Weblog archief : dominee in de bajes
Ds. van Binnendijk | Geen reacties | 11-10-2012| 13:44
Refoweb-panellid ds. M. F. van Binnendijk verbleef in Kampala, Oeganda, om daar zes weken lang als vrijwilliger te werken onder gevangenen in Kigo Prison. Namens "Second Support Chance", een project van Victor Wildeman en zijn vrouw, wilde ds. Van Binnendijk helpen gevangenen een tweede kans te geven, zowel binnen als buiten de gevangenis. Naast persoonlijke ondersteuning in de vorm van gespreksgroepen, Bijbelstudie en contacten met de veroordeelden, wilde de predikant zich vooral richten op renovatie van het sterk in verval geraakte kerkgebouw van de staf. Refoweb volgde hem op de voet.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Maandag 1 oktober 2012
Een busy day. Vanmorgen vroeg al op pad, terwijl de zon nog bezig was wakker te worden. Helaas moesten we op Old Park lang wachten voor we naar Kigo konden. De matatu náár de stad nam onverwacht een afslag en reed dwars door een krottenwijk. Daar wordt je toch bepaald triest van. Het enige ‘licht’ was een spontane lach op het gezicht van een meisje.
Vandaag komt Paul Geurts (gestationeerd in Zuid-Soedan) en zal rond 12.00 uur vanaf Entebbe naar Kigo komen om het werk van SCS in Kigo Prison te bekijken. Paul is verbonden aan het Nederlandse gevangeniswezen en is ook in die functie voor SCS van belang. Henri Dyoko is een tikkie nerveus, want hij wil vanmorgen de kliniek en de ziekenzaal op orde hebben voordat muzungu Paul komt.
Peter en ik nemen ruim de tijd om onze visie op het kerkgebouw door te nemen. Het is zijn gebouw, en een blanke muzungu moet niet even komen vertellen wat er moet veranderen Maar we hebben een heel goede understanding. Hij had al één en ander gezien, en is er buitengewoon blij mee. Natuurlijk heeft hij ook ideeën, heel goede, die ik probeer in te passen in mijn (vooral financiële) plan.
Hij houdt voor de staf diensten in de kerk, en voor de gevangenen binnen in de boma. Verder trekt hij zich vooral het lot aan van de kinderen van de gevangenen. In Afrika is de man kostwinner. Als een man om wat voor reden ook (en dat is een heel ruim begrip hier) in de gevangenis terechtkomt, dan zijn de kinderen zo goed als ‘verloren’. Daarom heeft Peter een stuk land gekocht met een gebouw dat hij als school wil gaan inrichten voor deze kinderen.
Met Vincent, de elektricien, bespreek ik de ‘bezuiniging’ die ik met Peter heb doorgenomen op de elektra, waar hij op zijn beurt toch wel moeite mee heeft, omdat de kans op kortsluiting (type bekabeling en belichting) groter is wanneer we één en ander wegsnoeien.
Tevens bekruipt mij het bange gevoel of ik dit hele project wel in 18 dagen afkrijg. Vandaar dat ik probeer om veel mogelijk er elke dag er te zijn. Daarbij is mij ook van verschillende kanten gevraagd om ook iets als een preek of Bijbelstudie te gaan houden. Zo trok Henriëtte (CO van de womensprison) mij bij het weggaan nog even aan mijn mouw en vroeg: “When are you coming to us and preach?” Verwachting is er zeker en volop aanwezig!
In de boma wordt een katholieke dienst gehouden. De muziekgroep was alvast aan het oefenen.
Op weg naar het studiecentrum hoorde ik ineens iemand met een kleurrijke bariton zingen, die de grond tussen de groente aan het losharken was: “The sign of Victory…”. Ik kon niet nalaten me om te draaien en te vragen: “And what is your sign of victory?” Waarop een geanimeerd gesprek ontstond met een jongen die graag zanger wil worden als hij uit de gevangenis komt. Hij wiil zich er serieus in gaan bekwamen “and become a star of Uganda”. Hij had duidelijk een doel en een visie. Geweldig.
