Is God liefde?
Leo de Vos | Geen reacties | 25-09-2009| 12:51
‘Wij hebben iets met God’, heb ik zo-even beweerd. We sloten het vorige hoofdstuk bovendien af met de opmerking dat God ons naar de drang van zijn natuur liefheeft. Als we dat zouden kunnen bewijzen op de manier die voor alle mensen als een echt bewijs zou gelden, dan zouden grote golven nieuwe gelovigen toestromen. Konden we dat maar. Wat we echter wel kunnen, is voorzichtige pogingen ondernemen om toegang te krijgen tot het Grote Geheim dat tussen God en de mensen bestaat. Dat is de aanleg van dit boek.
Misschien kunnen we simpel stellen dat wanneer God bestaat, Hij ons vanzelf liefheeft. Dat kan overkomen als een opmerking die slaat als een tang op een varken. Maar het strookt wel met onze beleving. Ik bedoel dat wie in God gelooft, nagenoeg automatisch gelooft dat Hij van de mensen houdt – al kan het voor de persoon in kwestie nog een grote vraag zijn of God wel van hem houdt. Mocht een niet gelovige daar smalend de schouders over ophalen met de opmerking dat God dus wishful thinking blijkt te zijn, dan moet hij wel beseffen dat het andersom exact zo werkt. Ik bedoel dat wanneer je gelooft dat God een monster is, het wel erg prettig voor je gemoedsrust is dat Hij niet bestaat. Wie niet gelooft in de liefde van God, gelooft dan ook automatisch niet in het bestaan van God. Dat kun je met evenveel recht wishful thinking noemen. Dat is de wijze waarop het werkt en dat lijkt mij nogal vanzelfsprekend. Er is natuurlijk altijd een theoretische mogelijkheid dat God een kosmische psychopaat is – en welke gelovige is nooit eens verleid tot een dergelijke gedachte, vooral na iets vreselijks dat hem overkwam? Maar er is geen mens op de wereld die daar in alle redelijkheid zijn leven op inricht, of er moet een flink steekje aan hem los zijn.
We weten als mensen allemaal wat liefde is, ook al bederven we die liefde collectief en zijn er allerlei vormen van schijnliefde. Een voorbeeld van het eerste, het bederf van de liefde, is de man die zijn naasten onherstelbare schade toebrengt, in feite over lijken gaat om zijn doel te bereiken, maar er prat op gaat de christenplicht van de liefde te vervullen, bijvoorbeeld door de jongen die hij geheel onterecht heeft ontslagen een fruitmand te laten bezorgen. Zulke figuren bevolken vooral de 19e en 20e-eeuwse literatuur. Een frappant voorbeeld van het laatste, de schijnliefde, is de moeder die haar kind een verstikkende last oplegt met haar liefdevolle hart dat eigenlijk alleen maar barst van de zelfliefde die constant aandacht eist. We kennen voorbeelden genoeg van zowel bederf als schijn. Maar juist het feit dat we die voorbeelden kennen betekent dat zodra er echte liefde in het spel is, we die eveneens meteen herkennen. Alleen mensen die zich volledig hebben overgegeven aan corruptie of haat of walging, herkennen geen echte liefde meer, maar zijn verworden tot varkens die zich thuisvoelen in de modder. De literatuur geeft ook daar sprekende voorbeelden van. Ik noem u Heathcliff uit Wuthering Heights, Uriah Heep uit David Copperfield en Cathy Ames uit East of Eden. Deze romanfiguren staan voor de mensen die onbereikbaar lijken te zijn geworden voor liefde, voor hen die de liefde eenvoudig niet meer begrijpen. Gelukkig vormen zulke mensen zeldzame uitzonderingen. Een mooi voorbeeld van het tegendeel is Zacheüs uit de bijbel. Hij had een leven gekozen van zelfzucht, maar herkende in de ontmoeting met Jezus iets dat hij al bijna vergeten was: liefde.
