“We willen niet provoceren”
| 42 reacties | 30-07-2016| 08:03
Nu er vooral veel OVER de organisatie “Ben ik wel Uitverkoren” wordt gesproken, is het tijd om eens MET ze te gaan praten. Op de Duikenburgse Dagen heeft het project een eigen stand. Zowel de gesprekken als het uitdelen van de brochures leiden daar niet niet tot polarisatie, blijkt uit een observatie tijdens de eerste twee dagen van de beurs. Maar eh... dat evangeliseren onder reformatorische bezoekers, is dat nu wel nodig? We vroegen het een van de oprichters, die liever anoniem wil blijven. “Het is niet ons project, maar Gods project. Wij mogen daarin een schakeltje zijn.”
“Het team ‘Ben ik wel uitverkoren?’ evangeliseert onder zowel ongelovigen als onder kerkmensen. Het team ervaart echter een speciale roeping voor mensen die worstelen met de uitverkiezing en geloofszekerheid. Als bevestigingstekst gaf de Heere 1 Tim. 2:3b,4: God onzen Zaligmaker; Welke wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid komen.
Veel vrijwilligers van dit team hebben zelf voorheen ook geworsteld met de uitverkiezing en geloofszekerheid en zij hebben daarom speciaal bewogenheid en liefde voor de mensen die nog hiermee worstelen. Zij hopen dat de brochures ‘Ben ik wel uitverkoren?’ voor hen tot zegen zullen zijn.
Veel kerkgangers weten niet of zij gered zijn en hebben geen geloofszekerheid. Velen leven in angst en wanhoop omdat zij denken niet uitverkoren te zijn. Deze mensen willen we met dit project graag bemoedigen. Anderen zijn passief afwachtend. Sommigen zijn zelfs onverschillig en denken dat als zij niet uitverkoren zijn, zij toch nooit zalig kunnen worden en dat het daarom niet uitmaakt hoe zij leven. Hen willen we aanmoedigen om niet passief of onverschillig af te blijven wachten. Het team ‘Ben ik wel uitverkoren?’ wil alle mensen graag bereiken met de boodschap van het Evangelie: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Johannes 3;16). Maar ook met de verantwoordelijkheid die God bij ons neerlegt: 'Bekeert u en gelooft het Evangelie' (Markus 1:15b).
Wat we ervaren is dat mensen door het artikel in het RD een heel verkeerd beeld krijgen van het evangeliseren door ons. Ze dachten dat we agressief zouden evangeliseren en ongewild lange discussies zouden gaan voeren. In werkelijkheid vragen we de mensen zoiets als: ‘Goedemorgen, mag ik u iets geven om te lezen?’ en dan geven we de brochures. Daarna zeggen we: ‘Fijne dag verder.’ Als mensen de brochure niet willen aannemen, wensen we hen ook een fijne dag en we dringen niets op. Van te voren hebben we alle vrijwilligers gevraagd om zich aan de regels te houden door bijvoorbeeld niet te gaan ‘venten’ met brochures en om vooral niet opdringerig te zijn. We hopen dat alle vrijwilligers zich hieraan houden. We geven de bezoekers alleen iets mee wat ze thuis kunnen lezen en waarvan we hopen en bidden dat het voor hen tot zegen zullen zijn. Alleen als mensen zelf vragen stellen of een gesprek beginnen, gaan we met mensen in gesprek. We merkten dat de mensen op 'Naar Buiten' zoiets hebben van : O, is dit het nou? Waar hebben ze zich druk om gemaakt, zeg.
Wel zijn er mensen die de brochures afwijzen, maar die zijn er altijd en volgens mij komt dat meer doordat ze gewaarschuwd zijn door hun dominee of door artikelen in kerkbladen (en dit vaak klakkeloos aannemen zonder zelf dingen te onderzoeken) en niet door het artikel in het RD. Er komen ook diverse bezoekers naar ons toe om ons te bemoedigen om door te gaan en ook die vertellen dat de brochure voor hen tot zegen was geweest.
Gisteren was er een oudere man die stond te huilen bij de stand. Hij zei: Met die vraag, of ik wel uitverkoren ben, worstel ik al mijn hele leven. Hij was zo blij met de brochures en kwam later wel twee keer langs om te bedanken. We hebben hem gevraagd om ’s avonds op de knieën te gaan en hebben hem gezegd dat wij ook voor hem zouden bidden.
Ook kunnen wij je (met toestemming) een getuigenis doorgeven die we afgelopen week ontvingen via e-mail van een meisje van 17 jaar die enkele jaren geleden een brochure had ontvangen op Wegwijs en voor wie de brochure later tot zegen is geweest.”
