Samenwerkingsverband van refo-gemeenten
Nieuwsredactie | 13 reacties | 30-05-2016| 09:34
Er moet een samenwerkingverband komen van reformatorische kerken of gemeenten met dezelfde belijdenis, met daarin ook behoudende gemeenten uit de PKN. Van een federatie tussen HHK en PKN kan geen sprake zijn. Dat schrijft ds. P. de Vries in de kerkbode van de Hersteld Hervormde gemeente van Boven-Hardinxveld. Hij reageert hiermee op de suggestie van ds. R. van Kooten in het Reformatorisch Dagblad om twaalf jaar na de scheuring een federatie aan te gaan met de PKN. Van samenwerking tussen HHK en PKN kan geen sprake zijn, vindt ds. De Vries. Bovendien wordt het tijd om de bovengemeentelijke structuren in de PKN op te heffen, vindt hij.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
“Ds. R. van Kooten gaf in het RD de indruk wel wat te zien in een federatie met de PKN. Misschien heeft hij het anders bedoeld. Dan zal hij dat ongetwijfeld nog wel duidelijk maken. Een weg zou zijn een verband met gemeenten uit de PKN die onverkort de gereformeerde belijdenis handhaven, die daarom ook een Bijbelse visie hebben op de plaats van de vrouw in kerk en samenleving en op het klassieke huwelijk (tussen één man en één vrouw) als inzetting Gods (in eerste instantie denk ik dan zelf aan die gemeenten die het zogenaamde convenant van Alblasserdam hebben ondertekend).
Bij zo’n verband zouden zich landelijke kerken (bijvoorbeeld Gereformeerde Gemeenten) maar ook plaatselijke kerken kunnen aansluiten waar in de landelijke kerk over deze zaken verschillend wordt gedacht (bijvoorbeeld plaatselijke gemeenten van de Christelijke Gereformeerde Kerken). Zo’n verband zou naar binnen toe en zeker naar buiten toe een positieve werking kunnen hebben. Dan kan in de samenleving meer duidelijk worden dat er kerken zijn die samen voor een klassieke boodschap staan in leer en levenswandel.
Ds. Mulder, de scriba van het moderamen van de synode, liet in ieder geval gelukkig weten in een federatie met de PKN als landelijke kerk niets te zien. Zou aan die suggestie namelijk gehoor worden gegeven, dan vervalt het bestaansrecht van de (Hersteld) Hervormde Kerk. Dan gaat men immers participeren niet alleen in een structuur die de gereformeerde belijdenis als van de Schrift afgeleide norm voor kerkelijk leven en kerkelijke samenwerking moet functioneren, niet aanvaard, maar maakt men één front naar de samenleving met een kerk die op het punt van het huwelijk in haar kerkorde met de christelijke norm van alle eeuwen heeft gebroken. De PKN heeft hier gebroken niet alleen met de Kerk der eeuwen in haar gereformeerde vorm, maar ook in haar lutherse, anglicaanse, baptistische en rooms-katholieke vorm. Zo’n samenwerking zou bijdragen aan de afbraak van de Kerk van Christus in Nederland, maar niet aan de opbouw.
Een federatie met de PKN zou betekenen dat heel de discussie van vóór 2004 over de belijdenis als norm van het kerkelijke belijden en vooral over het blijven bij wat in zondag 41 over het huwelijk is beleden, wordt herhaald. Laten we van de geschiedenis -en dat moet toch voor de heel recente geschiedenis niet zo moeilijk zijn- echt leren. Samenwerking met de PKN maakt ook naar de geseculariseerde samenleving niet krachtiger, maar juist monddood. Vanuit Schrift en belijdenis is dat zonneklaar. Maar zelfs van mensen die nauwelijks een band met de kerk hebben kunnen we hierin nog leren. Vorig jaar schreef een mevrouw in Elsevier over de PKN: ‘Wat deze kerk met het geloof en de Bijbel heeft te maken, is mij niet duidelijk’.
Op grond van de gereformeerde belijdenis moeten we uitzien naar samenwerking en zelfs eenheid. Verdrietig is dat wij bij meerdere afgescheiden kerken die vanuit de 19e eeuw vanwege het niet functioneren van de gereformeerde belijdenis de Hervormde Kerk verlieten, de situatie steeds meer begint te lijken op die van de Hervormde Kerk tot aan mei 2004. Formeel nog wel de gereformeerde belijdenis, maar in een toenemend aantal gemeenten en bij een toenemend aantal voorgangers functioneert de belijdenis niet meer en wordt er publiek kritiek uitgeoefend op zaken in de belijdenis verwoord. Ik denk aan de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, de Nederlandse Gereformeerde Kerken en Christelijke Gereformeerde Kerken. In het laatste kerkverband zijn er nog wel meerdere predikers die niet alleen orthodox gereformeerd in de leer zijn, maar ook nog aan het bevindelijke en onderscheidenlijke aspect in de prediking recht doen.
