De muur en de bende
Noortje | Geen reacties | 22-01-2009| 13:29
Lastige dingen hebben we in ons leven allemaal wel eens. De een misschien meer dan de ander. En de een kan er misschien beter mee omgaan dan een ander, maar lastig blijft het. Moeilijk kan het zijn, of bedreigend zelfs. Je bent niet de eerste die doornen vindt op de weg. Lang geleden was er iemand die óók forse problemen had. Maar die ze achter zich mocht laten. Hoe?
Hij heeft er over geschreven. Laatst las ik het nog. Zo prachtig, zo bemoedigend ook. Nee, 't is vast niet prachtig als je een bende vindt op je pad. Je kijkt verschrikt om je heen hoe je hier aan ontkomen kunt. Géén uitweg! Help!
Ook wanneer je niet meer vooruit kunt, omdat er een muur voor je staat, kun je verbijsterd naar de toekomst kijken. Letterlijk toegemuurd. Hoe moet dat nu?
Als mens kun je je bij tijden geen raad weten met bepaalde omstandigheden. Deze schrijver kende dat ook: moeilijkheden kwamen op zijn pad en belemmerden zijn loop vooruit. Maar hij had een geheim. Een heel móói geheim. En dat geheim heeft hij aan ons meegedeeld. Wat was dat geheim?
Ik lees je voor uit zijn geschriften, wanneer hij schrijft over die muur en die bende: "Want met U loop ik door een bende en met mijn God spring ik over een muur." Wie is die U? Wel, dat wordt uitvoerig beschreven: Steenrots, Burcht, Uithelper, Rots, Schild, Hoorn van mijn heil, hoog Vertrek, Steunsel, mijn Sterkte. Geweldig! Dat... dat moet God zijn. Dat kán niet anders.
Dat was ook zijn geheim. Zelf zou hij nóóit met die bende overweg kunnen. Een niet te doorworstelen hindernis in je leven. Zelf zou hij nóóit die muur kunnen slechten. Een onoverkomelijke barricade. Maar lees nu wat hij schrijft: "Met U loop ik door een bende en met mijn God spring ik over een muur." Wat een geweldige uitredding.
Maar heb je het goed gelezen? Het kan tot bemoediging zijn om te zien wat er staat. Er staat niet: U ruimt de bende op en mijn God breekt de muur af. Nee, toen deze schrijver achterom keek, zag hij de bende nog stáán - maar mét God was hij er dóórgekomen. En ook de muur stond nog recht overeind - maar mét God sprong hij eróverheen.
Zo kan het in ons leven ook zijn. Niet alle moeilijkheden worden opgelost, niet alle problemen verholpen. Maar het kan wel zo zijn dat er een moment in je leven komt, dat je, achteromziende, mag zeggen: Met mijn God kwam ik er door! En die hoop mag ik je doorgeven.
Want de schrijver van dit voorval is allang overleden. David heette hij. Maar zijn Hulp en zijn Sterkte van toen leeft nóg, en leeft tot in alle eeuwigheid. Wát een troost. Is Hij de jouwe al geworden? Dat kan vandaag nog. Ik gun het je zo dat je, mét David, verwonderd kunt uitroepen: Want wie is God behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen dan alleen onze God?
Zing maar met deze David mee:
Ik kan met U door sterke benden dringen,
met mijnen God zelfs over muren springen.
Des HEEREN weg is gans volmaakt en recht;
doorlouterd, rein en trouw al wat Hij zegt.
Hij is een Schild en Schutsheer voor de vrome,
voor wie tot Hem de toevlucht heeft genomen.
Wie is een God als Hij in tegenheên?
Wie is een Rots, dan onze God alleen?
Het is God, Die mij met kracht omgordt, en Hij heeft mijn weg volkomen gemaakt!
Wát een God!