Beste mensen van de brochure “Ben ik wel uitverkoren?” Ik volgde via Facebook de discussie of jullie nou wel/niet moesten evangeliseren op refobeurzen. En toen moest ik denken aan de keer dat ik zo'n brochure kreeg van jullie op een refo(!)beurs. Ik wil jullie graag een hart onder de riem steken door het volgende te laten weten. Een paar jaar geleden kreeg ik op Eegwijs bij een boekenstand deze brochure in mijn handen gedrukt. Op dat moment boeide het geloof me niet zoveel, maar de brochure heb ik toen ergens op m'n kamer gelegd. Later begon ik mij (door Gods genade!!) te interesseren in het geloof en ging ik ook worstelen met de uitverkiezing. Ik wist dat die brochure ergens nog moest liggen op mijn kamer. Die heb ik toen opgezocht en heb er veel uit gelezen en van geleerd. Ik ben achteraf superblij en dankbaar dat ik dat boekje had, want daarmee is voor mij de uitverkiezing zoveel duidelijker geworden! Het is echt enorm goed uitgelegd en fijn om zo te lezen. Ik heb de brochure zelfs naar meerdere vrienden/vriendinnen en Bijbelstudies toentertijd op school meegenomen, omdat het zoveel verduidelijking gaf op op dit gebied. Daarom heeft jullie brochure zeker wel uitwerking en veel zegen gegeven! Ik wil jullie graag bemoedigen Ja, juist omdat ik las dat jullie van die negatieve reacties kregen, dacht ik... Hé! Ik heb die brochure juist toen ontvangen op een refobeurs en bij mij heeft het zo'n mooie uitwerking gehad. En toen dacht ik het is misschien wel mooi en bemoedigend om aan die mensen van de brochure te laten weten.
Broeders en zusters, ga door met jullie mooie werk!
Maar waarom is er dan zoveel commotie over?
"Tja, we bieden alleen iets waardevols aan, wat levensveranderend voor hen zou kunnen zijn! Waarschijnlijk het beste wat ze mee kunnen nemen naar huis (behalve een Bijbel dan)! En nog gratis ook! (In tegenstelling tot alle commercie die er op zo’n beurs is.) We doen dit al jaren op verschillende beurzen en hebben nog nooit problemen of klachten gehad van andere beursorganisatoren.
Wat betreft de beurs 'Naar Buiten'... omdat het vanwege de vakantieperiode lastig was om vrijwilligers te vinden hiervoor, hebben een paar mensen dit doorgegeven aan Arjan Baan en gevraagd of hij nog vrijwilligers wist. Arjan heeft toen een oproep op Facebook gedaan. Op dat moment waren we alleen nog maar aan het inventariseren of we vrijwilligers genoeg zouden hebben voor de beurzen.
Een stand bespreken was toen nog niet aan de orde en we hebben daarom ook geen contact opgenomen met Cees Hovius van EMG. Omdat bleek dat er te weinig vrijwilligers konden helpen tijdens de beurs “Naar Buiten” (slechts twee en dat voor vier dagen), en ook omdat een stand op deze beurs heel duur is terwijl zich geen sponsor gemeld had, hebben we besloten om daar niet te evangeliseren.
Bovendien hebben we een mail gekregen van Hovius, waarin hij schrijft: “De beursvloer van Naar Buiten is niet bestemd voor ‘polariserende missionaire activiteiten’ (ondanks goede bedoelingen).” We zijn daar dus niet welkom blijkbaar. Jammer dat hij niet eens in gesprek gegaan is met ons. Hij wist niet eens wat we zouden gaan doen en op welke manier, maar hij heeft op voorhand deze mail gestuurd. We willen niet provoceren en hebben daarom vanwege alle bovenstaande redenen bij elkaar besloten om niet op 'Naar Buiten' te gaan dit jaar.”
