Puzzelstukjes
Noortje | 2 reacties | 28-08-2009| 09:23
Je ziet ze wel eens, de mensen die vol overgave aan het puzzelen zijn. Soms kom ik bij mensen op bezoek en is hun tijdverdrijf zichtbaar op de tafel aanwezig. Puzzelen met stukjes. Driehonderd stukjes, vijfhonderd, vijftienhonderd. Fleurige puzzels, donkere puzzels. Kleine stukjes. Wat een werk! De ene puzzel is de andere niet. Er zijn makkelijke puzzels, ook al hebben die tóch veel stukjes. Er zijn ook moeilijke puzzels, waar je veel langer en veel intensiever mee bezig bent. Wat te denken van puzzels met bergen, donkere bergen, met donkere dennenbomen erop. Ik weet dat ik wel eens meegeholpen heb aan zo'n puzzel. Dat was nog niet zo simpel. Wat leken de kleuren veel op elkaar.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Waarom deze gedachte over puzzels? Wel, heel eenvoudig. Onlangs was ik met iemand in gesprek. We hadden het over de wederwaardigheden des levens, en hoe de Heere daar een plek in heeft. Specifiek hadden we het over een persoon die aan onze zorgen is toevertrouwd en die het niet gemakkelijk heeft. Maar waarbij het heel prachtig is om te zien hoe de Heere allerhande zaken laat meewerken om het leven te vergemakkelijken.
We keken elkaar aan. Beiden hadden we een kleur, beiden hadden we tranen in de ogen om hoe de Heere zorgt. En dat bracht mij op de gedachte over de puzzels. De Heere weet o zo goed welk volgend stukje er gelegd moet worden. Hij doet dat met een Goddelijke precisie - en het stukje past áltijd.
Hoe zitten wij toch vaak te rommelen en te zuchten en zoeken we ons suf naar het volgende stukje. Inderdaad heb ik het wel zien gebeuren dat iemand een schijnbaar passend stukje legt, dat met kracht in de puzzel geduwd wordt. Geforcéérd gelegd wordt. Maar nee, zó werkt puzzelen niet. Een stukje dat met geweld op een plek gelegd wordt, beschadigt.
Zo is het vaak ook in het leven. Wij weten maar al te vaak niet hoe we in een situatie moeten handelen. Wat wij moeten zeggen tegen anderen. Hoe we met de vele vragen des levens om moeten gaan. Het gevaar ligt op de loer dat we gaan forceren, én beschadigen. Bij de ander, bij onszelf. Maar als wij zélf niet uit de puzzel kunnen komen (en hoe dikwijls ís dat zo!), dan heeft God dáár nu juist Zijn Woord voor gegeven! Is 't niet heerlijk? En ook dáár zorgt God nu juist voor, dat er mensen ons pad kruisen die helpen kunnen en willen. God helpt door woorden en door daden.
Laat Hém de stukjes van de puzzel maar leggen. Hij weet wel waar de stukjes horen. Hij weet ook het tempo waarin de puzzel gelegd moet worden. Sommige puzzels hebben weinig stukjes: die zijn zó klaar. Er zijn ook puzzels met véél stukjes: die kosten letterlijk meer tijd. Er zijn moeilijke puzzels, en makkelijke. Vrolijke puzzels, met prachtige bloemen. Donkere puzzels, somber welhaast, met water en bergen in de schemering. Moeilijk zijn die. Maar Gód heeft voor elke puzzel de Handleiding: Zijn eigen Woord. En Hij schreef die Handleiding Zelf.
Daarom mag ik altijd bij Hem komen als ik niet weet hoe een stukje in mijn leven gelegd moet worden. Daarom ook geeft Hij mij toegang via het gebed tot Hem, om ook voor anderen te bidden, om juiste handelingen in specifieke situaties. Stukjes leggen in andermans leven. En daarom ook kan ik soms in blijde verwondering en diepe ontroering mij verheugen in het puzzelwerk van God, als ik dat in het leven van mijn naaste beschouw. En aldoor puzzelt God verder! Wil ik mij door Hem laten leggen in de puzzel van andermans leven om helpend bezig te zijn?
Gód wil dat wel! Hoe is Híj toch aldoor bezig om ons te helpen. Te troosten, te bemoedigen, te vermanen, op te beuren, ons Zijn heil te doen zien. Grote God, wij loven U! Zo heerlijk is het, om te zien hoe U schuift met de stukjes. Mij ook schuift in het leven van een ander - om de last te helpen verlichten. Dat bemoedigt mij reeds nú, om te weten dat U óók zorgt dat een ander mijn pad kruist wanneer de puzzel van het leven voor mijzelf te moeilijk is. Vol vertrouwen mag ik mij -opnieuw- aan U toevertrouwen.
Wat is er ook nu weer véél om voor te danken!