De Gereformeerde Gemeenten handhaven nog altijd echt de belijdenis. Jammer is dat men daar de culturele identiteit erg belangrijk vindt en daarom weinig samenwerking zoekt. Ik hoop dat dit veranderen mag en de boetedag was een verheugend signaal.
Verder moeten we wel beseffen dat het handhaven van de belijdenis nog niet altijd betekent dat de geloofsstukken van de belijdenis echt functioneren in de prediking en in het gemeentelijke leven. Prediking naar Schrift en belijdenis is Bijbels, onderscheidenlijk, ernstig, liefdevol en gunnend. In zo’n prediking horen we zowel van het vonnis van de wet als van de lieflijkheid van Christus. Van dat laatste kan de ene prediker bevindelijk meer laten doorklinken dan de ander. Dat zal zo blijven en betekent niet dat men het gehoor van een minder bevindelijke prediker mag verlaten om onder één die verder geleid is te gaan zitten en dat nog afgezien van de vraag of men het wel juist kan beoordelen.
De kerk is overal waar het Woord recht wordt bediend. Dan weet ik dat zulke rechte Woordbediening hier en daar ook in de PKN nog wordt gevonden. We mogen alleen maar hopen dat het nog meer wordt. Voor wat de PKN betreft ben ik het met ds. Pieters helemaal eens in wat hij schreef over bovenplaatselijke structuren. Nog beter vandaag dan morgen kunnen de bovenplaatselijke structuren daarvan verdwijnen. Dan is Nederlands kerk van een groot stuk ballast verlost.
Onlangs merkte prof. F.A. van Lieburg bij het 150-jarig bestaan van de Confessionele Vereniging op dat de vroegere verschillen tussen de ethische, confessionele en gereformeerde bondsrichting in onze tijd alleen nog maar cultureel van aard zijn. Ik meen dat er nog altijd een deel van de Gereformeerde Bondsrichting is waarvan dat niet kan worden gezegd, maar verder geldt inderdaad dat confessionelen en bonders inmiddels grosso modo theologisch gelijk zijn geworden aan wat vroeger de ethischen waren. Dat betekent dat men in brede zin van het woord rechtzinnig is (men aanvaardt de Drie-eenheid, Godheid van Christus en de verlossende betekenis van Christus’ bloed) maar het Schriftgezag wordt veelal niet zondermeer aanvaard en de leerstukken van de rechtvaardiging door het geloof op grond van de toegerekende gerechtigheid van Christus en de wedergeboorte door Gods Geest functioneren al helemaal niet. In de prediking wordt het bevindelijke en al helemaal het onderscheidenlijke element gemist.
Het is een prediking dat je moet geloven dat Jezus je Zaligmaker is en wat voor Hem moet gaan doen en dan vooral de wereld gaan verbeteren (tekenen van Gods Koninkrijk oprichten zegt men dan) zonder dat duidelijk wordt dat een mens van huis uit een kind des toorns is, dat hij aan zichzelf ontdekt moet worden en dat het geloof een gave van God is, dat een ware christen gebroken heeft met de wereld en toch zijn houvast alleen kan vinden in Christus’ gerechtigheid.
Wij hebben de toekomst van de Kerk niet in de hand. Wij kunnen en hoeven de Kerk niet in stand te houden. Laten wij vragen of het Woord ons en anderen recht mag worden bediend. Ga niet daar naar de kerk waar dat niet het geval is. Immers het geloof is uit het gehoor. Laten wij niet rusten voor we datgene wat in zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus wordt beleden, persoonlijk mogen kenne. Onderzoek biddend de Bijbel en vraag in alles aan God om wijsheid. Structuren en verbanden hebben alleen waarde als zij vasthouden aan het Woord en daartoe ook echt bijdragen. Als de HEERE Zijn Kerk in Nederland niet bewaart, moeten wij vrezen. Echter de HEERE is met Nederland nog niet klaar. Verwacht niets van mensen en vooral niets van jezelf. Wij kunnen ontwikkelingen ten kwade niet keren. Laten we wel smeken er niet door te worden meegevoerd en op ons noodgeschrei doet God grote wonderen. Vraag om zelf in leer en leven een vrijmoedig en blijmoedig getuige van God en Zijn dienst te mogen zijn. Laten wij bovenal uitzien naar de wederkomst van Christus. Dan wordt Gods Kerk definitief van al haar vlekken en rimpels verlost.
Ds. P. de Vries
Ik wil niet opnieuw een discussie oprakelen, maar het ontstaan van de HHK heb ik eigenlijk nooit echt goed begrepen. Het ging onder anderen over het belijden van de PKN, wat niet meer exclusief gereformeerd zou zijn. Dat klopt inderdaad. Maar voordat de PKN ontstond, dus in de tijd van de NHK en de GKN, was op papier het belijden gereformeerd. Maar als men daar niets in zag deed men waar men zin in had. Dan kon je als gereformeerd belijder die mensen aanspreken op het feit dat datgene wat die ander deed/geloofde niet was conform de belijdenisgeschriften. Maar er werd niets mee gedaan. Die ruimte was er in de NHK (en ook in de oude GKN). De ruimte om anders om te gaan met homosexualiteit, vrouwen en ambt, samenwonen, kinderen aan het Avondmaal en noem nog maar een paar zaken op waar verschillend over gedacht wordt. De "bezwaarden" die in 2004 niet meegingen met de PKN bleven in de oude setting ook gewoon NHK of GKN. Waarom dan nu niet federeren? Wat in de "oude setting" van voor 2004 blijkbaar geen reden was om te vertrekken, kan in mijn beleving nu ook geen reden zijn om niet te federeren.