Waar ik tegen heb gereageerd is dat ik de werkwijze van de initiatiefnemers van de folder niet kan en wil volgen. De zaak zelf waar zij zich bewogen door weten heeft mijn hart. Het citaat van Watson (@Jeremiah) en het hoofdstuk van Koelman (ik ben overigens benieuwd naar de samenvatting van 49 pagina’s in een A4 …) zou ook ik met instemming gebruiken in een gesprek met mensen die naar een schriftuurlijk antwoord zoeken. Liever zou ik met Jeremiah het thema van Ryle kiezen en qua inhoud deel ik de zorgen en kritiek op de folder die o.a. door ds Vreugdenhil is geuit, met de erkenning van de goede intenties van de initiatiefnemers. Toch: niet zozeer het thema maar de presentatie en de werkwijze (anoniem, daardoor oncontroleerbare roeping en onbekend mandaat, en het claimen dat het niet hun woord is maar Gods Woord) stuit mij tegen de borst. Dit hangt samen met mijn wellicht wat hoge ambtsvisie. Ik ben op een gezonde manier opgevoed om hen die boven mij gesteld zijn te gehoorzamen, naar het 5e gebod. Ik ben wel boos geweest op een ambtsdrager die in mijn ogen onverstandige en zelfs onbijbelse dingen zei, maar deze boosheid heb ik in de meeste gevallen (later) als schuld voor God moeten ervaren. Ik heb mij bij mijn belijdenis met een eed onderworpen aan hun pastorale leiding. Bij deze ambtsvisie heb ik nimmer gepleit voor een lijdelijke houding. Bidden en werken: ja en amen. Uit jouw reactie (en m.i. helaas in meer reacties die ik hier op refoweb lees, oa ook in diverse redactionele items en de semi grappige bijdragen in dwars) lees ik dat dit “werken” veelal ingevuld wordt met het voeren van een kruistocht tegen allerlei kerkelijke uitspraken uit de rechterflank van ons zo hopeloos verdeelde reformatorisch volksdeel. Ik acht dat de geestelijke wapenrusting uit Ef. 6 niet in eerste instantie bedoeld is om een geestelijke strijd binnen de kerken te voeren. Het gebed wordt in die pericoop aangehaald onder meer om te bidden voor Paulus, opdat hem het Woord gegeven zou worden in de opening zijns monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid van het Evangelie bekend te maken. De brief eindigt ook met een bede voor de broederen: Vrede zij den broederen, en liefde met geloof, van God den Vader, en den Heere Jezus Christus. De genade zij met al degenen, die onzen Heere Jezus Christus liefhebben in onverderfelijkheid.
Daarom is het gebed in mijn beleving zo’n prominent onderdeel van de wapenrusting.
Ik heb nooit ontkend dat er ook door ambtsdragers fouten worden gemaakt. De zo god- onterende kerkelijke verdeeldheid is niet voor een belangrijk deel te wijten aan het feit dat ambtsdragers op hun standpunten bleven staan en niet de ander uitnemender hebben geacht dan zichzelf of geen geduld konden/wilden hebben met een zwakkere broeder. Datzelfde gold overigens ook al Paulus zelf in de onenigheid met Barnabas.
Door de kerkelijke verdeeldheid zijn de bijbelse richtlijnen voor onderlinge tucht bij zonden en dwalingen overeenkomstig Mt 18 ernstig aangetast. (Daarmee zijn die richtlijnen overigens niet komen te vervallen!) Als tegen een broeder (of zuster) tuchtmaatregelen moeten worden genomen zijn deze niet meer effectief als de betrokkene de gemeente waar hij/zij lid is verlaat en onderdak vindt bij een gemeente die tot een ander kerkverband hoort. Dit betreft echt niet alleen zaken van leerverschillen zoals bij Blauwendraad en van der Zwaag (NB dit betroffen binnenkerkelijke bezwaren tegen de leer in de Ger.Gem. dus waren dat ook binnen dat kerkverband behandelbare bezwaren. Dit in tegenstelling met de anonieme uitverkiezingsfolder, die zich niet richt op een dwaling in een speciefiek kerkgenootschap; de folder heeft volgens mij ook geen kerkelijke procedure in gang laten zetten (@CrA)), maar ik weet ook van situaties waarin gemeenteleden aantoonbaar overspel bedreven hadden en zich niet wilden laten gezeggen en elders kerkelijk onderdak vonden.
Ik wil je getuigenis aannemen dat je de argumenten van je opponenten hier op Refoweb niet belachelijk wilt maken. Ik ervaar het echter wel zo (en ik heb bij meer reacties op jouw stukjes dergelijke ervaringen gelezen). Door je wijze van reageren, het op je eigen manier interpreteren (en veranderen naar je eigen “worstelingen”) van wat er gezegd wordt, maak je het gesprek wel erg lastig. Ik denk dat het goed is dat je dat beseft. Een dergelijke manier van argumenteren is geen goed getuigenis naar hen die buiten zijn (geenstijl leest hier mee!).
Mij verwijt je dat ik het gebed zou inzetten (zoals breed in onze gezindte zou gebeuren) om een einde aan alle tegenspraak te krijgen. Niets is minder waar. Werd er onder ons maar meer gebeden, dan zou er minder (onheilig) worden gestreden.
