Een evangelische refo!?
Nieuwsredactie | Geen reacties | 10-07-2018| 16:45
In het blad Bewaar het Pand schreef ds. A.C. Uitslag onlangs een serie artikelen over 'Hoe de evangelische invloed de refo verandert'. Met toestemming van de Urker CGK-predikant plaatsen we de stukken de komende weken op Refoweb. Hieronder kun je deel 1 en 2 lezen:
(1)
Bedroefd kijken de broeders elkaar aan. Opnieuw staat er een verzoek om uitschrijving op de agenda. Opnieuw is er een gezin, dat vertrekt. Het was nog een positief gezin ook. Ze deden goed mee en kwamen trouw in de kerk. De kinderen waren altijd op de catechisatie. De ouderlingen hadden er altijd fijne huisbezoeken afgelegd. De oudste had nog maar een jaar geleden belijdenis gedaan. Nu gingen ze weg. Ze waren tot andere inzichten gekomen…. Een gesprek met de kerkenraad werd niet meer op prijs gesteld. Vader en moeder zouden zich aanstaande zondag al laten overdopen. De voorzitter van de kerkenraad slaakte een verzuchting: “Het is alweer de zoveelste in korte tijd. Het lijkt wel een hype. Wat is er aan de hand?”
Binnen de reformatorische kerken vormt de Bijbel als het onfeilbare en gezaghebbende Woord van God de basis. Ook worden de Drie Formulieren van Enigheid aanvaard als waardevolle en betrouwbare bronnen, waarin de Bijbel wordt weergegeven en wordt samengevat. Als reformatorische kerken staan we voor en achter deze belijdenisgeschriften: de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. We onderschrijven deze! Het is niet voor niets, dat ambtsdragers er hun handtekening onder zetten nadat ze in het ambt zijn bevestigd. Hier ligt juist ook een deel van onze moeiten met de PKN en de Nederlandse Gereformeerde Kerken, waar een lossere omgang met de belijdenisgeschriften geen probleem lijkt te zijn.
Waar de gereformeerde gezindte pal staat achter de belijdenisgeschriften worden deze binnen de evangelische beweging juist onnodig geacht. De belijdenisgeschriften zouden een eerlijke en onbevangen uitleg van de Bijbel in de weg staan. Deze menselijke geschriften zouden het Woord van God tekort doen!
Juist die evangelische stroming zien we in Nederland groeien. Hun aantal neemt toe. De kerken krijgen ermee te maken. Al enkele decennia geleden heeft de Bethelgemeente in Drachten de gevestigde kerken in Friesland “leeggezogen”. Momenteel vindt er een “herverkaveling” plaats in de Biblebelt. Alleen al op Urk zijn de afgelopen tien jaar enkele honderden leden uit de gevestigde kerken vertrokken naar een evangelische gemeente. Nieuwe gemeente rijzen als paddenstoelen uit de grond: de refo-baptisten, de vergadering der gelovigen, het Leger des heils. Urk staat daarin ook niet alleen. Zo zijn “De Doorbrekers” neergestreken in Barneveld, Alblasserdam, Zeeland en Amersfoort. In Veenendaal groeit Mozaiek0318 enorm.
We kunnen ons hoofd hiervoor niet in het zand steken. Het is de realiteit, dat de evangelische beweging een bepaalde aantrekkingskracht heeft op onze jongeren en jongvolwassenen. Het evangelische denken is in opkomst. Kerkelijk gezien is de scheiding tussen evangelische en reformatorische christenen er nog steeds. Wie zich heeft laten overdopen kan geen lid meer blijven van een Christelijke Gereformeerde Kerk. Aan de andere kant is het overdopen noodzakelijk om volwaardig lid te zijn van menig evangelische gemeente. Toch dringt het evangelisch geluid de gereformeerde gezindte wel naar binnen. Ook in ons eigen kerkverband zijn er gemeenten, die qua invulling van de eredienst veel overeenkomsten vertonen met een evangelische gemeente. Op papier zijn ze nog reformatorisch. De praktijk is echter evangelisch. Het is vaak alleen de kinderdoop nog, dat het verschil uitmaakt met een evangelische gemeente. En zelfs dit begint hier en daar onder druk te staan.
