Pastorie online - met Jan de Wit
Refoweb | Geen reacties | 03-03-2025| 12:26
Jan de Wit is voormalig docent Engels en godsdienst en tegenwoordig voltijds theologiestudent aan het Hersteld Hervormd Seminarie. Hij verdient de kost als pastoraal medewerker in de Hersteld Hervormde Gemeente van Oud-Beijerland en Hardinxveld-Giessendam.
Tot 2018 had Jan geen internet, een bewuste keuze die voortkwam uit het verlangen naar rust en structuur in zijn leven. Dit begon toen hij trouwde met zijn vrouw, die al zonder internet woonde en dat prettig vond. De Wit besloot dit ook te proberen en ontdekte dat het hielp om prikkels en afleiding te verminderen. Hij is nog steeds smartphoneloos en doet het dus zonder WhatsApp, hoewel dit in sommige gevallen ook onhandig kan zijn. Contact met jongeren in het pastoraat verloopt nu dus 'ouderwets' via sms of e-mail.
Op de vraag waar zijn bevlogenheid voor het evangelie vandaan komt, antwoordt Jan dat hij door het lezen van puriteinse schrijvers zoals William Guthrie en de Erskines tot geloofszekerheid is gekomen. Hij heeft altijd ervaren dat er veel tegenstrijdige boodschappen in de prediking klonken, wat hem in verwarring bracht. Het lezen van de puriteinen gaf hem helderheid.
De prediking kan volgens hem soms te abstract zijn, waardoor mensen niet begrijpen hoe ze tot Christus kunnen komen. Dit is een groot probleem, vooral onder jongeren. Hij wijst erop dat in sommige gezinnen en kerken de naam van Jezus nauwelijks wordt genoemd in gesprekken over geloof.
Jan de Wit is geschrokken van het gebrek aan geloofskennis onder jongeren. In gesprekken met reformatorische scholieren merkte hij dat ze moeite hadden om het evangelie concreet te verwoorden. Ze konden wel algemene termen noemen zoals zonde en bekering, maar de naam van Jezus kwam nauwelijks ter sprake.
Daarnaast leeft bij sommige jongeren de overtuiging dat geloofszekerheid onmogelijk is, tenzij men een droom of bijzondere ervaring krijgt. Jan benadrukt dat geloofszekerheid een kwestie is van vertrouwen op Christus en Zijn beloften. Geloven is ook praktisch handelen. Het 'omhelzen van Christus in Zijn drie ambten' (als profeet – om ons te onderwijzen, als priester – om onze zonden te verzoenen, als koning – om ons leven te regeren) kan je concreet bidden. Dit helpt niet alleen in het geloofsleven, maar maakt ook duidelijker wat het betekent om tot Jezus te komen. Als je dat oprecht bidt, waarom zou je dan niet zalig zijn?
In de eerste vraag die we behandelen ('Bang om onbekeerd te sterven'), lezen we de noodkreet van een 19-jarige vrouw over een angstige ervaring tijdens een onweersbui. Ze werd wakker van een harde donderslag en dacht dat de wereld zou vergaan. Sindsdien is ze bang voor onweer en voor de wederkomst van Christus, omdat ze God nog niet kent. Ze wil haar zonden en de wereld verlaten, maar voelt zich verstrikt in de verleidingen van de wereld. Ondanks haar pogingen om te bidden, de Bijbel te lezen en preken te luisteren, voelt ze zich niet oprecht en twijfelt of ze nog zalig kan worden. Ze is bang om te sterven en vraagt zich af hoe ze behouden kan worden.
Jan de Wit ziet dat ze hard aan het werk is om zichzelf voor God aanvaardbaar te maken, maar dat dit haar geen rust geeft en dat dit niet de juiste weg is. Ze moet erkennen dat ze zichzelf niet kan redden en dat alleen de toevlucht nemen tot Jezus de oplossing is. God biedt juist Zijn Zoon aan als de enige weg tot behoud. Jan adviseert haar de evangelieprediking te zoeken en Jezus' woorden persoonlijk tot haar te nemen. Alleen door haar verzet op te geven en tot Christus te gaan, zal ze ware rust en zekerheid vinden.
Een andere vraagsteller heeft een preek van McCheyne gelezen over de vrijsteden in het Oude Testament, die een schuilplaats waren voor mensen die per ongeluk iemand hadden gedood. Hij vraagt zich af: "Deze vrijsteden waren bedoeld voor onopzettelijke doodslagers, maar wij zijn allemaal opzettelijke zondaren. Toch mogen ook wij schuilen bij Christus, of niet?"
Jan prijst de luisteraar voor deze scherpe vraag en erkent dat McCheyne de stap naar de Verlosser misschien iets te snel maakt. Vrijsteden zijn een (beperkt) beeld van Christus. De vrijsteden waren inderdaad bedoeld voor mensen die onbedoeld een misdrijf pleegden, terwijl wij bewust zondigen. Toch is er een belangrijke lijn naar de Heere Jezus: Zijn verzoening gaat nog verder, want Hij biedt zelfs redding aan opzettelijke zondaren. De Wit wijst ook op de hogepriester, die een bijzondere rol had bij de vrijsteden: wanneer hij stierf, werden de vluchtelingen vrijgelaten. Dit wijst op Christus als de ultieme Hogepriester, die door Zijn dood echte vrijheid brengt. Hierdoor mogen ook wij, schuldige zondaren, onze toevlucht tot Hem nemen.
Een derde vraagsteller vertelt over een vriend die in een kerk zit waar nauwelijks het evangelie wordt verkondigd. Eerst had hij hier moeite mee en was hij opstandig, maar nu heeft hij zich erbij neergelegd met de gedachte: "Ik heb toch nergens recht op?" Is dit een geldig argument? Moet iemand zich dus maar neerleggen bij een wettische prediking?
Jan kan hier zich niet in vinden. Hij erkent dat niemand van nature recht heeft op het evangelie, maar benadrukt dat God er recht op heeft dat Zijn evangelie zuiver wordt verkondigd. Het is een ernstige zaak als het evangelie verduisterd wordt, want het is Gods boodschap aan zondaren. Hij wijst op de grote verantwoordelijkheid van predikanten om Christus duidelijk te verkondigen en verwijst naar het Oude Testament, waar de priester een even groot offer moest brengen voor zijn eigen zonden als voor het hele volk. Dit laat zien hoe zwaar het weglaten van het evangelie weegt.
Als iemand in zo’n situatie zit, raadt Jan aan om goede preken bij te luisteren en puriteinse boeken te lezen om het evangelie wél helder te horen. Hij benadrukt dat een gemeente die iemand bij Christus vandaan drijft, een serieus probleem is en dat men dan moet overwegen of blijven de juiste keuze is.