"De kerk is niet voor kinderen..."
Nieuwsredactie | 6 reacties | 05-09-2017| 08:12
Nadat Refoweb in 2015 enkele thema-avonden organiseerde met het evangelistenechtpaar Van Dooijeweert, bleek de vraag om herhaling daarvan zo groot dat Jan en Nellie van Dooijeweert besloten om deze avonden door het hele land te houden. De organisatie daarvan ligt in handen van lokale vrijwillers. Tussen de bedrijven door schreef de evangelist ook nog een blog op zijn Facebook over de ruzie in de Ger. Gem. van Kruiningen. Honderden veelal instemmende reacties waren het gevolg. Tijd voor een gesprek met de betrokken en bevlogen zendeling.
U bent vorig jaar gestart met thema-avonden op tal van plaatsen in het land. Hoeveel zijn er nu geweest en hoe is de belangstelling?
Er zijn nu acht avonden geweest. De belangstelling was goed. Het probleem deed zich voor dat het soms niet goed voorbereid was. Er was ook een heel kleine avond bij met 22 mensen, maar dat was toch een bijzonder goede avond. De belangstelling is vanaf het begin groot geweest, maar mensen pakken het niet zo gemakkelijk op om zelf iets te organiseren.
Volgen er nog meer en hoe lang denkt u door te gaan?
Voor het komende winterseizoen zijn al weer verschillende avonden besproken. Maar ik heb nog avonden beschikbaar. Hoe lang ik denk door te gaan? Zolang de Heere me de kracht er voor geeft. Ik wil graag dienstbaar zijn in eigen land. Peru moeten we afbouwen omdat het steeds moeilijker voor ons wordt om door dat immens grote land rond te zwerven. We zijn blij met de bediening die de Heere ons nu hier geeft.
Is er een thema dat steeds terugkeert, oftewel: wat zijn de belangrijkste worstelingen van de bezoekers?
Terugkerende thema’s zijn vooral de vragen over Gods weg in de bekering. Overal heeft men eigen ideeën over deze weg. Maar de Bijbel is daar eensluidend in. Ook de opvoeding van kinderen komt vaak naar voren. Een trits waar we in de komende winter extra aandacht aan willen geven is “rechtvaardiging-heiliging-verheerlijking”. Over deze waarheden zijn heel veel misverstanden in de omloop. De Bijbel is er heel duidelijk in. We gaan daar graag op in.
De avonden worden meestal georganiseerd door vrijwilligers. Hoe wordt daar op gereageerd vanuit de plaatselijke kerken? Is er ook tegenwerking? Zo ja, welke argumenten worden dan gehanteerd?
Dit vind ik een heel pijnlijke vraag. We hebben een enkele keer meegemaakt dat er een dominee aanwezig was (zelfs een keer twee!). Dat geeft vreugde. We hebben ook meegemaakt dat een dominee het nodig vond om een heel negatief stukje over deze avond te schrijven. Jammer was dat er dan ook nog zoveel leugens in stonden. Er was niet de moeite genomen om eerst even te informeren. Maar dat is een typisch beeld van het leven in onze kerken. Argumenten die gehanteerd worden zijn er maar een paar. Het meest bijzondere argument hoorde ik Zeeland: "Deze avonden mogen niet gehouden worden, want jullie slaan de Bijbel open zonder dat er iemand van de kerkenraad bij is." Maar er was geen behoefte om iemand te sturen. Maar ik heb geen plan om hierdoor het werk te stoppen. Jammer is dat de mensen bang worden van zulke gebeurtenissen.
De lezing die van Dooijeweert eind 2015 hield bij Refoweb
De kerkelijke verdeeldheid in reformatorisch Nederland is groot. Is dat ook merkbaar op de avonden?