‘God is liefde’, zegt de bijbel in een onmogelijk zinsverband. Want er had natuurlijk moeten staan: God heeft liefde. Je zegt ook niet: Maria is liefde. Maar er staat wel degelijk: ‘God is liefde’. Van God kun je dat kennelijk zeggen. Ook daarin is Hij meer dan een mens. God heeft niet alleen van alles: barmhartigheid, begrip, kennis, genade, wijsheid, medelijden, inzicht, en dat alles in een mate waar wij mensen niet van kunnen dromen. Nee, Hij is dit alles zelf, in persoon. Hij is medelijden en al dat andere. Dat betekent dat het fundament van ons mens zijn, de dragende grond van de werkelijkheid, liefde is. Het begin en het einde aller dingen is liefde. De tijd werd gestart door de liefde, loopt op liefde, en wordt eenmaal afgesloten in liefde. De liefde is niet een begrip maar een Levende, een Persoon. Wie zich laaft aan liefde, drinkt God in. Daarvan hoeft hij zichzelf niet eens bewust te zijn.
Dus is er ergens liefde op aarde, dan komt die van God, zelfs al zouden de liefhebbers en geliefden geen idee hebben van zijn bestaan. Liefde is het wat wij mensen ten diepste zoeken. Vinden we liefde, dan hebben we alles: onze bestemming, de zin van ons bestaan, de vervulling van ons leven, de vrede van ons hart. Dat we maar rusteloos blijven zoeken betekent niet dat we niet genoeg hebben aan liefde, of die liefde helemaal niet kunnen vinden. Het betekent veeleer dat de liefde die wij mensen onder elkaar gestalte geven broos is en snel kan verflauwen, verbleken zelfs, of bederven, of tot schijn vervallen. Liefde is in deze wereld niet van onvergankelijk kaliber. Daarom zoeken we het zo krampachtig, en bieden we het zo schaars aan. De enige bij wie de liefde volkomen veilig is, is degene van wie de liefde afkomstig is. Om die reden kunnen we de zin niet omkeren in: ‘liefde is God’. Dat gebeurt helaas nogal eens, zelfs tot in de christelijke gemeenschap toe, tot schade van allen die erbij betrokken zijn. Want in dat geval maken we van wat wij onder elkaar afspreken de naam liefde waardig te zijn, tot onze God. Buiten het feit dat zoiets afgoderij is, blijven we zitten met wat de gevolgen van afgoderij zijn: gewetensdwang, teleurstelling, haat, en erg veel pijn. Sektes beginnen altijd met wat men ervaart als liefde.
Wie is God? God is liefde. Is Hij dat niet, dan hebben we een opperwezen met wie niemand het één minuut langer kan uithouden. Die veronderstelling ontkennen we liever, en van ganser harte. Het is beter geen God te hebben dan een onbetrouwbare God. God is liefde of anders is er geen hoop. Als God geen liefde is, bestaat Hij niet voor ons. Misschien zal het feit dat God in onze dagen meer en meer uit het openbare leven en wellicht uit het besef van de mensen verdwijnt wel tot gevolg hebben dat ook de liefde schaarser wordt, wie zal het zeggen; de waanzinnige complexiteit van onze samenleving verbiedt ons daar harde uitspraken over te doen. Ons houvast in deze verwarrende wereld ligt hoe dan ook in God die liefde is. Omdat we uit Gods hand zijn voortgekomen en dus van zijn familie zijn, zijn en blijven we als gehele mensheid dan ook op liefde aangelegd. Liefde is het enige dat ons kan redden. Liefde zuivert ons denken, ons doen, ons geloven. Liefde is het enige dat geloofwaardig is aan het christendom, of aan de islam, of aan welke godsdienst met welke pretentie dan ook. Waar liefde is, is God. Waar geen liefde is, is God verduisterd. Godsdiensten brengen God aan het licht, of ze verduisteren God met bedorven liefde. Mensen zonder enige godsdienst brengen God aan het licht, of ze verduisteren God met schijnliefde. Maar de liefde zal uiteindelijk overwinnen. Omdat God zal overwinnen.
Uit: Wie is de Klokkenmaker?
auteur : Leo de Vos
ISBN : 978-94-6089-067-3