Reformatie anno nu
Nieuwsredactie | 2 reacties | 31-10-2023| 08:55
Vandaag is het hervormingsdag. We denken terug aan de 95 stellingen die Maarten Luther in het jaar 1517 publiceerde. Maar wat als we dat vandaag de dag zouden doen? Welke punten zouden we dan noteren? De hervormde dominee D.J. Budding dacht in eerste instantie dat hij met moeite een twintigtal stellingen zou kunnen bedenken, maar -zo is zijn conclusie- met gemak werden het er 95. En meer was ook mogelijk geweest. Dit is de Reformatie anno nu:
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
1.De Heere Jezus begon Zijn prediking met: “BEKEERT U EN GELOOFT HET EVANGELIE.”(Markus 1:15b) Ieder die dit hoort en leest moet Hem onmiddellijk, zonder uitstel, gehoorzamen.
2.Op grond van dit bevel moet alles in de kerk, in het ambtelijk en persoonlijk leven in overeenstemming gebracht worden met Zijn wil. Zonder uitstel en “ja maars”.
3.Ieder die dit bevel ongehoorzaam is, handhaaft zichzelf in verzet tegen God.
4.Elke “vrome” wens of de bewering, in dit verband, dat God het moet doen, verandert de genade van God in ongehoorzaamheid.
5.Het gebod van de liefde omvat alle geboden.
6.De wereld moet aan de kerk kunnen zien dat wij elkaar liefhebben. Dat is de enige taal die de wereld begrijpt.
7.Het gebod om één te zijn in liefde, is hoofdzaak. Wie dit gebod negeert, verliest ook de waarheid.
8.Jezus’ gebod verplicht ons eenheid te zoeken met allen die de verschijning van onze Heere Jezus hebben lief gekregen. Zonder uitstel. Nu!
9..In dit verband is het een gruwel in de ogen van Christus, dat wij de avondmaalstafel en/of de kansel voor elkaar sluiten, op grond van zogenaamde kerkelijke regels.
10.Die zegt, dat het probleem van kerkelijke verdeeldheid alleen door de Heere opgelost kan worden, en er niet alles aan doet wat hij kan, volhardt in zelfhandhaving, hoogmoed en ongehoorzaamheid.
11.Gods Naam en werk worden zo misbruikt, als een dekmantel, om te volharden in kerkelijke ongerechtigheid.
12.De duivel houdt erg van afscheiding. Hij blijft met hen die blijven en gaast met hen die gaan. De Heilige Geest wordt er door bedroefd. Hij werkt eenheid in liefde en waarheid.
13.De Heere Jezus was overal. In de tempel, in de synagoge, de schare, maar ook bij tollenaren en zondaren. Hij zegt: “VOLG MIJ!”.
14.De kerk is geen supermarkt waar je naar keuze kan kopen en weglopen. Het is de gemeente van Christus waar je hoort en trouw bent.
15.Het gebod van de Heere Jezus wordt schandelijk vergeten: “Bidt dan de Heere des oogstes dat Hij arbeiders uitstote…”
16.De aanpassing van de kerk aan de wereld, maakt de kerk overbodig.
17.De kerk heeft de roeping om in de wereld te schijnen als een licht in de duisternis. Daarom moet ze opvallen.
18.Er behoort van de Kerk een voortdurende waarschuwing uit te gaan en een heilig appel tot bekering van ons volk
19.Er behoort in de Kerk een voortdurende pijn te zijn en een heilige verontwaardiging over het feit, dat God zo onteerd wordt, zowel in de kerk als daarbuiten.
20.Zogenaamde “godsdienstvrijheid” is uitgevonden door de duivel. Hij wil dat ieder vrij is zijn eigen (af)god te dienen.
21.Gods Woord eist iedereen op voor de ene ware God, geopenbaard in Christus. Gods Wet begint met: “Gij zult geen andere goden voor Mijn Aangezicht hebben.”
