Vurige vijand, brandende liefde
Noortje | Geen reacties | 09-04-2009| 15:48
Enige tijd geleden hebben we waarschijnlijk allemaal wel iets gehoord of gezien over de enorme branden in Australië. Het is onbeschrijflijk hoe verwoestend het vuur om zich heen heeft gegrepen. Wat een mensen zijn er omgekomen in de vlammen! Niet te bevatten hoe erg. Er is van alles gedaan om het vuur te bestrijden. En toch ging het maar door, ging het maar door. Mensen hebben doodsangsten uitgestaan. Veel mensen zijn misschien wel gered, echter al hun bezittingen gingen verloren. Wonderlijke dingen zijn er ook! In een totaal zwart geblakerde omgeving blijken er óók huizen gespaard te zijn geweest. Hoe bijzonder.
Dat deed mij aan iets denken. Soms worden, om grotere schade te beperken, gecontroleerd branden aangestoken. Algemeen bekend is dat een plek die recent in brand heeft gestaan, niet opnieuw vlam zal vatten. Waar het vuur geweest is, komt het niet meer. Zo kunnen belangrijke zaken gecontroleerd beschermd worden. Paradoxaal.
Dit beeld is intens mooi! Denk er eens aan hoe de Heere Jezus in al Zijn pijn, in de verzoekingen die Hij moest doorstaan, in de versmaadheden die Hij heeft geleden, óók de helse angsten en smarten waarin Hij terecht kwam, Zijn enorme lijdensweg op aarde, uiteindelijk Zijn leven gaf. Hij stierf. Zó groot was de liefde voor Zijn Vader, Die Hem naar deze aarde zond om Zijn bloed te geven voor een verzoening voor onze zonden.
Zó groot was de liefde van de Heere Jezus dat Hij Zijn leven zette voor Zijn vrienden. Het vuur van Gods toorn over de zonde heeft Jézus geraakt! Jezus heeft de smarten gedragen. Maar Goddelijk wonder: Hij is ópgestaan! Hij leeft, en Hij leeft voor eeuwig! De dood kon Hem niet houden. Het verterende vuur heeft Hem niet voor immer verwoest. Hij kwam als Overwinnaar uit het graf. Genade van God!
En nu terug naar dat beeld: als wij in Jézus zijn, voor eeuwig geborgen in Hem, door het geloof, dan zal, wanneer wij door het vuur zullen gaan, de vlam ons niet aansteken. Wij zijn veilig en geborgen in onze Redder en Heiland. Zal ons hart dan niet van wederliefde gaan branden, omdat Zijn hart brandde voor ons?
Beef, satan! Hij, Die ons geleidt, zal u de vaan doen strijken!
Immers: waar het vuur geweest is, kómt het níét meer!