Nee, die is niet merkbaar, juist het tegenovergestelde gebeurt. Er is altijd een hechte eenheid, een geestelijke verbondenheid. Ik probeer daar zelf ook aan te werken. Ik heb de kerkmuren gesloopt en alleen krijtstreepjes laten staan. Daardoor kan iedereen op deze avonden aanwezig zijn. Het bijzondere vind ik dat we een probleem dat binnen de ene kerk speelt en binnen de andere niet, gewoon kunnen bespreken en opzoeken in de Bijbel zonder dat er twistgesprekken ontstaan. Eigenlijk heeft iedereen hetzelfde doel; de Heere leren kennen of beter leren kennen.
De ruzie binnen de Ger. Gem. van Kruiningen was onlangs zelfs landelijk nieuws. U schreef daar op Facebook een artikel over. Kunt u iets zeggen over de inhoud daarvan en het beoogde doel?
De inhoud is te lezen op Facebook, dus daar hoef ik verder niet op in te gaan. Ik heb dit geschreven niet als partij en wel als partij. Het gebeurt niet in mijn gemeente, maar wel in mijn kerk! Als we zulke dingen gaan doen in de gemeente des Heeren dan gaan we de toorn van de Heere oproepen. En bovendien Kruiningen is niet het enige dat afspeelt. Er is de laatste paar jaar zo heel veel gebeurd. Dat doet pijn en geeft verdriet. En het ergst is wat gebeurt met onze jongeren. Zij raken alle gevoel voor ontzag kwijt. Ze lopen weg als ze de kans krijgen. Ze zijn thuis zeer dwars, willen niet meer naar de kerk. Een jongen van 17 zei: “Ruzie en elkaar dwars zitten kan ik thuis wel leren. Daar heb ik de kerk niet voor nodig." Door al die dingen die gebeuren in de kerk wordt alles zo onwaarachtig. Een man zei verontwaardigd: "Moet ik naar een dominee gaan zitten luisteren die in rechtszaken zit met een gemeentelid?"
Het Facebookbericht over Kruiningen
Hoe is daar tijdens de thema-avonden op gereageerd?
Op onze avonden worden deze dingen gemeden, maar als er vragen over zijn proberen we een antwoord te vinden in Gods Woord. De jongeren zijn in drie groepen verdeeld: de eerste groep zijn mensen die het niet interesseert. Zij leven gewoon hun eigen leven. De tweede groep zijn de jongeren die nog harder gaan schoppen en zich nog minder gelegen laten liggen aan de kerk en de Bijbel, maar die onder de druk en dwang van thuis nog in de kerk zitten. De derde groep zijn de jongeren die het helemaal niet kunnen begrijpen. Ze zeggen vaak tegen me: "Maar het gaat toch maar om één ding: Jezus kennen als je Verlosser?" Deze groep komt naar onze avonden. Deze jongeren zijn gemotiveerd en de kerken spelen vaak met vuur in het omgaan met deze jongeren. Hun stem telt nergens in mee. Ze worden "dwars" genoemd en gezien omdat ze niet zonder meer aannemen wat tegen hen gezegd word. Maar zij kunnen dat niet. Ze staan in de storm, in de orkanen en tyfoons en vaak laat hun predikant hen staan. Iemand die aanklopte met een vraag, kreeg als directe antwoord: "Als je het niet eens bent met de preek kun je je attestatie komen ophalen." Gelukkig is dit niet de algemene gang van zaken. Maar we moeten oppassen dat we onze jeugd niet verspelen.
Horatius Bonar, vriend van McCheyne, merkte in zijn tijd op dat het vuur veelal uit de prediking was verdwenen, evenals de klem van geloof en bekering. Hij spreekt over een rechtzinnige, maar lauwe bediening. “Flauwe preken wiegen arme zielen in slaap.” Is dat niet het grote probleem in onze gezindte van links tot rechts? En zo ja, wat is daar tegen te doen?