Het evangelische geluid dringt dus wel degelijk onze kerken naar binnen. Dat kan niet worden tegengehouden. Juist ook omdat het evangelische denken in de lucht hangt. We ademen het in: door evangelische literatuur, evangelische muziek, evangelische contacten. Dat doet ook wat met ons. Het zet aan het denken. Het beïnvloedt. Het geeft roering en beweging binnen de gereformeerde gezindte. De één vreest voor assimilatie, terwijl een ander vurig hoopt op toenadering. De één ziet kansen. Een ander vooral bedreigingen. Nuchterheid is in elk geval gewenst.
Het roept wel een aantal vragen op:
1. Hoe reformatorisch zijn we nog binnen onze Christelijke Gereformeerde Kerken?
2. Hoe evangelisch wordt het binnen onze Christelijke Gereformeerde Kerken?
Oftewel: is de evangelisering van de refo nu winst of verlies?
In een aantal bijdragen wil ik op deze vraag ingaan.
Het is daarbij ook goed om kritisch naar onszelf te kijken. Vroeger zei men het al: “Sekten zijn de onbetaalde rekening van de kerk”. De opkomst van het evangelische gedachtengoed noopt tot zelfonderzoek. Op één of andere wijze wordt er in onze prediking, onze leer en onze kerken iets gemist, wat ze wel lijken te vinden in de evangelische gemeenten. We moeten maar niet te snel zeggen, dat dit vijandschap tegen de waarheid is. In hun kritiek zou gerust een kern van waarheid – beter gezegd: een leerpunt – kunnen zitten.
Tegelijk hoeven we ook niet deemoedig in een hoekje weg te kruipen, alsof we ons zouden moeten schamen voor de gereformeerde leer. Integendeel! Het is juist de opkomst van de evangelische beweging, die ons des te meer mag aansporen om de aloude schatten van de gereformeerde leer op te delven en in pasklare munt uit te betalen aan onze jongeren. Want met onze gereformeerde belijdenis hebben we zogezegd “goud in handen”. Iets, wat de evangelische beweging ook mist. Onze Belijdenisgeschriften zijn namelijk veel meer dan menselijke, kerkelijke geschriften. Ze zijn voluit gebaseerd op de Schrift. Het tilt ons bovendien uit boven de oppervlakkige tijdsgeest en boven het feit, dat we allemaal kinderen van de tijd zijn. We hoeven vandaag niet het wiel uit te vinden. We mogen kerk zijn in verbondenheid met ons voorgeslacht.
Zelfbewust kunnen we daarom de confrontatie met het evangelische gedachtengoed aangaan.
(2)
Het gaf discussie. Normaal gesproken was de invulling voor de sluitingsavond van het catechisatieseizoen een hamerstuk. Dit keer hadden ze een spreker willen uitnodigen, die voor de jeugd de gevaren van de evangelische beweging zou belichten. Dat riep echter felle bezwaren op bij sommigen. Ze vonden het tijd worden om die oude strijdbijl te begraven. De opmars van de islam en de toenemende secularisering van Nederland waren veel grotere gevaren. Ze waren het niet eens geworden. Uiteindelijk hadden ze besloten een voorlichter van een zendingsorganisatie uit te nodigen.
Vanouds ligt er een scheiding tussen reformatorische en evangelische christenen. Het is de vraag of deze tegenstelling niet achterhaald is geworden? Vooral jongeren, maar ook dertigers hebben namelijk weinig meer met het maken van deze tegenstelling. Zij zien nieuwe fronten liggen. Vroeger lagen de fronten, waartegen gestreden moest worden helder:
- de verhouding Schrift-belijdenis
- de kinderdoop versus de geloofsdoop
- de nadruk op de zuivere leer
- de soberheid van de eredienst met alleenrecht van de Psalmen
De wereld is echter in snel tempo verandert. Niet in het minst door de opmars van de moderne media. Hierdoor kunnen informatie en ervaringen voortdurend worden uitgewisseld. De wereld is een dorp geworden. We zijn ook mobieler geworden. Reizen naar verre landen en andere culturen zijn mogelijk geworden voor jong en oud. Uitwisselingprogramma’s met buitenlandse scholen zijn binnen het reformatorisch onderwijs gewoon geworden. Het wordt gestimuleerd om de blik te verbreden. Velen gaan op vakantie naar het buitenland en bezoeken er lokale kerkdiensten.
