Preek voor de Koning(in)
Nieuwsredactie | 9 reacties | 16-04-2013| 08:05
Ter gelegenheid van het bijzondere feit dat Hare Majesteit Koningin Beatrix zal aftreden en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem Alexander als koning der Nederlanden zal worden ingehuldigd, heeft ds. D. W. Tuinier, predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Aagtekerke, een speciale preek geschreven die geschikt is voor leesdiensten en voor persoonlijk gebruik in het gezin. Deze brochure is in overleg met ds. Tuinier tot stand gekomen om te kunnen gebruiken in de vacante gemeenten maar ook als aandenken namens kerkenraden aan de gemeenteleden mee te kunnen geven. De brochure is voor 3,50 euro te verkrijgen bij Om Sions Wil.
Ds. Tuinier schrijft in zijn voorwoord: 31 januari 1980. Als de dag van gisteren herinner ik me dat H. M. Koningin Juliana in een boodschap aan ons volk via de media haar aftreden bekend maakte. Op haar verjaardag, 30 april van dat jaar, zou zij afstand doen van de troon. Haar oudste dochter H.K. H. Prinses Beatrix zou haar opvolgen. Als jongen van net 16 jaar is Koninginnedag 1980 een onvergetelijke dag geworden. In mijn ouderlijk gezin was er altijd een bijzondere band met het Oranjehuis. Mijn ouders gingen mij daarin voor. Vooral tijdens hoogte - en dieptepunten was het meeleven groot. Dagelijks droeg mijn vader aan het einde van de dag in zijn gebed onze koninklijke familie op aan de troon van Gods genade. De liefde en verbondenheid van de Oranjes is me altijd bijgebleven. Warm werd ik van binnen als ik hoorde van de gouden draad van Gods genade in de voorgeslachten. Mijn gebed en uitzien is of de God van de geslachten Zijn trouw en genade verheerlijkt in het nageslacht.
Inmiddels zijn we 33 jaar later. Maandagavond 28 januari van dit jaar was opnieuw een historisch moment in de geschiedenis van ons volk. Onze geliefde vorstin H. M. Koningin Beatrix, die bijna de leeftijd van 75 jaar mocht bereiken, maakte via de NOS bekend dat zij dinsdag 30 april DV haar hoge ambt zal neerleggen. Haar zoon, Z.K.H. de Prins der Nederlanden zal dan worden ingehuldigd als koning der Nederlanden. Een bijzonder gewicht volle gebeurtenis, voor hem zelf, zijn vrouw, onze toekomstig koningin, hun drie dochters, familiekring en ons land.
Vanaf het moment dat ik getuige was van deze bekendmaking, had ik een verlangen om vanuit Gods Woord t.g.v. deze hoogtijdag een preek te schrijven. Aanvankelijk was hij bedoeld voor mijn eigen gemeente. Uitgeverij Om Sions Wil was bereid om hem persklaar te maken en uit te geven voor een breder publiek. Daarbij heb ik op het oog: de Schrift, als het onfeilbaar Woord van God openen en na spreken. Ook is het een oproep tot verootmoediging en gebed voor allen die regeren bij de gratie Gods, voor land en volk, kerk en staat, in diep verval. Met het gebed of Gods Geest het gebruiken wil, tot waarachtige bekering en tot onderwijs. Het gebed voor de koning (Ps. 72:1) is gepast. Bedenk daarbij dat het vooral gaat om de Koning der Koningen. De dichter zingt van Hem:
Maar eeuwig bloeit de gloriekroon
Op t hoofd van Davids grote Zoon. (Ps. 132 : 12)
We bidden of de band met de Oranjes mag blijven. Laten we echter wel beseffen dat alles hier vergankelijk is. Alle aardse koninkrijken zijn tijdelijk. Gods Koninkrijk is tot in eeuwigheid. Volmaakte mensen zijn er niet. Volmaakte koningen ook niet. Volmaakt is alleen Koning Jezus. Om Hem gaat het in deze preek. Hij is de grote Davidszoon. Zijn rijk zal groot zijn. Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid. Van zee tot zee zal Hij regeren. Ja, tot aan de einden van de aarde vergadert Hij Zich, door Woord en Geest, een gemeente tot het eeuwige leven. Deze Koning zal nooit zonder onderdanen zijn (art. 27 NGB).
Bestellingen kunnen gedaan worden via email : cor.de.pater@omsionswil.nl, telefonisch 0182-532158 of 078-6930083 of via de website www.omsionswil.nl.
Ds. Tuinier is medewerker aan de vragenrubriek van Refoweb.
Ik hoop toch echt dat elke dominee de Bijbel heeft gelezen.
Maar of de opmerking: "We bidden of de band met de Oranjes mag blijven." te rechtvaardigen is met de verwijzing naar 1 Tim. 2:1-2 waag ik toch ernstig te betwijfelen.
Natuurlijk mag je bidden voor wijsheid voor het koningshuis, hoewel een gebed om bekering wellicht meer op zijn plaats is.
Als christen kan ik me echter niet vinden in de zogenaamde drie-eenheid "God Nederland en Oranje", wat de basisgedachte lijkt te zijn achter deze preek (gezien het voorwoord bij de preek).
Die gepaste afstand waarover jij spreekt zie ik werkelijk niet terug in opmerkingen als:
-" In mijn ouderlijk gezin was er altijd een bijzondere band met het Oranjehuis. Mijn ouders gingen mij daarin voor. Vooral tijdens hoogte - en dieptepunten was het meeleven groot."
-"Onze geliefde vorstin H. M. Koningin Beatrix, die bijna de leeftijd van 75 jaar mocht bereiken."
Ik herinner me een RD (jaren geleden, in de aanloop naar een EK of WK) waarin een volledige bladzijde was gewijd aan de veroordeling van de verdwazing rond het Nederlands voetbalelftal, waarin grote woorden niet werden geschuwd (verafgoding, aanbidding, religieus gevoel).
Na het omslaan van de pagina bleek (letterlijk op de achterkant van dit (mij overigens uit het hart gegrepen) stuk) een stuk verafgoding van het Koninklijk Huis te staan, wat de verafgoding van profvoetballers in het niets stelde, en voor de gemiddelde voetbalfan ronduit leerzaam was...
Mijn angst is dan ook dat in christelijk Nederland (en dat is gelukkig groter dan alleen Reformatorisch Nederland) een soort oranje-verafgoding heerst aangaande het koninklijk huis, waarin de bedenkelijke kanten van het Koninklijk Huis terzijde worden geschoven.
Qua principes heeft de Belgische koning Boudewijn meer respect afgedwongen dan onze eigen koningin Beatrix.
En als ik de toon van ds. Tuinier's voorwoord lees maakt ook hij zich daar schuldig aan.
Natuurlijk is het goed te bidden voor diegenen die regeren bij de gratie Gods, bedenk echter wel dat dat regeren bij de gratie Gods ook geld/gold voor mensen als keizer Nero.
Een gebed voor de koning is dus niets mis mee, maar het mag geen onvoorwaardelijke steunbetuiging aan de koning/koningin worden.
Die laatste nasmaak weet ds. Tuinier in deze laatste alinea absoluut niet weg te spoelen.
Christenen staan als vanouds bekend om hun koningshuisgezindheid. Dat is niet het zelfde als verafgoding van het koningshuis. Sterker nog, we hebben volgens mij de plicht om ons koningshuis en de regering dagelijks op te dragen in ons gebed! Ik zie dan ook de woorden van de dominee als mooi!
En wellicht is het goed om de preek eerst te lezen alvorens een oordeel hierover te vellen?