Ik ben het helemaal met Bonar eens, al is hij de Bijbel niet. Maar weet je, elke tijd heeft zijn eigen problemen. Bonar had geen mobieltjes en al dat gesnorrel in zijn kerk. Onze tijd is de eindtijd waarin de satan als een briesende leeuw de jongeren in zijn greep heeft. Onze jongeren staan heftig onder druk van buiten. Ze worden uitgelachen, bespot om hun kleding, belachelijk gemaakt om hun kerkgang, enzovoort, enzovoort... Is het een wonder dat ze in de kerk graag iets horen. Niet elke week hetzelfde verhaal. Maar gericht op de tijd van vandaag. Geen theologie, geen aanmerkingen op andere kerken, geen eindeloos uitweiden op zijpaden naast de tekst, geen urenlange betogen over wie er wel en wie er niet aan het Heilig Avondmaal mag. Ze hebben behoefte aan een duidelijke, Bijbelse preek. Een appellerende preek. Een preek waarin ze zichzelf tegenkomen. Een preek die eens van geijkte paadje af gaat. Een meisje van 11 jaar huilde: "De kerk is niet voor ons, is niet voor kinderen, alleen voor grote mensen." Het is niet de bedoeling dat de gemeente steeds aangesproken wordt als een onbekeerde massa waarin misschien een paar van Gods kinderen zitten. De gemeente is de gemeente van Christus... Die misschien slaapt en waarin nog velen onbekeerd zijn, maar de prediker heeft de taak om hen wakker te schudden. Op Jezus te wijzen. De zonden met name te noemen. Vragen als bijvoorbeeld: "Misschien is hier nog een kind van God dat naar de Heere verlangt." Alle kinderen van God verlangen naar de Heere en willen Hem dienen met heel hun hart.
Jonge mensen mogen (moeten) aangesproken worden op hun zonden, traagheid, niet mee zingen, ongeïnteresseerdheid, hun slechte aandacht in de kerk, hun wereldsgezindheid, enzovoort. Maar ze mogen (moeten) ook opgezocht worden in de preek. De prediker moet hun hart opzoeken. En tot hun hart spreken. Het probleem waar hij of zij doordeweeks tegenaan loopt komt in de prediking ter sprake. Niet verwijtend maar begrijpend en helpend. Ik herinner me dat een jong meisje elke week werd aan gesproken door de Cristocentrische prediking van de dominee. De dingen die ze tegenkwam door de week -onbegrip, pijn, haar zoeken naar de Heere- kwamen naar voren in de preek. Er was eens een vriendin waar ze soms haar problemen mee besprak aanwezig bij een van die diensten. Dat meisje vroeg: "Heb je soms met je dominee gesproken?" "Nee", zei ze, "maar het is altijd net of hij weet waar ik mee zit."
Moet een predikant die geen of weinig vrucht ziet op zijn prediking, zichzelf niet eerst eerlijk tegen het licht houden alvorens de oorzaak te zoeken bij zijn gemeente?
Dat is natuurlijk vragen naar de bekende weg. Een vraag waar het antwoord al in verstopt ligt. Maar het is wel waar. Wij hebben in de bijna 45 jaar werken in Gods Koninkrijk maar al te duidelijk gezien dat predikers wel erg gemakkelijk de schuld bij de gemeente leggen. Onze vroegere en helaas veel te jong overleden collega evangelist Segers en ik hadden heel veel contact. We overlegden vaak over de preek etc. We hadden een heel helder standpunt: "Wij kunnen geen mensen bekeren, maar we moeten werken alsof het wel moeten doen." Natuurlijk is er ook veel schuld bij de gemeente. Een heel groot deel gaat zitten wachten tot er amen gezegd wordt en dan kunnen we naar de koffie. Als je dan vraagt naar de preek is het antwoord heel vaak: "Ja, was een goeie preek . Hij heeft het mooi gezegd. Dat kunnen we mee naar huis nemen. Daar kun je de week mee in." Je kent ongetwijfeld die uitdrukkingen ook wel. Maar als ik dan verder vraag: "Wat heeft jou speciaal aangesproken?" Dan is het antwoord heel vaag: "Ja, eigenlijk de hele preek. De manier waarop hij het zei." Deze mensen kunnen allen wakker worden als de preek hen opzoekt. De prediker moet doordeweeks tussen zijn gemeenteleden zijn. Hij moet luisteren. ’s Zondags is zijn praat-dag. Maandag tot en met zaterdag zijn de luisterdagen. Luisteren naar de Heere God en luisteren naar zijn gemeente. Een prediker moet zich realiseren dat hij boodschapper is van God in Gods gemeente. De boodschap die God heeft voor Zijn gemeente moet de prediker doorgeven. Hij hoort niet in allerlei bewegingen, stichtingen en organisaties, maar tussen de mensen. Net als de Heere Jezus deed.
