Jongeren Ger. Gem. kiezen andere vertaling dan SV
Nieuwsredactie | 10 reacties | 14-10-2013| 08:00
Ruim de helft (56 procent) van de jongeren uit de Gereformeerde Gemeenten leest liever uit een andere Bijbel dan de Statenvertaling (SV). Bijna de helft geeft daarbij de voorkeur aan de Herziene Statenvertaling (HSV). Dit blijkt uit een enquête die Refoweb gehouden heeft onder 383 jongeren (12-25 jaar) uit dit kerkverband. Aanleiding voor het onderzoek was het rapport ‘Bijbellezen in de Gereformeerde Gemeenten’ van de Cursus Godsdienst Onderwijs (CGO) waaraan slechts 17 jongelui onder de 25 jaar meededen. Refoweb nam de meerkeuzevragen exact over en peilde de mening van de jeugd uit de Gereformeerde Gemeenten.
Uit de CGO-enquête kwam naar voren dat 82 procent de SV verkiest boven een andere vertaling. Jongeren onder de 25 jaar denken daar heel anders over: 44 procent heeft een voorkeur voor de SV, terwijl 47 procent de HSV prefereert. 9 procent kiest voor Het Boek, Groot Nieuws Bijbel of Nieuwe Bijbelvertaling. De Statenbijbel wordt echter nog wel steeds het meest gebruikt: 279 personen maken hier nog gebruik van, tegen 221 die de HSV lezen. In het onderzoek is niet gevraagd naar het gebruik van de HSV-jongerenbijbel. Die is daarvoor nog te kort op de markt. De verwachting is wel dat door de komst van de HSV-jongerenbijbel, het gebruik van de SV zal afnemen.
De lijst met 40 vragen die ruim een week op Refoweb te vinden was, werd voornamelijk ingevuld door jongens (42 procent) en meisjes (58 procent) in de leeftijdscategorie van 16 tot en met 24 jaar. Slechts 6 procent was jonger dan 16 jaar. Wellicht komt dit doordat zij nog buiten de doelgroep van Refoweb.nl vallen.
Opmerkelijk is het dat 7 van de 10 (71 procent) jongeren behalve aan tafel, ook zelf nog een gedeelte uit de Bijbel lezen. In het onderzoek van de CGO is dit slechts 55,7 procent.
Op de vraag of de preken die men hoort, bijdragen aan het beter begrijpen van de Bijbel, antwoord 54 procent daarop instemmend (CGO: 79,9 procent). 13 Procent van de jongeren geeft aan dat de preek van de dominee Gods Woord niet duidelijker maakt. Bij de CGO is dit een verwaarloosbaar percentage (0,9 procent).
Van de door Refoweb geënquêteerden laat weten 58 procent weten door het Bijbellezen geestelijk te zijn verrijkt in het afgelopen jaar. Dat is meer dan de 43,1% van de CGO.
Op de laatste vraag ‘Kun je in eigen woorden uitleggen wat de waarde van het Bijbellezen aan tafel voor je is?’, kregen we enkele bijzondere antwoorden. Hieronder een selectie:
“Vaak gaat het langs me heen, omdat mijn vader voorleest. Het gaat dan soms te snel om er diep over na te denken. Daarom vind ik het ook fijn om voor mezelf op m'n kamer nog wat te lezen.”
“Bij ons wordt er nooit over nagepraat, wat voor ons en mij de boodschap is. Het gaat om de persoonlijke boodschap die God geeft. Zelf zou ik wel willen napraten als ik een gezin zou hebben.”
“Het Bijbellezen aan tafel heeft voor mij weinig waarde, omdat het erg moeilijk is om de aandacht erbij te houden. Er zijn vaak verschillende factoren die voor afleiding zorgen en je kunt niet zelf meelezen.”
"Daar zit voor mij niet zoveel waarde aan, omdat het iets is wat in mijn ogen er alleen maar bij hoort. Het persoonlijk bijbellezen daarin tegen is van groot belang!"
"Als thuis en in de gemeente het weinig prioriteit krijgt, de situatie erg dor is en er liever niet over wordt gesproken, dan geef ik de voorkeur aan persoonlijk bijbellezen. Dat doe ik dan ook het liefst."
"Het is alleen een toegevoegde waarde als er wordt gelezen uit een begrijpelijke vertaling; je steekt er anders niks van op. De Statenvertaling voegt voor mij niets toe en als ik alleen die vertaling zou hebben, zou ik het Bijbellezen aan tafel overslaan. De HSV is voor een goed alternatief voor Het Boek."
“Dat vraag ik me al een paar jaar af. Het is meer een gewoonte.”
"Aan tafel heeft weinig waarde en is iets typisch Nederlands; het is een desniettegenstaande een goede culturele reformatorische gewoonte maar persoonlijk bijbellezen en/of bijbelstudie is van groter belang. Aan tafel Bijbellezen leent zich niet voor diepgang omdat meestal na Bijbellezen iedereen zijn of haar agenda heeft."
"Wanneer deze structuur er niet zou zijn, zou ik veel minder uit de Bijbel lezen. Ook is het een moment waarop ik stilgezet word bij God en Zijn Woord, wat ik mis als ik mijn dagelijkse werkzaamheden doe."
"Na deze enquete ben ik erachter gekomen dat we er aan tafel wel meer mee kunnen doen. Ik denk dat als ik het zeg, mijn ouders ook zeker positief zullen reageren."
"Je leest met elkaar hetzelfde, waar je over kunt praten. Dit zou eigenlijk vaker moeten gebeuren."
"Mijn vader leest een stukje, de helft let niet op en zodra we gelezen hebben, eindigen we direct. Eigenlijk heb ik er dus niets aan (...) Het doet mij enorm veel pijn dat we als jongeren zo alleen staan in het geloof. Je gaat naar de kerk voor de preek en de catechisatie. Echte aandacht wordt er niet aan je besteed. Voorbeelden van bekeerde mensen ken ik zelfs amper. Hoe kan ik nu weten wat een oprecht geloof is? Er staat toch in de Bijbel dat de ouderen de jongeren moeten onderwijzen?"
"Ik woon op kamers met een aantal meiden, en wij eten 's avonds altijd met z'n allen en dan Bijbellezen en zingen we ook. Het Bijbellezen met elkaar heeft voor mij veel waarde. Het schept een band, omdat we samen in verschillende kerken zitten."
De volledige enquete met de uitslagen is hier te bekijken. We benadrukken dat het geen wetenschappelijk onderzoek betreft. Het geeft ons inziens wel een prima indicatie.
Dit jaar zagen we een enorme toename bij hen in het gebruik. Ook zeer goede vrienden (60+) uit de Ger. Gem. gebruiken deze vertaling. Zij vonden het vreemd dat wij (65+) als Hervormd Gereformeerden deze vertaling niet gebruikten. Op de vraag vorig jaar naar de frequentie van het gebruik bleek dat zij alleen nog in hun eigen kerkdiensten en catechisaties etc. de Statenvertaling gebruikten.
Dit jaar werd gezegd dat zij de HSV ook in hun kerkdiensten gebruikten. Wat een verwarring.
Deze enquête is overigens via sociale media en andere media breed verspreid. Het is niet zo dat je op Refoweb moet zijn geweest om er kennis van te nemen.
Stel je neemt de resultaten van deze enquete met een behoorlijk ruime marge, dan nog zijn de resultaten opvallend afwijkend van de CGO enquete.
Alleen al op basis van de aantallen ondervraagde jongeren kun je rustig vaststellen dat de Refoweb cijfers veel meer in de goede richting zullen zitten dan de CGO cijfers. Dat zeg ik zonder enige bijbedoeling: dat is gewoon een grondregel van statistiek.
Ik vond het overigens best jammer dat het onderzoek door Refoweb werd beperkt tot de jongeren: er is volgens mij een significante groep mensen die hier regelmatig iets posten die die leeftijd al ruim achter zich hebben gelaten. Ondergetekende is als veertiger er een illustratie van ;-).. het had het onderzoek met dezelfde middelen wat breder kunnen trekken.
Met de kwantitatieve analyse (die we deden naast een kwalitatieve analyse met leesgroepen in diverse gemeenten) beoogden we in de onderzoeksgroep v/d CGO een representatief beeld te krijgen van het huiselijk Bijbellezen in de Gereformeerde Gemeenten. Let op het woord: 'huiselijk' Bijbel-lezen. Daarvoor is een gestratificeerde steekproef getrokken. Eerst werd op een statistisch verantwoorde manier bepaald welke gemeenten benaderd zouden worden, daarna werden de individuele respondenten geselecteerd. De enquêtes zijn verstuurd en ingevuld door honderden gezinnen. De praktijk is dat in een gezin meestal het hoofd van het gezin (vader, moeder, of alleenstaande) dit invult. Vandaar het kleine aandeel van jongeren.
Daarom: Refoweb, bedankt voor de aanvulling. Wij hadden in de onderzoeksgroep al eerder het idee dat het percentage HSV-lezers veel hoger zou liggen wanneer de enquêtes alleen door jongeren ingevuld zouden worden. Dit blijkt dus te kloppen.