geen licht op."
Geschrokken maakte de bestuurder de onwenselijke situatie ongedaan. En ja, dat zag er beter uit: een auto die in het donker rijdt, en zelf geen licht op heeft, kan in gevaarlijke omstandigheden terecht komen. De bestuurder was daar ook van doordrongen. Toen we wegreden, werd er nog even vriendelijk gezwaaid, kennelijk als bedankje. Een brede glimlach zat er bij.
Toch geeft zoiets stof tot nadenken. Hoe vaak gebeurt het niet dat je mensen spreekt die óók geen licht op hebben. En dan heb ik het wel even over dat ándere licht: licht van de hemel, licht van Jezus, licht van God. Als je dat niet van Hem hebt ontvangen, dan loop je in de duisternis. Dan loop je je ongeluk tegemoet. Zó aangrijpend! En dat geldt ook voor mijn naasten die de Heere Jezus Christus niet kennen als hun Zaligmaker.
Wat was het voor mij gemakkelijk om die weggebruiker erop attent te maken dat hij geen licht had ontstoken. Maar o!, wat schaam ik mij ervoor, dat ik zo gemakkelijk allerlei mensen in de duisternis laat lopen die het licht van Jezus niet hebben. Waarom tik ik hen niet op de schouder en zeg: "Je hebt geen licht op"? Wat zit hier toch achter? Bang voor de mensen? Een stukje gemakzucht? Bang om uitgelachen te worden? Jezus kwam wél naar deze aarde en verdroeg spot en smaad en schimp en hoon. En ik moet, en mág Zijn getuige zijn. God, ik schaam mij zo.
Gesprekjes voeren met mensen. Hen attent maken op. Wijzen op Gods Woord. Het licht laten schijnen. Nooit, nóóit heb ik er spijt van gehad wanneer ik anderen vertelde van de heerlijke redding die God bereid heeft door Zijn Zoon Jezus Christus. Nee, ik hoef niet te weten of mensen door mijn woord in Hem zijn gaan geloven. Het zou genade zijn als dat zo is. Maar 't is mijn táák, het heerlijke gevolg van in Christus zijn: getuige zijn in deze donkere wereld. Mensen wijzen op God en Zijn Woord, waarin gesproken wordt over het eeuwige ongeluk én het eeuwige geluk.
Nee, ik heb zo rond de jaarwisseling geen lijstje gemaakt met goede voornemens voor het nieuwe jaar. Zo graag wil ik dat mijn leven van en voor Hem is. In alle dingen. Laat mijn leven, Heer', toegewijd zijn aan Uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot Uw lof en dienst bereid. Toch een goed voornemen dus, maar níét speciaal voor dit jaar. Voor alle dagen van mijn leven.
Soms probeer ik in gedachten de situatie óm te draaien. Stel nou, dat ik niet wist van God, van Zijn Woord, Zijn reddingsplan, Zijn Zoon, onze Heere Jezus Christus. Stel dat ik niet wist van de eeuwigheid, die zo verschrikkelijk óf zo heerlijk is. En stel nou, dat ik er "later" achter kwam dat mijn buurvrouw er wél van wist en mij er niet over aangesproken heeft... Stél nou...! En dan is het te laat.
Daarom ook: "Heere, geef mij alstUblieft vrijmoedigheid en blijmoedigheid om onverschrokken Uw heilsboodschap te laten horen en te laten zien aan mijn naasten. Geef ook dat andere mensen voor hún naasten zorgen, opdat Uw Koninkrijk daardoor uitgebreid wordt, Uw Naam wordt verheerlijkt en deze mensen de zaligheid ontvangen. Uit genade, want anders kan het niet. Om niet gerechtvaardigd worden, Heere, uit Uw genade, door de verlossing die in Christus Jezus is."
Opdat ook anderen het licht, Uw licht, zullen zien én laten schijnen!
Wat is dat toch eng! Helemaal herkenbaar!