Ik merk bij meer van dit soort jongens dat ze heel goed beseffen dat de buitenwereld niet veel anders is dan de ‘binnenwereld’ van de gevangenis. Maar dat deze tijd wel in meerdere opzichten hen een stuk bewustwording geeft. Daarbij merk ik ook de doorwerkend invloed van wat Victor hier doet en welk een hoge mate van respect hij afdwingt. Iemand die niets komt halen, maar wel brengen.
Zondag 30 september
Vanmorgen opgemaakt om naar de kerk in Heritage High School te gaan. Vandaag het vierde deel uit Jozua: Make a Commitment. Victor draait nog snel een kopietje van Google Maps, handig voor in de matatu, want ik wil een shortcut nemen van Gaba Road naar de kerk. Moet ik uitstappen bij Kansanga-Kiwafu-Road, die aflopen. Victor blijft thuis. Terwijl ik aan de straat voor Pearl wacht op de matatu, die ‘s zondags veel minder frequent rijden, komt er een oudere man achter zijn fiets omhoog gezeuld, in de richting die ik ook moet. Op de bagagedrager ligt een grote zak met “zwaar en onbekend”. Als hij ter hoogte van mij is, moeten er enkele Samaritaanse trekjes in mij naar boven zijn gekropen…dus ik steek de weg over en vraag hem of ik een handje zal helpen duwen. Die man vergat prompt wat ‘nee’ is in het Luganda, dus “zo gingen die beiden tesamen“.
Boven op de heuvel kan hij weer opstapen, en temeer komt er een matatu aan die mij oppikt. Uiterst behulpzaam word ik precies op de junction Gaba/Kiwafgu afgezet. Het blijkt dat dit geen short cut is maar precies dezelfde weg die Victor en ik vorige week ook liepen. Nog altijd een fors eindje. Maar ik was op tijd. Halverwege stopt er een jeep aan de overkant, gooit het raampje open en zegt de chauffeur, (blanke man met baardje, vrouw naast hem, 2 zwarte kinderen op de achterbank):
“Didn’t I see you in church last week?”
“Yep, you did sir”
“Are you going to church now?”
“Indeed so.”
“Well, please hop in the car then.”
Ik wil niet zeggen “Wie goed doet, goed ontmoet”. Maar het begon aardig warm te worden, temeer omdat er – hoewel ik niet gewend ben om een sabbatslast te dragen – in mijn rugzak een tweehonderd of meer breinaalden zaten, waarom Anja Terlouw Victor gevraagd had mee te nemen voor een te geven cursus. De man bleek pas voor de tweede keer hier naar de kerk te gaan, woont 6 uur rijden in het noorden. Dat hij mij gezien had nota bene, en mij op straat nog eens van achter herkende… kijk, dat vind ik knap.
De preek, dit keer door de plaatselijke predikant gehouden, net als vorige week gewoon in korte broek, maar niet minder bevlogen – ging over commitment. Een ring aan je hand (zelfde voorbeeld als vorige week, n.a.v. Jozua 5, de besnijdenis) is an outer sign for an inner commitment. De lijn van de preek ging over een commitment maken naar God, door te blijven in relationship with Him.
