Louter goud
Noortje | Geen reacties | 19-06-2008| 13:48
Gemakkelijk wás het niet. Integendeel! Het was afschuwelijk. Om het nóg verder te preciseren: het was vréselijk! Je staat daar bij de etalage van de juwelier en je kijkt. Uit ervaring en uit verhalen weet je dat het niet alles goud is wat er blinkt. Er is zoveel namaak. Zoveel onechts. Maar je gáát voor goud! Puur goud, zonder enige verontreiniging. Je hebt groot gelijk.
Vanmorgen zongen er ineens een paar psalmregels in me: "En ons gelouterd door het lijden, gelijk het zilver wordt beproefd." Regels die me stof tot nadenken gaven. Ja, wij willen puur goud, puur zilver. Maar dat heb je dus kennelijk niet "zomaar". Daar gaat een proces aan vooraf. Inderdaad!
En jij? Wil jij puur goud zijn? Wil jij puur zijn? Echt? Wáárdevol? Wat heb je ervoor over? Lijden? Loutering? Heelmakende processen? Nee, dit zijn geen goedkope vragen. Dit zijn heel reële vragen. Het kan maar zo gebeuren dat het leven ons stelt voor vragen, die we maar liever onbeantwoord laten. Of, als we niet aan een antwoord kunnen ontkomen, dan maar liever een antwoord dat ons het minst schade berokkent. Hoe berekenend zijn wij mensen. Als nu de vraag komt: wil je gelouterd zijn? Wat is dan je antwoord hierop? Misschien willen we wel gelouterd zíjn, maar willen we ook gelouterd wórden? Dat is een pijnlijk proces. Dan moet alles wat geen goud is, weg. Echt weg dus. Scheiden van het goud. Dan moet er afscheid genomen worden van datgene wat we zolang bij ons hebben gehad, waar we zo vertrouwd mee waren, maar wat geen goud was.
Wat ontzaglijk veel pijn kan dat doen. Wat ontzaglijk veel eenzaamheid kan dat geven. Wat ontzaglijk veel lijden kan dat met zich meebrengen. Werkelijk: ontzaglijk! Wat kunnen er dan veel vragen zijn. Eerlijke vragen ook. Vragen die niet opstandig zijn bedoeld, maar veelmeer vragen zijn naar het doel van deze pijnlijke loutering. Waarom toch Heere? Waarom toch zó? En Heere, waar bent U nu dan?
Pijn.
Verdriet.
Ontgoocheling.
Angst.
Duisternis.
Radeloosheid.
Hoe smartelijk kan het zijn om een weg van loutering door te moeten maken. Hoe heet kan het vuur gestookt zijn om het goud te doen smelten, om het vuil boven te doen drijven om het te verwijderen. Hoe afschúwelijk kan de weg zijn. Ja zelfs: hoe vréselijk! Gelouterd, maar niet verbrand. Nee, want -wat een gróte genade- Jezus is in het vuur geweest. En als wij mogen weten dat wij geborgen zijn ín Hem, dan zal het vuur ons niet verteren. De vlam zal ons niet aansteken, maar wij zijn eeuwig veilig bij Hem. Door Hem. Louter genade!
Zul je moed houden? Hoe donker ooit Gods weg moog' wezen: Hij ziet in gunst op die Hem vrezen. Al ervaar je Zijn nabijheid misschien helemaal niet, Hij is er tóch! Al lijkt je leven grauw en duister: God slaat, ofschoon oneindig hoog, op hen het oog, die need'rig knielen. Vertrouw op Hem. Vertrouw aldoor op Hem! Ga niet in gesprek met Zijn tegenstander. Dat zijn verloren minuten, die je beter kunt besteden door in gesprek met jouw Schepper te gaan. Hém kun je altijd vertrouwen. En ook Zijn Woord.
Ik hoop dat je David na kunt zeggen, wat ik las in Psalm 28: "Op Hem heeft mijn hart vertrouwd, en ik ben geholpen." Let eens op het tweede gedeelte van de zin: voltooid tegenwoordige tijd. Er staat niet: Ik wás geholpen - dus nu helaas niet meer. Er staat ook niet: Ik wórd geholpen - strakjes pas, maar nu helaas nog niet! Nee, ik bén geholpen. Trouwe God! Ook al ervaar ik Uw hulp misschien niet krachtig, het is toch Uw Woord. En daar dank ik U voor! En daar pleit ik op.
Nee, een louteringsproces is niet gemakkelijk. Integendeel. Het is afschuwelijk. En om het nog verder te preciseren: het is vréselijk! Maar het is altijd heilzaam!
Ik wens eenieder, die een zware weg heeft te gaan, een schier niet te dragen last heeft te zeulen, van harte Gods ondersteuning toe. Zijn vertroosting, Zijn nabijheid. Sterk, Heere, allen die in nood en smart, tot U verheffen het angstig hart. Gij ziet het immers, want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve.
Heerlijk om je toe te mogen vertrouwen aan Gods oneindige barmhartigheid. Wat zúl je straks schitteren als je in Zijn hemel komen mag - omdat je op aarde zo gelouterd bent.