Een evangelische refo!? (3)

Nieuwsredactie | Geen reacties | 20-08-2018| 14:12

In het blad Bewaar het Pand schreef ds. A.C. Uitslag onlangs een serie artikelen over 'Hoe de evangelische invloed de refo verandert'. Met toestemming van de Urker CGK-predikant plaatsen we de stukken de komende weken op Refoweb. Hieronder kun je deel 5 en 6 lezen:


(5)

Eén van de broeders had, zoals elk jaar gebruikelijk is, de JV bezocht. Een betrokken groep jongelui kwam om de twee weken samen onder leiding van een enthousiaste broeder. De jeugd kwam trouw. Het was die avond gegaan over de bekering. De discussie spitste zich toe op de vraag van wie de bekering uitging: van God of van de mens. De JV-leider probeerde vanuit Gods Woord duidelijk te maken, dat de waarachtige bekering een werk van God is. De jongelui gingen echter daarin niet met hem mee. Ze hielden vol, dat een mens zelf de eerste stap moest zetten. De kerkenraad begreep wel, dat het jeugdwerk nog veel aandacht nodig heeft.

Door de invloed van de evangelische beweging dreigt ook onder ons het gevaar van een remonstrants geluid in een reformatorisch jasje! De volle nadruk valt op de persoonlijke geloofskeuze van de mens, terwijl de aandacht voor het geloof als een gave van God naar de achtergrond verdwijnt. Jij moet Jezus aannemen. Jij moet je hart openstellen voor Hem. Het is de taal, die je ook hoort bij onder andere HeartCry, JijDaar of andere jongerenavonden! Vanuit een oprechte bewogenheid met jongeren worden deze avonden belegd. Er heerst een verlangen dat de jongeren mogen komen tot het geloof in de Heere Jezus. Het zorgt ook voor een warme en aanstekelijke sfeer. Na afloop ontmoeten de jongeren elkaar en spreken ze met elkaar de avond nog eens door. Enerzijds kan dat iets moois lijken, als jongeren samen komen rondom Gods Woord en met elkaar delen wat dit Woord met hen doet.

Maar anderzijds worden op deze avonden ook de noties gemist dat een mens van zichzelf niet wil komen en niet kan komen. Er is ook geen oog voor een beschroomde ziel, die het zichzelf niet kan en durft toe-eigenen. Bijna op bevel worden de jongeren gedwongen hun hart aan Jezus te geven. Er is ook geen begrip voor de worstelingen en de strijd die op dit punt gevoerd kunnen worden.

Ooit sprak ik een meisje, dat hier was geweest. Ze worstelde echt met zielenvragen. Ze wist, dat er in haar leven een wonder moest gebeuren. Ze had geleerd, dat ze deel moest krijgen aan Christus en Zijn gerechtigheid. Ze kon echter uit haarzelf niet tot Christus komen. Ze was met een vriendin meegegaan naar zo’n jongerenavond. Daar was ze in gesprek gekomen met één van de organisatoren. Ontdaan was ze thuisgekomen. Voor de prediking in haar eigen gemeente had die man geen goed woord over gehad. Alles was afgekraakt. Over haar schroom en schuchterheid werd heen gewalst. Ze moest gewoon geloven, wat er in de Bijbel staat. Als ze dat niet deed, moest ze het zelf maar weten met haar ongeloof. Verward en geknakt zat ze de volgende dag in haar eigen gemeente.

Je merkt, dat op zulke avonden de drang om te geloven iets dwangmatigs krijgt. Als jongere moet je stevig in je schoenen staan om niet meegezogen te worden. Als velen naar voren komen om hun hart aan Jezus te geven dan kan zo’n jongere maar snel het gevoel krijgen, dat hij ook maar naar voren moet komen. Er wordt immers naar je gekeken, als jij niet naar voren komt. Dan lijkt het net, alsof het jou allemaal niet interesseert. Dat wil je ook weer niet en daarom doe je maar mee, al voelt het misschien niet goed. Dikwijls blijken deze avonden echter de brug te vormen van de reformatorische wereld naar het evangelische gedachtengoed.

