Met ons
Noortje | Geen reacties | 08-06-2009| 19:50
Wat wist Jesaja toch prachtige dingen. In de moeilijke, verwarrende tijd waarin hij leefde, leefde hij ook met de belofte die God hem Zelf gegeven heeft. Het kon ook niet anders, dan dat Gód die belofte deed. Niemand anders dan God wist immers tot in de finesses welke grootse dingen er nog zouden gaan gebeuren.
Wonderlijke onmogelijkheid kreeg Jesaja te horen: Een maagd zal zwanger worden. En dan een Zoon baren. Zoveel eeuwen voor de geboorte van deze Zoon is ook Zijn Naam al doorgegeven: IMMANUËL. Immanuël, een naam om voorzichtig in je handen te nemen, te bekijken, te bestuderen, te bewonderen. Ja, te bewonderen in ieder geval. Zeker als je bedenkt wát die naam betekent: God met ons.
God met ons. Indrukwekkend. Een moment om even pas op de plaats te maken. Gód met ons! Gód, dat U dat wilt... Mét ons te zijn... Waaróm toch? Heilige, grote, majestueuze God, wilt U echt met een klein, nietig mensenkind zijn, een mensenkind bovendien dat de rug naar U heeft toegekeerd? Een weg ging die beter leek dan U gezegd had? Ongekend onbeschoft zijn we, God! Schuldig! Hier past niets anders dan ons hoofd te buigen en om vergeving te smeken.
En die ís er, die vergeving! God zij dank! Omdat die maagd zwanger is geworden en Immanuël baarde! De Zoon die de straf heeft gedragen en door Zijn eigen bloed de zonde verzoend heeft, die wij zo schandelijk aan de hand zouden houden als God Zelf niet tussenbeide was gekomen. Dan zouden we voor eeuwig verloren zijn. Maar nu: er is redding!
God met ons! Bedenk eens wat dat inhoudt. Vandaag was Hij met mij, toen ik de wassen draaide, aan het stofzuigen was, gesprekken voerde. Ándere dingen deed. Was ik mij daar al die tijd van bewust? Ik heb er niet telkens concreet aan gedacht. Maar Gód wel! Hij dacht er wél aan. Want Hij doet wat Hij belooft! En dáárom is God met mij.
Machtig grote God, hoe goed kent U Uw mensenkindjes! Want juist nu in de tijd waarin wij denken aan Uw hemelvaart, komt Uw prachtige vertroosting tot ons. U kwam bij ons in deze wereld als de "God met ons", en kort voor Uw vertrek van de aarde naar de hemel zei U tegen degenen die U liefhebben: "Ziet, Ik ben met ulieden, al de dagen, tot de voleinding der wereld." U laat ons nóóit in de steek! Al bent U naar de hemel gegaan, U bent tóch bij ons op deze aarde. Onbegrijpelijk, en heel zeker!
Daarom, en om nog véél meer, wil ik U prijzen en loven en verheerlijken. Hoe groot zijt Gij, dat Gij ons nóóit verlaat. U bewijst Uw Naam, Immanuël, dat U bent en doet zoals U heet, en U onderstreept het nog eens, net voor Uw vertrek naar Uw Vader, om ons arme, bange mensjes, te vertroosten en te bemoedigen, dat U áltijd bij ons zult zijn en blijven - tot de voleinding der wereld. Iedere dag, ieder uur, iedere minuut, elke seconde.
Dat betekent dat U bij ons bent, wanneer het ons goed gaat. Goed gaat op school, in het gezin, in de familie, in de kerkelijke gemeente, op ons werk, met onze vrienden. Ja, zo heerlijk om te weten dat U dan bij ons bent.
Het betekent ook dat U bij ons bent, wanneer wij het moeilijk hebben. Moeilijk misschien in het gezin, op school, in de kerk of op het werk. Het kan zo zwaar zijn in het leven. Maar U bent er bij! Misschien ervaren we dat niet, of niet altijd. Maar U bént er wel, omdat U Uw belofte gestand doet. Trouwe God, tróuwe God. Dank U, dank U zó van harte, dat wij ons altijd, in álle omstandigheden op U mogen verlaten. We hoeven daar geen verre reis voor te maken, want... U bént bij ons.
Ja, wij loven U, o HEER'; want Uw Naam, zo rijk van eer, is tot onze vreugd nabij!
Ik weet me zeer gezegend!