Na de dienst werd ik tijdens de koffie zomaar aangesproken door een kerkganger, zwarte onderwijzer die ergens in de wijken van Kampala woont. Hoewel Bas en Anja elders zijn genodigd, is Bas genegen mij even bij de kruising van Gaba Road af te zetten. Ik dacht voor 500 shilling weer thuis te komen met de matatu die uit de stad komt, richting Buziga Road. Maar dat pakte even anders uit. Ik vroeg drie keer of hij naar Buziga ging. Want Gaba gaat rechtdoor, een heel eind weg in een andere wijk. Hij zegt nog: “Yes… Yes…” Helemaal vertrouwen deed ik het niet. Ik mee. De bus rijdt. En ja hoor, rijdt op een gegeven moment naar mijn gevoel veel te lang rechtdoor. Als ik nog eens expliciet vraag naar Buziga, stopt de hele handel, gaat de conducteur hoegenaamd met de chauffeur in conclaaf, maar blijkt dat ik gewoon ‘genomen ben’. Deze rijdt inderdaad door naar Gaba… zoek het maar uit. Enfin, daar gingen mijn 500 shilling richting Nergenshuizen (Victor zei later: “Nooit betalen! Is zíjn fout.”). Die ‘conductor’ riep gauw een boda voor mij. Dat werd dus een extra 4000 UGX (ca. 1,30 euro).
Ik zeg tegen die brommerist:
"Buziga, how much?!”
“5000″.
Ik: “No, three and a half”.
Hij: “Four!”
Ik: “OK, four.”
Hij op pad. Bij de afslag herken ik het weer. Opvallend genoeg rijdt hij wel erg langzaam voor een boda. En hoe verder we rijden begint hij steeds vaker vaart te minderen, alsof hij denkt dat ik elk moment afstap. “Here?” “No.” “Here?” “No.” Bij de derde keer zeg ik, niet zonder enige stemverheffing (dit keer niet vanwege het lawaai van de uitlaat): “I’ll tell you massaaow!” (= stoppen). Tja, ik loop toch al een paar weken mee, en leren gaat vanzelf, bij mij dan. Als hij merkt dat het verder is dan hij gedacht had, roept hij ter hoogte van Cassia Lodge (zo’n 500 meter voor Pearl) ineens naar achteren: “Five!” Ik denk: Dank je de koekoek, vanaf de stad is het alleen al max. 4000… dit stukkie is nog geen 3000 waard). Nu kun je bij dit soort zaken het beste kontant geld (een aantal flappen van 1000) op zak hebben. Maar ja, na het kerkgeld had enkel nog één briefje van 1000 en één van 5000. Bij Pearl aangekomen zeg ik dus: “Now give me one”. Want als je vijf geeft is hij weg! Maar nee hoor, hij heeft geen change. Haalt zijn broekzakken leeg, toont een compleet lege (en wel erg mooie, vers gestreken) beurs tevoorschijn. Moet je mij hebben. Dit spel speel ik mee. Ik zeg: “You stay here, I’ll get you the money.” Nou, Victor had boven wat losse duizendjes, dus ik met 4 naar beneden. Kom ik aan, zegt die gast met uitgestoken hand: “Give me my money. Give me five!” Ja, dán word ik toch wel en fors beetje mamba. “No way. Don’t you steal, not even from a muzungu.” Ik draai me om en ben weg. Victor zegt later lachend: Tja, ook this is Uganda. Er zijn best vriendelijke mensen, maar er zijn ook ratten. Jij hebt er nu twee van dichtbij meegemaakt.” Het zal ook wel wat aan mij gelegen hebben, want tja, het ‘voeg u bij deze wagen‘ heb ik op het midden van de dag niet vernomen.
Zaterdag 29 september – grocery store day
Je zou zeggen dat Uganda een behoorlijk christelijk, if not: evangeliserend land is. Wanneer je iemand erg hard hoort schreeuwen – rijp voor tbs – dan blijkt dat een straatevangelist te zijn, wat/die hier zeer gewaardeerd wordt. Er rijdt geen matatu rond, of er staat in grote letters wel een boodschap. Een enkele keer zoiets als: “Alla’achbar” (allah is groot), maar in meerdere mate een aanspraak, wens of gebed met de naam van God of Jezus. Ook gebouwen – meestal winkels – zijn rijkelijk van “christelijke” teksten voorzien, zoals “God is good”, “God is mercy”, “God is able” …maar doorgaans dan wel op déze manier:
Is dit nu evangelisatie of ijdel gebruik van de Naam? Wellicht geldt ook hiervan: This is Uganda (again).
Donderdag 27 september – Dag van Ontmoeting (= geen moeten)
Tijdens de business meeting gisteravond vertelde Fons Hennekens dat er sinds vrijdag een Nederlander in de gevangenis zat (welke onbekend). Hij wist geen details, maar omdat de ambassade geen toestemming heeft om in de gevangenissen binnen te komen, ligt hier voor SCS een geweldige kans. Een telefoontje naar OC Prossy (wat een dijk van en meid, een van de beste OC’s in Uganda, hoofd van Remand, zie onder) konden we vanmorgen al terecht. (* OC = Officer in Charge)
We kwamen dit keer door de main gate waar we moesten intekenen. No big deal. Maar bij het hekwerk van de eigenlijke gevangenis stond een bewaakster die ons pertinent geen toegang wilde verlenen. Victor moest (bij uitzondering dit keer dus) zijn ID tevoorschijn halen. We konden buiten in een soort bushokje zitten en wachten tot madame ons geverifieerd had. Komen we het hek door, moeten we een wachtruimte binnen. No big deal, we laten onze tassen achter (op slot) en nemen de sleuteltjes in onze broekzak mee. Zo gebeurt dat in Kigo, Murchison en alle andere gevangenissen. Maar… dit ging toch even anders. Gefouilleerd, en ja hoor, ook de sleutels inleveren.
Moet je Victor hebben. Binnen twee seconden een megaconfrontatie van heb ik jou daar. Dat ik even voor muurbloempje speelde, laat zich raden. (“I’m not listening” hoor ik Gollum zeggen). “Niks ervan, ik heb veel geld in die tas, ik neem de sleutels gewoon mee.” “Oh, dus u denkt dat we uw geld stelen?” Na een flink welles-nietes kreeg Victor er genoeg van, pakte zijn telefoon uit zijn tas en belt OC Prossy. Binnen een halve minuut kwam een andere bewaker (namens Prossy) aangelopen en zei dat we onmiddellijk mochten doorlopen. This is Uganda! OK, formeel hadden die bewakers gelijk, maar in Uganda loopt het even iets anders dan wij in Kaasland gewend zijn. En met een dijk als Victor die bij ambassadeurs met voornamen binnenloopt, en met voorname ministers en OC’s aan tafel zit alsof ze bij elkaar in de klas gezeten hebben, nog afgezien van het werk dat hij hier voor elkaar gekregen heeft…dan kan hij heel wat potjes breken, and I don’t blame him!
Over de inhoud van wat er het uur daarna gebeurde en besproken werd, kan ik uiteraard hier niet schrijven. That’s classified. Voor mij een geweldig leermoment. These are the moments that happen just once in a lifetime. Maar de casus zelf is typisch Ugandees. Ten onrechte iemand vertrouwd, geld niet gebruikt om zoals gevraagd de rekeningen te betalen en nu als ‘Debtor’ opgesloten. Hij vindt het ‘een nachtmerrie’ en eerlijk gezegd is het dat ook om als Nederlander in een gevangenis van Uganda terecht te komen.
Wat betreft de gevangenen nog dit. Op hun rug staat meestal ook een werkpositie. De één werkt in de werkplaats en heeft het opschrift ‘Carpenter’ of ‘Carp’. Wie in de metaalsecor werkt is van de ‘Workshop’. Dat is maar net een aanduiding om te weten waar iemand is of werkt. Het is een bewuste keuze van iemand om zich in te zetten om – wanneer ze vrij komen – aan het werk te kunnen met een skill. Walter zei onlangs tegen me: “They need an ‘excitement’.” Wij zouden zeggen, een drive. Dat is de basis, niet alleen om optimaal de tijd dat je ‘zit’ door te brengen. Maar ook om werkelijk toekomstgericht bezig te zijn. Natuurlijk zie ik ook inmates die gaan langs de rand zitten, met een waas voor hun ogen. Bij sommigen komt dat door psychische beschadiging, maar anderen kiezen bewust voor lethargie. Wat een verschil.
Wat betreft de ‘werktaken, deze worden trouwens gewoon met een printkarton en vetzwarte inkt letterlijk op de rug van de shirts gedrukt.
Als Victor hem aantrekt weten we dat hij thuishoort in het Huis van bewaring (remands) te Kampala (KLA) en als taak heeft ‘Representative of Prisonsers (RPC; waar de ‘c’ voor staat weet ik nog niet) in de kliniek (clinic, mag voor zich spreken). Elke cel heeft een RPC en elk cellenblok weer een RPC enz. Het zijn inmates, die door stemming worden verkozen.
Vervolgens liepen we naar Murchison Prison aan de overkant van de heuvel, om Hillary Opio te bezoeken, die zijn hand geblesseerd heeft tijden SCS-werkzaamheden in Kigo. Dat zeg ik niet helemaal goed. Er is een ongeluk gebeurd (pikhouweel? we weten het nog steeds niet precies) waarbij zijn middelste vinger van binnen zodanig open ligt dat je de pezen ziet liggen, geen fris gezicht! Dat Victor voor hem een uitzondering maakt in bezoek en hulp ligt voor de hand. Wij zijn als SCS niet verantwoordelijk, maar we nemen wel onze verantwoording. Na overleg besluit Victor een klein bedrag op Hillary’s rekening te zetten om kolen te kunnen kopen (hij heeft behoefte aan kokend water) en medicijnen voor zijn hand. Het is niet veel, maar dankbaarheid is hier een woord dat je niet kan omschrijven. Just look into his eyes.
Tot onze verrassing is Fred al druk bezig met de hoezen voor de 32 matrassen voor de ziekenboeg te maken.
Snorren dat hij doet. Nog beter dan mijn moeders naaimachine…
Na afscheid te hebben genomen – ik wist niet dat je in een gevangenis zo hartelijk en oprecht kunt lachen! – namen we de matatu naar Kigo voor het tweede deel van deze dag. Hier een blik op de bushalte (Old Taxi Park). Dat is even wat anders dan de dienstregeling bij ons thuis. We hadden bij vertrek meteen een traffic jam, toen oom agent het verkeer verderop weer eens plat legde…
In Kigo bezochten we eerst met Henry en Vincent de kerk. Walter heeft gisteren, toen ik al weg was, nog enkele frames klaar gekregen. Met hem ben ik overeengekomen dat we maandag avond de screens helemaal klaar hebben (screen party). Met Henry Dyogo (vandaag zie ik hem voor het eerst in uniform) afgesproken dat we de bondex (stopverf op dak) tegelijk met het schilderen van het plafond (of gewoon: de binnenkant van het golfplaten dak) van binnen in twee tot drie dagen gefikst hebben. Klinkt allemaal logisch, maar zij worden door ‘mijn projekt’ wel van het werk in de boma afgehouden.
Omgekeerd is het wel hun duidelijk dat ik nog maar 3 weken heb om de klus te klaren en aan het thuisfront, met name de gulle gevers (die allemaal persoonlijk door SCS bedankt worden) wel het nodige willen laten zien. Beetje tegenvaller vanmiddag was de begroting die elektricien Vincent schat op 1.269.000 UGX (oegandese shilling), omgerekend zo’n 400 euro. Dat is de helft van mijn budget.
Mochten er lieve lezertjes zijn, die zich nu aangesproken weten… feel free to donate whatever you can spend.
Bankrekening SCS:
Triodos Bank te Zeist 19.83.79.935 t.n.v. Second Chance Support (SCS) te Woerden
IBAN: NL40TRIO0198379935
BIC: TRIONL2U.
Daarna had ik kostbare gesprekken met enkele inmates. De meest opmerkelijke was ene Jude, niet de Iskariot, maar Judas Thaddeus, zoals hij mij uitlegt, een bijzonder serieuze, katholieke jongen, die al 3 jaar en een maand vastzit. Hij kwam doelgericht op mij aanlopen en zei: “Hello mister Rien. I’ve been waiting for you. For God has told me that you would come. You didn’t come because you wanted to, or because of Musana (Victor) wanted to, but God brought you here.” Ik dacht: “Oppassen nu, dit wordt interessant. Vanmorgen al twee keer aangesproken met het verzoek om zeep, en nieuwe schoenen voor een ander… maar dan zonder zo’n fraaie introductie als deze. Maar aan de ogen van Jude, zijn houding en lichaamstaal, en vooral het vervolg erna, merkte ik dat ik mezelf schaamteloos neerzette als aarts-scepticus. Hij kwam niets halen, maar hij bracht zijn hart mee.
De meest opmerkelijke uitspraak die hij maakte en me nog steeds behoorlijk bezighoudt: “Ik ben hier in de gevangenis werkelijk bekeerd door de prediking van een predikant over Mat. 2 (de wijzen uit het oosten) met de woorden: ‘Ga niet terug langs dezelfde weg waarlangs je kwam’. Dat gold toen voor mij, omdat ik een ander leven kende. Maar, Rien, ik wil je dit zeggen: Het geld ook voor jou. This is my message that God wants me to tell you: Don’t go back the way you came…”
Heftig. Als Jude nou een pentecostal was, of een born-again-christian of zelfs een evangelical – niks ten nadelen van deze broeders en zusters, hoor! – dan had ik zijn woorden zeker met enige hartige smaakversterker tot mij genomen. Maar als katholiek die mij – protestant – op zo’n ongekend respectvolle manier, gericht en bewust, benaderde. Daarbij kregen zijn woorden (voor mij) nog eens een existentiële lading, dat ik even confuus was. Dat werd nog eens versterkt door zijn uitleg.
Hij wees op de groentetuin. Overal langs de paden van de boma liggen borders waarin diverse groenten worden geteeld. Eén zo’n plant heet Sukuma Wiki. Deze plant – de naam betekent: de week door duwen (sukuma wiki is a food used to stretch the meals to last for the week) - groeit voortdurend omhoog, en elke dag worden er enkele bladeren afgebroken. Op elke breuk ontstaat weer een nieuw blaadje. Je neemt een blad en de plant geeft een nieuw blad ervoor terug.
Jude liet mij de nieuwe lootjes zien waar ze gisteren een blad geplukt hadden om te eten. “Kijk, deze is gisteren afgebroken, en hier zie je alweer een nieuw blad komen. Dat is zo anders dan bij bloemkool. Dat is een egoïstische groente. Die klapt zijn bladeren helemaal om de kool, en wil niets delen. You are like the Subawiki.”
Nou, Rien, daar sta je als bonds-domineetje midden in de boma van Kigo Prison, 5000 kilometer van huis, met je mond vol tanden en een hart vol verwondering.
Wegwijzers onderweg. Dat heet… contact.
Woensdag 26 september 2012 – Kigo all by myself
Omdat Victor andere plannen had voor vandaag, ben ik er voor het eerst alleen op uitgegaan. Ik verwachtte Yusuf om 8.30 met zijn brommer, maar een geweldige stormbui uit het zuidoosten kwam vanaf de baai aangedreven en gaf mij inspiratie om de videocamera te pakken. Wat klinkt dat onweer hier diep en prachtig. Yusuf, die van de noordkant van Kampala moest komen, belde dat hij pas na de regen ging vertrekken.
Het werd een heerlijke, frisse rit door de rimboe. Dit keer geen benauwde matatu, maar uitdagende dirtroads, weliswaar nat, maar stofvrij. Vreemde gewaarwording met T-shirt en overhemd en nog eens een regenjack aan en je hoofd in de wind.