Bonar zegt dat het enige doel van een predikant moet zijn, het winnen van zielen van Christus. En dat via het scherpe zwaard van het evangelie. Hoe kijkt u daar tegenaan?
Het is niet belangrijk wat ik hierover zeg en ook niet wat Bonar zegt... Maar hoe kijkt de Bijbel daar tegenaan? En let op, dan zeggen we: Hoe kijkt God er tegenaan? Daar haal ik de Bijbel even bij (klein gedeelte maar). Efeze 4: "En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars; Tot de volmaking van de heiligen, tot het werk van de bediening, tot opbouwing van het lichaam van Christus; Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid van het geloof en van de kennis van de Zoon God, tot een volkomen man, tot de mate van de grootte van de volheid van Christus; Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met alle wind van leer, door de bedriegerij van de mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen; Maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opwassen in Hem, Die het Hoofd is, namelijk Christus." Alleen de prediking van heel Gods Woord, in alle facetten, geeft vrucht in de gemeente. Daarmee worden Gods kinderen gesterkt en daarmee worden de onbekeerden getrokken en naar Jezus geleid.
Lees ook deze artikelen over evangelistenechtpaar van Dooijeweert:
En die vraag of er misschien ook tegenstand was, en zo ja met welke argumenten... Het is in de vorm van een vraag gegoten, maar de vraagsteller weet al lang dat er tegenstand is geweest en wil graag dat Van Dooijeweert dat nog even uit de doeken doet. Alles bij elkaar komt het nogal sturend over.
Dat komt wellicht ook dat het contact met jongeren verloren is gegaan of dat er te weinig aandacht voor het leven en de problemen van jongeren is.
Hoe anders heeft onze heer Jezus dat laten zien in zijn leven, kinderen en alle anderen hebben altijd plaats gehad in zijn leven, dus ook voor de Almachtige god Jahweh.
In Markus 10:13-16 zien we het hartverwarmende contact dat Jezus met kinderen had ......
De mensen kwamen kinderen bij hem brengen zodat hij ze zou aanraken, maar de discipelen wezen hen terecht. 14 Jezus zag dat en werd verontwaardigd. Hij zei: ‘Laat de kinderen bij me komen. Probeer ze niet tegen te houden, want Gods Koninkrijk is voor mensen die zijn zoals zij. 15 Ik verzeker jullie: wie Gods Koninkrijk niet aanvaardt als een kind, zal het zeker niet binnengaan.’ 16 Hij sloeg zijn armen om de kinderen heen en zegende ze terwijl hij zijn handen op ze legde.
Jezus' optreden reflecteert Jahweh's liefde en compassie. Dienen wij dat ook niet voor elkaar en vooral onze jongeren te hebben, geestelijken moeten daarin het goede voorbeeld geven.
Rom 13:8-10 ..
‘Zijt niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want hij die zijn medemens liefheeft, heeft de wet vervuld. Want het wetsreglement: ...... wordt samengevat in dit woord, namelijk: “Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.” De liefde berokkent de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling van de wet’
Heb de kinderen/jongeren intens lief!