22.Van de kamerleden van de SGP zou er tenminste één predikant moeten zijn, met een profetische roeping om ons volk bewogen en indringend terug te roepen tot God en Zijn woord.
23.De kerk is niet in de plaats gekomen van Israël. Zij behoort bij Israël. Ze is immers Israël ingelijfd.
24.Dit laat onverlet dat er nog beloften van God voor het Joodse volk openstaan, die spoedig vervuld zullen worden.
25.De sleutel voor het verstaan van de verhouding Kerk en Israël, is Christus.. Waar Christus is, is de Kerk. Waar hij niet is, is de synagoge van satan.
26.Wie leert dat er voor Israël een andere weg van behoud is, dan het geloof in Christus, is een antisemiet.
27.De ergste vorm van antisemitisme is het Joods volk het Evangelie onthouden.
28.De bekering van Israël is een zeker teken dat de wederkomst van de Heere Jezus nabij is.
29.Het verval van de kerk begint op de preekstoel
30.Wie niet echt door God geroepen is om het Evangelie te verkondigen, is een huurling.
31.Wie zelf niets kent van “de schrik des Heeren”, moet nooit een preekstoel beklimmen.
32.Iedere prediker die niet gedreven wordt door de liefde van Christus is een dief en een moordenaar. Zulke predikers moet men afbidden.
33. De “vrouw in het ambt” is een uitvinding van hem die Eva verleidde. Hij gebruikt nog dezelfde tactiek.
34.Wie de belofte van het Evangelie niet aan alle mensen verkondigt, met bevel van bekering en geloof, gaat dwars tegen Christus in.
35.Schriftuurlijk preken is altijd bevindelijk preken. Wie een geloof preekt zonder bevinding, preekt het geloof van een lijk. Hij heeft te vrezen dat hij het ook is.
36.Wie de bevinding maakt tot een grond van de zaligheid, is van het ware Fundament, Christus vervallen.
37.Een prediking waarin de bevinding niet regelrecht voortkomt uit de tekst in haar context en Bijbels verband, is noch Schriftuurlijk, noch bevindelijk, maar misleidend.
38.Een prediking die Bijbelse geschiedenissen projecteert in tevoren vaststaande bevindelijke schema’s, is fantasie, maar geen uitleg en toepassing van Gods Woord.
39.Een prediking waarin niet de Christus, maar de christen en zijn ervaringen centraal staan, moet gemeden en geweerd worden.
40.Een prediking waarin niet de verheerlijking van de drie-enige God het Doel is, maar Hij alleen een middel is, om ons gelukkig te maken, is fundamenteel vals.
41.Een kerkgebouw waar God niet wordt aangebeden in Geest en waarheid, kan geen Godshuis genoemd worden. Integendeel.
42.Het ongeloof is de baarmoeder van alle zonden.
43.Het ongeloof houdt God verdacht in al Zijn liefde trouw en macht.
44.In een kerk waarin het ongeloof niet als de grootste zonde wordt bestraft, maar meer als een lot wordt gepredikt, heeft de duivel de grootste schik.
45.Kerken vol met mensen die graag bekeerd willen worden en bijna lege avondmaalstafels. Hoe kan dat? Aan wie ligt dat?
46.Wie in de prediking de verkiezing op de voorgrond stelt, eindigt in een oneindig vreselijke verantwoordelijkheid.
47.Wie in de prediking de verantwoordelijkheid op de voorgrond stelt, eindigt in het vrije soevereine welbehagen van God. Heerlijk!
48.De neiging om kerkdiensten te bekorten, is een aanpassing aan de geest van de tijd.
49.Als kerkdiensten voor ons besef te lang duren is dat vaak een teken van geesteloosheid.
50.Dat kan zijn aan de kant van de prediker. Mannen “vol van de Heilige Geest” vervelen niet.
51.Dat kan zijn aan de kant van de hoorder. Een hart wat niet brandt van liefde tot God en Zijn Woord, vindt het al gauw te lang.
52.Veel kerkgangers gaan op talentenjacht. Wie komt er voor de Heere Jezus?