Vele jongeren komen er en nemen het gehoorde mee naar hun eigen gemeente. De nadruk op ervaring en gevoel is bovendien erg groot. Het geloof moet vooral worden beleefd en ervaren. Dat willen ze ook in de eigen gemeente. Het leidt dan tot een pleidooi om tijdens een belijdenisdienst door de jongeren zelf een getuigenis te laten afleggen, samen te zingen, geknield te liggen en de handen opgelegd te krijgen. Hierin wordt een ontwikkeling waargenomen, waarin de mens met zijn ervaringen en gevoelens steeds centraler komt te staan. Een ontwikkeling, waar we voorzichtig mee moeten zijn en die niet gevoed mag worden. Laten we wat dat betreft in de prediking ook voorzichtig zijn met het inspelen op emoties en gevoelens. Het hart zit dieper dan het gevoel! Het gevoel is snel geraakt, maar het hart moet veranderd worden!

Het is helaas dikwijls ook de praktijk gebleken, dat als een volgende stap gekozen wordt voor de geloofsdoop, waarin hun persoonlijke geloofskeuze wordt bevestigd. Alhoewel het niet de opzet zal zijn van deze jongerenavonden blijken ze wel vaak de aanzet te zijn, waardoor men zich gaat afzetten tegen de eigen gemeente en prediking. Wat dat betreft zou het geen kwaad kunnen, als ook voor de eigen kring jongerenavonden worden belegd. Avonden, waar ze met een gerust hart kunnen komen en die niet in strijd zijn met hetgeen ze zondags horen in de kerk. Avonden, waarin ook het voorrecht en de waarde van de kinderdoop wordt uitgelegd. Want de geloofsdoop blijft velen bezighouden en aantrekken.

 

(6)

Hun kind was vijf maanden. Ze hadden nog niet gedoopt. Het bleek, dat ze moeite hadden met de kinderdoop. Ze wilden graag lid blijven van de gemeente, maar het ging tegen hun geweten in om hun meisje te laten dopen. Door bestudering van Gods Woord waren ze tot de conclusie gekomen, dat de kinderdoop niet Bijbels is. Alleen wie zelf tot geloof is gekomen mag zich laten dopen, zo stelden ze. Ze vroegen om begrip...

In één artikel uitputtend ingaan op verschillen rond kinderdoop en geloofsdoop is onmogelijk. Deze materie vraagt een uitgebreidere studie, welke u kunt vinden in de boeken van ds. A. Baars en ds. G.R. Procee. Toch zal er iets over gezegd moeten worden. Meer dan iets zal het niet zijn.
Allereerst de nuance dat een andere doopsvisie ons niet per definitie plaatst buiten Gods Koninkrijk. Via bijvoorbeeld de Balkanzending onderhouden wij ook warme contacten met gemeenten, waar de geloofsdoop wordt gepraktiseerd. Voor refo-baptisten daarentegen is een andere doopvisie wel zo zwaarwegend, dat ze niet blijven in een gemeente, waar geen ruimte is voor de geloofsdoop. Voor hen is de doopvisie zo belangrijk, dat dit een scheuring in de gemeente van Christus rechtvaardigt. Dat is nogal wat!

Ze verwijzen ernaar, dat Jezus als volwassene is gedoopt. Binnen het Jodendom kende men echter “een mikveh”. Dat is een reinigingsritueel, waarin iemand ondergedompeld werd om daarna rein uit het water omhoog te komen. Er waren diverse situaties, waarin “een mikveh” gebruikelijk was. Zo moest men bijvoorbeeld ondergedompeld worden in een ritueel bad om gereinigd de tempel in te mogen. Rond de tempelberg zijn bij opgravingen vele mikvaot gevonden. Elke keer als pelgrims naar de tempel gingen, werden ze hierin ondergedompeld. In het Grieks werd hiervoor het woord “baptisma” gebruikt. Het dopen door Johannes de Doper in de Jordaan paste dus binnen de Joodse traditie, waarin reinigingsrituelen gewoon waren. Elke jood onderging meerdere keren in zijn leven zo’n “mikveh”.

We mogen de doop van Johannes niet verwarren met de christelijke doop. Johannes heeft niet gedoopt in de naam van de drie-enige God. De doop in de christelijke gemeente vindt zijn grond in het doopbevel uit Matthéüs 28: 19, welke door Jezus is gegeven na Zijn opstanding. Hiermee kreeg een bekend reinigingsritueel een veel diepere en bredere invulling. Het feit, dat Jezus door Johannes als volwassene is gedoopt is dus geen argument voor de geloofsdoop.