Ondertussen wil je wel een eind aan tegenspraak tegen jouw standpunten als “de Heilige Geest ons door het gebed duidelijk maakt dat het evangelie ook in een ketterse gemeente dient te klinken”. Snap je dat je hierin een dubbele moraal hanteert?
Ik ben blij als ik bij ons in de gemeente nieuwe gezichten zie aan het Heilig Avondmaal. Zeker als het jonge mensen betreft. Maar volle avondmaalstafels zijn voor mij niet het bewijs van een gezond kerkelijk leven. In de Waarheidsvriend blikte enige tijd geleden ds. Blenk terug op zijn ambtelijke loopbaan en hij constateerde met zorg dat hij in die tijd avondmaalstafels voller had zien worden en de bezoekersaantallen aan de leerdiensten (middag/avond diensten op zondag) minder. Niet volle kerken of volle avondmaalstafels zouden ons in vervoering moeten brengen, want beiden kunnen ook een bewijs ervan zijn dat wij rijk en verrijkt zijn geworden en aan geen ding gebrek hebben. Ik word blij en wil met volle teugen genieten in het vreugdemaal dat de vader aanricht als één broeder(en ja hoe meer hoe liever) die verloren was, weerkeert en tot behoud komt.
Als je zelf de onuitsprekelijke genade van onze Heere Jezus Christus hebt leren kennen, dan gun je het iedereen. Dan word je verdrietig als mensen zichzelf achter houden omdat ze een verkeerd beeld hebben van de Vader die met zijn armen wijd uitgespreid uitziet naar verloren zonen en dochters. Maar net zo goed word je verdrietig als je op een onevenwichtige manier hoort spreken over de liefde van God en Christus, waarbij al het zicht op de realiteit van de zonde en de hardheid van ons mensenhart is verdwenen. Te makkelijk wordt de “schuld” van dit alles bij de prediking gelegd. Ik weet best dat er ook mensen zijn (en helaas veel) die het Evangelie van Jezus Christus persen in de benauwde grenzen van hun eigen geloofsbeleving waarbij sommige elementen van de geloofsleer een onevenwichtige nadruk krijgen (naar “links” of naar “rechts” als je me deze akelige termen wilt vergeven). Maar het is het keurslijf van ONS EIGEN DENKEN(Rom 12:1-3) dat ons in de misère brengt. Dat men in de prediking de dogmatiek en/of het evangelie laat buikspreken is een symptoom hiervan, geen oorzaak.
Moeten onevenwichtige zielen niet worden terecht gewezen? Ja zeker. Door de predikingen in het (ambelijk en onderling) pastoraat. Moeten predikers en anderen die een onevenwichtige geloofsbeleving voeden en in stand houden niet worden terecht gewezen? Ja zeker. Volgens de richtlijnen van Mt. 18.
Hadden de kerkscheidingen van de afgelopen 180 jaar niet mogen plaatsvinden? In de meeste gevallen inderdaad niet. Het is niet bedoeld als een dood doener, maar dit heeft alles te maken met de hardigheid van ons hart en het is een feit van de praktijk van vandaag. Maar laten we dan nu zo veel mogelijk zoeken wat samenbindt en over datgene wat scheidt met elkaar in een Schriftuurlijk gesprek blijven. En zeker niet te hoop lopen en ambtsdragers zwart maken en verketteren. Ook niet als deze ambtsdrager dwaalt ( daarom heb ik de houding van David bij Saul aangehaald; David beschadigt Saul niet, maar probeert hem wel te overtuigen van zijn verkeerde weg! en dat lukt hem niet met het zwaard, maar wel door hem zijn eigen oprechtheid te laten zien)
Zowel Remonstranten als Hypercalvinisten benijd ik niet. Overigens ben ik wel benieuwd (of eigenlijk ook niet) naar de definitie van Remonstranten en Hypercalvinisten want te gemakkelijk zijn beide karakteriseringen een hokje waar je je tegenstander in kunt wegstoppen. Noem iemand een arminiaan of een hypercalvinist en je bent ervan verzekerd dat het gesprek stopt. Maar uitgaande van je beeldspraak zijn ze beiden niet te benijden. Een deur die nergens toe leidt, een huis zonder deur: in beide gevallen is er geen binnenkomen aan ….
Er wordt teveel (onheilig) gestreden en te weinig (heilig) gebeden. Doe dat laatste dus (maar veel :(, beter) volhardend. Broeders, de toegenegenheid mijns harten, en het gebed, dat ik tot God voor Israël doe, is tot hun zaligheid. (NB ik hang de vervangingstheologie niet aan ….)