53.Veel kerkgangers komen alleen naar de kerk om “er wat aan te hebben”. Wie komt er om “er wat te brengen”?
54.Onze diensten zijn vaak saai, omdat de krachtige en voelbare bediening van de Heilige Geest ontbreekt in het Woord en de gebeden.
55.De prediking is vaak saai en schiet ernstig tekort, als de oneindige ernst van het eeuwig oordeel en verloren gaan, ontbreekt of marginaal ter sprake komt.
56.Onze diensten zijn vaak saai, als de oneindige heerlijkheid van het eeuwige leven niet wordt verkondigd of heel weinig.
57.Onze diensten zijn vaak te vrijblijvend omdat de mensen niet “bewogen worden tot het geloof.”
58.Onze diensten behoren een voorportaal van de hemel te zijn. “Dit is niet dan een huis Gods en een poort des hemels.”
59.Een echte opwekking begint met: “En zij werden doorstoken in het hart.”
60.De gedachte dat men “onbekeerd” of ongelovig kinderen kan laten dopen, komt niet uit de Bijbel, evenmin uit het doopformulier.
61.De gedachte dat men “ongelovig” belijdenis van het geloof kan afleggen is in absolute tegenspraak met het bevel van Christus: “Bekeert u en gelooft het Evangelie”.
62.De gedachte dat een ambtsdrager zich kan of mag onthouden van het Heilig Avondmaal, strijdt volledig met wat Schrift en belijdenis daarover leren.
63.Massale avondmaalgang behoeft geen teken te zijn van opgewekt geestelijk leven. Integendeel, het kan een signaal zijn van een oppervlakkige prediking en veel ingebeeld geloof.
64.Geringe avondmaalgang is altijd een teken van geestelijke armoede. Ieder die genodigd wordt en niet komt zegt immers: “Ik ken Hem niet.” Of: “ik weiger met zonden die mij verhinderen te breken.”
65.Het is ondenkbaar dat leden van de gemeente van Christus elkaar niet nauwelijks kennen.
66.Het is Bijbels gezien onmogelijk dat avondmaalgangers elkaar niet liefhebben en elkaars lasten niet dragen.
67.Het gezag van de Bijbel dient onaantastbaar te zijn in de kerk. De praktijk moet in overeenstemming gebracht worden met wat de belijdenis daarover leert.
68.Wie ontkent dat God de wereld in zes dagen heeft geschapen, gaat dwars tegen God in. Hij Zelf heeft het geschreven, zonder tussenkomst van mensen
69.Wie de schepping vanuit de evolutie wil verklaren dwaalt zeer.
70.De evolutietheorie ontkent feitelijk Gods almacht. De kerk dient deze leer krachtig te bestrijden.
71.Het dragen van een hoofddeksel van de vrouw in de eredienst is een zichtbaar teken van haar Bijbelse onderdanigheid. Het is daarom geen bijzaak.
72.Een christelijke gemeente behoort niet groter te zijn dan ongeveer honderd gezinnen. Anders is het bijna onmogelijk de Bijbelse roeping van liefde, eenheid en meeleven te vervullen.
73.Plaatselijke gemeenten dienen dan wegen te zoeken om ook de eenheid van de gemeenten in groter verband te behouden.
74.Het stichten van miljoenen euro’s verslindende kerkgebouwen en orgels verhindert de roeping van de gemeente om het Evangelie te verkondigen aan alle schepselen.
75.Als al het geld wat daaraan besteed is en wordt, besteed zou worden voor de verkondiging van het Evangelie onder zielen die “ten dode wankelen” zouden zich ongekende mogelijkheden voordoen.
76.Hoewel het Bijbels is, dat de arbeider zijn loon waardig is, dient een voorganger van een christelijke gemeente niet meer te ontvangen dan nodig is om rechtvaardig en matig te leven.
77.De levensbeschrijvingen van overleden voorgangers zijn vaak eenzijdig. Zij bevorderen niet zelden “heiligenverering.”