De eerste “christelijke” doop vond plaats op de eerste Pinksterdag (Hand. 2: 37-41). Daarna komen we steeds tegen, dat volwassenen die tot geloof zijn gekomen worden gedoopt. We vinden geen teksten, waarin expliciet staat dat zuigelingen werden gedoopt. De refo-baptisten lijken dus sterk te staan, als ze zeggen dat geloofsdoop de Bijbelse doop is?

Nee! We mogen namelijk niet vergeten, dat in de tijd van het Nieuwe Testament de kerk zendingskerk is. Wie tot het christelijk geloof kwam, werd gedoopt. Dat kennen wij ook! Als volwassenen buiten de kerk tot geloof komen, worden zij gedoopt. Daarvoor hebben we het formulier voor de volwassendoop.

De vraag is, wat te doen met hen die uit christelijke ouders worden geboren. Die vraag speelde niet toen de Bijbel werd geschreven! Want nergens vind je een tekst, die leert dat kinderen uit christelijke ouders pas gedoopt mogen worden als ze later zelf tot geloof zijn gekomen. De refo-baptisten hebben dan ook geen enkele Bijbelse grond voor hun dooppraktijk. Nergens kom je in het Nieuwe Testament één voorbeeld tegen, waarbij de dopeling al van jongs af aan bekend was met het christelijk geloof, maar pas op latere leeftijd zich liet dopen.

We moeten de rode draad in het oog houden. De uitstorting van de Heilige Geest markeert de vernieuwing van het verbond, wat is gegrond op het volbrachte werk van Christus. De stroom van de genade is dieper en de bedding van het verbond is breder geworden. Het resultaat is de doop van drieduizend mensen (Hand. 2: 41). Het vraagt om een nieuw verbondsteken: de doop als de vervulling van de besnijdenis.

De nieuwtestamentische kerk bouwde voort op het patroon van de oudtestamentische kerk. Daar hoorden de kinderen bij! De joodse jongetjes ontvingen het verbondsteken. Het zou een (schokkende) wending zijn, als dit in de nieuwtestamentische kerk anders zou liggen. Dan was dat zeker expliciet vermeld. We lezen wel, dat niet alleen degenen die tot geloof komen werden gedoopt, maar ook hun huis (o.a. 1 Kor. 1: 16, Hand. 16). Dit sluit aan bij het Oude Testament, waar niet alleen de gelovige Abraham werd besneden, maar ook alle mannelijke huisgenoten (Gen. 17: 23-27). Bovendien is de Bijbel vreemd aan het individualistische denken van vandaag. Het was ondenkbaar, dat de eerste christenen zich als losse individuen zonder hun gezin hebben laten dopen.

Bij de geloofsdoop is trouwens een persoonlijk geloofsgetuigenis van de dopeling voorwaarde om gedoopt te mogen worden. Maar als dat de grond is van je doop dan heb je er niets aan als je in een geloofscrisis belandt. De doop bekrachtigt echter niet het geloof, maar het verbond. In de doop wordt als het ware een dikke streep gezet onder de waarachtigheid van Gods beloften, die in Jezus Christus vast en zeker zijn. Dat geeft een pleitgrond. Niet als rechthebbende, maar als een rechteloze in zichzelf. Wat wij missen en onszelf niet kunnen geven is God bereid te geven. Wij mogen ons deze rijke troost van de kinderdoop niet laten ontnemen.

Dit alleen zijn al genoeg argumenten voor de kinderdoop.

Nieuwsredactie op 20-08-2018, 14:12
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Meer nieuws

Uw goede Geest - ds. D.W. Tuinier

In 25 hoofdstukjes gaat ds. Tuinier, tevens panellid van Refowebs vragenrubriek, in zijn nieuwste boek in op de facetten van de Heilige Geest, de Derde Persoon in het Goddelijk wezen. "Uw goede Geest"...
1 reactie
13-08-2018

Een evangelische refo!? (2)

In het blad Bewaar het Pand schreef ds. A.C. Uitslag onlangs een serie artikelen over 'Hoe de evangelische invloed de refo verandert'. Met toestemming van de Urker CGK-predikant plaatsen we de stukken...
Geen reacties
23-07-2018

Een evangelische refo!?

In het blad Bewaar het Pand schreef ds. A.C. Uitslag onlangs een serie artikelen over 'Hoe de evangelische invloed de refo verandert'. Met toestemming van de Urker CGK-predikant plaatsen we de stukken...
Geen reacties
10-07-2018
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering