De wandeling
Noortje | Geen reacties | 20-08-2008| 11:40
In de afgelopen tijd maakte ik een wandeling in Gods schitterende schepping. Aan beide zijden liep een kind, dat vol vertrouwen het kleverige knuistje verborg in mijn hand. We babbelden met elkaar over wat we zagen.Gevallen denappels. Kikkers, die wegsprongen voor onze voeten. Glooiende hellingen. Het spel van de zon, dat dán eens licht wierp op ons pad, en even later ons in de schaduw van de bomen liet wandelen.
Zolang de kinderen dicht bij me liepen, maakten we elkaar deelgenoot van wat we zagen. Niet al die tijd had ik de kinderen aan de hand. Soms rukten ze zich los, om weg te rennen naar iets wat hun aandacht trok. Dan moest ik hen roepen om weer terug te komen op het pad. Soms ook moest ik hen manen om door te lopen, als ze al te lang talmden. Maar telkens weer kwamen ze bij me en stopten hun smoezeliger wordende handjes in mijn handen.
Eens kwam er een groep paarden ons achterop. Zeven paarden. Met hun grote lijven kwamen ze in galop op ons af. We gingen aan de kant van het pad staan; de kinderen drukten zich dicht tegen me aan. Over en weer werd er gegroet en de ruiters verdwenen op hun paarden in het bos.
Wat een les, dacht ik later, zit er in zo'n wandeling. Wat wil de Heere ook graag dat wij, net als Henoch, met Hem wandelen. Zodat Hij ons onderweg deelgenoot kan maken van wat er op ons pad komt. Nee, Hij is er niet vies van als wij onze vuil geworden handen naar Hem uitstrekken en daarmee laten blijken dat wij Zijn leiding nodig hebben. Dat we op Hem vertrouwen. En zelfs al rukken wij gedurig onze handen los, dan nog slaat Zijn oog ons in liefde gade.
Met onze almaar vuiler wordende handen weet Hij ook wel raad. Hij heeft rein water genoeg. In onze nood, in ons verdriet, is Hij onze veilige schuilplaats, tot Wie wij de toevlucht mogen nemen. Onder Zijn vleugelen mogen wij betrouwen. Grote God, wat bent U oneindig goed voor ons!
Thuisgekomen werden de kinderen, moegespeeld, gewassen. En zó gereinigd, gingen ze vredig slapen, wetend dat de wacht gehouden werd. Schoon mijn zonden vele zijn, maak, om Jezus' wil, mij rein!