Maar ik ga ongetwijfeld te kort om de hoek volgens sommige HHK broeders en zusters.. ;-)
Welke reden heeft ds. van Kooten gehad om predikant te zijn in de HHK en waarom is hij niet mee gegaan in de PKN?
Het is toch best verwarrend aan het worden zo of..?
Misschien is het dan goed om gewoon te gáán.
Of ben ik dan erg zwart/wit?
Dit zit er achter mijn gedachte:
Áls dit echt hoog op gaat lopen zou het zomaar eens kunnen zijn dat er weer tweedracht wordt veroorzaakt; want natuurlijk is een helft het hier niet mee eens. Maar is er een andere helft die dit een uitstekend idee vind. Dat zet tegen elkaar op. Dat wordt weer discussie. En los van wie er dan 'gelijk' heeft.. begint alles weer helemaal van vooraf aan...toch?
Het idee van de PKN was toch ook het vormen van een eenheid? Over kerkmuren heen? Wat is dit dan? Gaat dit mensen 'herenigen' of komt er weer een scheuring dwars door gezinnen en gemeentes heen?
Daarom zou het beter zijn dat afzonderlijke gemeenten uit alle kerkverbanden met dezelfde prediking, ook los van alle kerkelijke structuren, met elkaar gaan samenwerken. Zo gaat in vervulling waar iedere zondag om gebeden wordt: dat God samenbrengt wat bij elkaar hoort. Grootste probleem is echter dat degenen die hier het meest (in hoeveelheid, niet in oprechtheid) om bidden, zelf vaak de grootste hindernissen hiertoe zijn.
Waarvan akte!
Wat betreft die atheïstische predikanten: Dat was vóór de vorming van de PKN ook al zo, en toen bleef men ook gewoon in de kerk, en scheidde zich niet af.
Redeneer je nu niet een beetje kort door de bocht door te denken dat ds. R. van Kooten mogelijk best spijt heeft dat hij in de HHK staat?
Zover ik weet heeft hij nog erg last van de scheuring, maar heeft hij in zijn geweten geen ruimte gezien om mee te gaan.
Misschien donderdag even navragen ;-)?
Daar sluit ik me van harte bij aan ;-)
Ds. Wim Dekker, voorheen verbonden aan de IZB, in Christelijk Weekblad: 'In onze tijd hebben vormen van vrijzinnig geloven en theologiseren niet de wind mee. In zekere zin juist wel, maar niet binnen de ruimte van de kerken. Wie zich vrijzinnig voelt, zal in de hoofdstroom van het huidig kerkelijke leven niet veel van zijn gading vinden. Die hoofdstroom wordt bepaald door nieuwe en oude vormen van orthodoxie, gereformeerd, evangelisch of charismatisch ingekleurd.'
[Mijn vraag: Beseft men in Refo-land wel dat de PKN de laatste decennia steeds orthodoxer is geworden??]
Dr. J.H. Gunning J.Hzn. (1858-1940): 'Ik heb iedereen lief die den Heiland lief heeft. Hun weg behoeft de mijne niet te zijn en de mijne niet de hunne.'
'Ik verwerp niemand in wien ik ook maar iets van Christus vind, en het kan mij geen steek schelen uit welken kerkelijken kring een goed, geloovig woord tot mij komt, wanneer het mij op God, ons aller Vader, wijst en mij de grootheid Zijner liefde doet beseffen.'
'Zoodra een mensch berouw heeft over zijne zonden en het Evangelie gelooft, is hij op datzelfde ogenblik een lid der ware kerk. ... Neem drie of vier leden van die ware kerk, uit de verschillendste deelen der aarde, en breng ze bij elkander, ondervraag ze over al deze [G. refereert hier voornamelijk aan de geloofsbelijdenis van Nicea] gewichtige onderwerpen en gij zult hen eenstemmig vinden in hun belijdenis.'
'... dan zeg ik weer tot mijzelf: wees voorzichtig met theologen! Duizend teksten maken eene zaak nog niet 'schriftuurlijk' en evenmin 'onschriftuurlijk'. .... Wanneer ik menschen bij honderden, bij duizenden in het Leger [des Heils], in de Groep-beweging [Buchman], in Möttlingen [Blumhardt] tot Christus zie komen, tot een leven van blijmoedige overgave aan den Verlosser, met dankbare erkentenis van schuldvergiffenis en bevrijding, dan wordt mijne kritiek steeds kleiner en zachter en mijne liefdevolle waardeering steeds grooter.'