Het elektriciteitsnet
Noortje | 1 reactie | 03-10-2009| 09:00
De stofzuiger, de boormachine, het koffiezetapparaat, het scheerapparaat, de waterkoker, de computer: het zijn allemaal van die apparaten waar we het elektriciteitsnet bij nodig hebben. Maar da's geen probleem, dat ís er immers. We steken een stekker in het stopcontact, en ja hoor, het werkt! Mooi hè? Begint het donker te worden, dan knippen we een lamp aan. Ja, fijn zo: licht in de duisternis. Komen we een ziekenhuis binnen, dan weten we niet half (en dat is dan nog enorm veel) wat er allemaal aan het elektriciteitsnet is verbonden. Wat zijn we er afhankelijk van geworden, van stroom.
Een ingenieus netwerk voorziet ons dag en nacht van stroom. We vertrouwen erop dat het als vanzelfsprekend allemaal werkt. Meestentijds is dat gelukkig ook zo. Mocht het eens niet zo zijn, dan zijn we direct onthand. Lastig vinden we dat.
Toen ik daar gisteravond over nadacht, gingen mijn gedachten ook een andere kant op. Een enigszins vreemd vergelijk drong zich aan mij op. Ik dacht: gaan wij niet al te vaak op een soortgelijke wijze met God om? We weten dat Hij er is - en dat is fijn. Het stelt ons min of meer gerust. Maar zijn wij dag en nacht verbonden met Hem? Of zoeken we slechts verbinding als we het zélf nodig hebben? Even over nadenken.
Heeft de Heere niet een vele malen meer ingenieus netwerk van zorg om ons geweven? We beseffen werkelijk niet hoe goed Hij voor ons zorgt. Iedere dag kunnen we ademhalen - en wie van ons bidt nu om frisse lucht? Iedere dag kunnen we lopen - en wie van ons vraagt daar om? Nee, ik hoop niet dat ik iemand pijn doe die niet lopen kán, of anderszins een beperking ervaart. Jou wens ik bijzonder veel sterkte. Ik doel hier op algemene zaken die we maar al te vaak zo gewoon vinden. Je kunt zien, voelen, praten, ruiken. Zo gewoon is dat, dat we er vaak niet meer om bidden. En toch: God zorgt aldoor. Aldoor. Een niet aflatende zorg. Om stil van te worden.
Jezus gaf als opdracht: "Laat uw licht schijnen." Daar staat niet bij dat we dat een poosje niet hoeven of mogen doen. Nee, doe dat, nú en altijd. Dat kunnen wij slechts wanneer wij continu verbonden zijn met Degene Die onze lamp kan laten branden. En welk een heerlijk doel heeft Jezus met deze opdracht: het licht voor de mensen laten schijnen, dat zij onze goede werken mogen zien - en onze Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. Wát een grootse opdracht. Laat ons licht dan niet verflauwen.
Diezelfde grote Heere der heren biedt ons een stroom van zegeningen aan. Waarom is Hij toch zó genadig? Is het niet veelmeer aan óns, om onze dankbaarheid te tonen jegens Hem die zondaren zalig maakt? En dan zegt Hij zó vriendelijk, zó welmenend, zó hartelijk en zó nodigend: "Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben." Wie kan dán achter blijven!
Ik wens je een "lichte" reis toe hier op aarde en een heerlijk welkom in de Stad van Goud, waar de zon en de maan hun licht niet meer hoeven te geven, omdat de heerlijkheid van God haar verlicht. En het Lam is haar Kaars. Wat moet dát mooi zijn!