Al jong wordt daardoor kennisgemaakt met andere belevings- en uitvormingsvormen van het christelijke geloof. Een kerkdienst in Afrika kent een andere invulling dan op de Veluwe. En zelfs in “onze eigen kerken” in Canada en Noord-Amerika zingen ze Psalters, die niet exact hetzelfde zijn als onze Psalmen. Wie over de grenzen kijkt, leert, dat het in de wereldwijde kerk niet overal gaat, zoals wij gewend zijn.
Bovendien is de Wikipedia-generatie steeds op zoek naar bronnen, die helpen om richting te vinden in de veelheid van levensstijlen en wereldvisies. Oude wegen worden niet zonder slag of stoot bewandeld. Oude antwoorden worden niet klakkeloos aanvaard. Dat geldt op elk levensterrein. Tegenwoordig geldt: wat heb ik eraan? Wat kan ik ermee? Waar heb ik het voor nodig? Kortom: iets moet goed werken en goed voelen. Als dat zo is, is het van waarde. Als dat niet zo is, heeft het geen waarde.
Men zit niet meer vast aan hun gemeente of aan een kerkverband. Ze zoeken wat bij hen past en waar ze zich thuis bij voelen. Dat kan per levensfase verschillen, waardoor er een vorm van “kerkhoppen” ontstaat. Ze begrijpen het niet, als in de kerk gewaarschuwd wordt voor evangelische invloeden. Dat roept alleen maar ergernis op.
Ook heeft de secularisatie een enorme impact. De ontkerkelijking heeft diepe sporen getrokken in onze samenleving. De plaats van Gods Woord is geminimaliseerd. Mede daardoor is de heersende ethiek niet te vergelijken met dertig jaar geleden. Niets staat meer vast. Alles wordt in bespreking gegeven en van een vraagteken voorzien. Daarmee worden we dagelijks geconfronteerd. Denk aan de discussie over de schepping of over genderneutraliteit. Het leidt tot hele andere vragen:
1. Hoe kan ik in de weerbarstige praktijk van alle dag als christen leven?
2. Hoe kan ik op mijn werk, in mijn buurt, binnen de familie missionair bezig zijn?
Niet alleen de ontkerkelijking neemt toe. Dat geldt ook voor de islamisering. Het aantal christenen in West-Europa daalt razendsnel. Statistisch gezien breekt binnenkort het moment aan, dat er in delen van West-Europa meer moslims leven dan christenen. De verwachting leeft dat binnen 25 jaar een derde van de Nederlanders moslim is.
Wie dit op zich laat inwerken komt tot de conclusie, dat de wereld van vandaag er totaal anders uit is gaan zien. Het lijkt dan, dat de strijd in deze veranderende samenleving niet allereerst is tegen medechristenen: Rooms-Katholiek of Evangelisch. De strijd zou veeleer en veelmeer liggen tegen het liberalisme en het hedonisme enerzijds en de islam anderzijds.
De tijd van theologische scherpslijperij is volgens velen voorbij. Gezien de nood van deze wereld en de problematiek van vandaag zou het beschamend zijn om die tegenstelling tussen reformatorisch en evangelisch te blijven benadrukken. Hebben we als christenen in onze ontkerstenende samenleving niet vooral de liefde van Christus te tonen in plaats van de onderlinge verschillen te benadrukken? Je mag toch al blij zijn, als bij jou in de straat nog mensen wonen voor wie Gods Woord ook de leidraad in hun leven is?
De ontzuiling heeft inderdaad duidelijk zijn sporen getrokken. Dat betekent echter nog niet, dat daarmee de verschillen tussen reformatorische en evangelische christenen ineens zijn verdwenen. Al kan het zijn, dat de huidige tijd ook andere vragen met zich meebrengt toch blijft het noodzakelijk om de gevaren van de evangelische beweging te blijven benoemen. De zaligheid is ermee in het geding! Want het maakt nogal wat uit of de mens zelf in staat zou zijn om te kiezen voor Jezus of dat wordt beleden dat God in Christus zondaren verkiest ten eeuwigen leven. De evangelische leer is beslist niet onschuldig!
De volgende keer eerst maar eens zien, wat de oorzaak is van de opmars van het evangelische denken ….