78.Het is onmogelijk om lid te zijn van de gemeente van Christus en niet vervolgd te worden. “Allen die godzalig willen leven zullen vervolgd worden.”
79.Het ontbreken van vervolging legt ernstige misstanden bloot in het leven van een christen.
80.Iedere christen moet vanuit de gezindheid van Christus bewogen zijn met zielen die verloren gaan.
81.Een bekend voorganger zei: “Ik ben gered om te redden.” Dat moet het levensprogram zijn van iedere christen.
82.De leegloop van kerken is voor een belangrijk deel te wijten aan het gebrek van een levend en bewogen getuigenis in Woord en daad.
83. De lauwheid van christenen is de belangrijkste oorzaak dat God de kandelaar van het Evangelie wegneemt.
84.Het ontbreken van een levend geloof in de gezinnen, werkt het verval van de kerk enorm in de hand.
85.Hebt uw vijanden lief!. Doet u het? Dat is het bewijs dat u een oprecht christen bent, anders niet.
86.Het huwelijk tussen één en man en één vrouw is een onveranderlijke instelling van God. Alles wat er tegen komt, dient de kerk krachtig te bestrijden. Want het ziet op Christus en Zijn gemeente.
87.Het is liefdeloos en onbarmhartig een verbintenis te “zegenen” van mensen van gelijk geslacht. Het is tegen de natuur en duidelijke uitspraken van de Bijbel.
88.Mensen die zich seksueel aangetrokken voelen tot mensen van gelijk geslacht, moet de weg gewezen worden die Jezus hen wijst: Kruis dragen, zichzelf verloochenen. Op die weg is vrede en vrijheid, wie je ook bent, en wat je ook gedaan hebt.
89.De kerk is geroepen mensen met lhbt-problemen te steunen, lief te hebben en te begeleiden op de smalle weg van de Bijbel..
90.Ook deze problemen zijn maar tijdelijk. In de hemel is niet meer man of vrouw ,maar zijn we als engelen in de hemel. Eeuwige lofprijzing en heerlijkheid!
91.Het door God geschapen leven is vanaf de conceptie heilig. Vanaf dat moment geldt Gods gebod: “Gij zult niet doden. “Daarover mag in de kerk geen twijfel bestaan.
92.Elke vorm van euthanasie dient de kerk krachtig af te wijzen.
93.Het verlangen naar de wederkomst van Christus is de thermometer van het geloof.
94.Wie nooit verlangt naar de komst van de Bruidegom, is de bruid niet.
95.God gebruikt zeer geringe middelen om grote zaken uit te richten. Een mooi voorbeeld is de landbouwer van Driebergen, Wulfert Floor.
“12. De duivel houdt erg van afscheiding. Hij blijft met hen die blijven en gaat met hen die gaan. De Heilige Geest wordt er door bedroefd. Hij werkt eenheid in liefde en waarheid”.
Deze zin kan niet kloppen.
Bij de afscheiding tijdens de grote hervorming in 1517 is de duivel idd in de roomse kerk gebleven. God Zelf is echter meegegaan met de afgescheidenen die terug keerden naar de zuivere leer!
Dat de duivel in de roomse kerk gebleven is blijkt wel heel duidelijk uit de verschrikkelijke vervolging die toen ontstond.
Zo ook de afscheiding van 1834 waar in een heel groot deel van de Hervormde kerk de geest der verlichting met remonstrantse gedachten de overhand kreeg in de kerk.
Ook toen vervolgde de duivel door en met zijn dienaren Gods volk die zich afgescheiden hadden van de kerk. (Gevangenisstraffen, hoge boetes, verbeurdverklaringen en inkwartiering van soldaten in godvrezende gezinnen).
Niet in ons hele land was die geest der verlichting de kerk binnen gekomen, maar daar heeft deze afscheiding ook geen plaats gehad.
De afscheidingen van 1517 en 1834 zijn de grootste zegeningen geweest die de Heere aan de kerk geschonken heeft.