Al kwam ik later aan, van verre werd ik door Nicholas opgewacht, en hij begeleidde mij naar de kerk. Daar hoorde ik al hamergeklop en geboor… het bruiste van energie en werklust. Ik hoefde weinig anders te doen dan alles nalopen en mijn complimenten uit te delen. Twee andere vensters waren al in frame gezet, en Walter was druk bezig met de schermpjes van hor nr. 1. Hij heeft (in tegenstelling tot mijn eerste idee) het gaas aan de binnenkant gespijkerd. Hierover heeft hij een latje gepland. Deze worden (nota bene) met de hand gezaagd. Zie je het voor je?
Begin van de middag heb ik langdurig overleg met Vincent die de elektriciteit voor zijn rekening neemt. Hij zal een begrotingsplan opstellen, die er goed uit ziet maar m.i. een forse aanslag gaat plegen op mijn budget. We willen geen luxe, maar wel netjes en kwaliteit.
Omdat we vanavond bij de ambassadeur, Fons Hennekens, verwacht worden voor een ontmoeting met de Nederlandse zakenlieden in Kampala, moet ik eerder weg. Dat lukt niet helemaal, omdat de eerstvolgende matatu pas na driekwart uur verschijnt. Ik wilde op Samala Road eruit bij de halte maar de matatu zette mij een halve kilometer eerder af… en toen nog een boda tripje naar Pearl (beetje riskant ritje dit keer).
Enfin, Victor had al ge-SMS-t dat ik kalm aan kon doen. Tegen zessen waren we op de plot van Ronald en Joan Scheers, waar dit keer de ontmoeting plaatsvond. Na enkele introducties en toespraken keuvelden we tot achten. Omdat wij geen vervoer hebben, bood de ambassadeur himself aan ons tot aan de weg te brengen. Hoewel Victor en ik nadezen een patatje zouden gaan eten beneden aan de weg, waren twee oer-Hollandse (nou ja) oliebollen bij de cocktail met wat kipsateetjes vet genoeg om ons daarvan te doen afzien. Een kop thee en even oer-Hollandse custard vla maken vandaag het menu uit.
Dinsdag 25 September 2012 – Working Day with great satisfaction
Vandaag hadden we onze eerste werkafspraak op Kigo Prison. Als eerste gingen we de schade opnemen die de storm van gistermiddag heeft aangericht. Er blijkt een fors aantal joints te zijn verbogen en zelfs afgebroken. Naar ik kan overzien hebben de inmates gisteren als een haas de tenten (tijdens de storm) afgebroken en in de kliniek opgetast. Plan van aanpak (afdeling Victor) is om het meeste metaal weer naar Murchison Prison te transporteren en daar in de afdeling met lasapparatuur verbindingsstukken te maken en het geheel te verstevigen. De tentdoeken zijn gelukkig onbeschadigd gebleven. Ook het studiecentrum schiet lekker op. De vloer is vandaag helemaal geëgaliseerd, en het dak heeft de storm doorstaan.
Er lag voor aankomst nog een andere “situatie” voor handen. Vorige week schijnt de OC, de baas van Kigo Prison (Mr. Apollo, voor Victor en mij in spreektaal gemakshalve “nr. 13” genoemd) buiten onze afspraak en goedkeuring om al materiaal voor de Staff Church te hebben gekocht van het SCS voorschot. Henry Dyongo had een prachtige begroting opgesteld.
Gelukkig bleek bij nader inzien deze misser in mijn voordeel: hoewel het hout van afwijkende afmeting is dan ik gepland heb, kunnen we het toch goed gebruiken. Ik hoef nu niet apart een dag met Henry naar de houthandel te gaan om balken te laten maken en te transporteren. Kortom, ik kon vandaag met handen en voeten meteen aan de slag. Nou ja, metéén… daar gaat op zijn Afrikaans wel even een forse tijd overheen aan overleg, grapjes, uitleg, en nog eens uitleg… en dan instemming, en uiteindelijk overeenstemming. Dat houdt ook de stemming er tegelijk goed in.
Vooral over (de uitspraak van) mijn naam wordt nogal gelachen. Rien is moeilijker dan Rain (regen, in Luganda: Nkova), maar tegenover Victor, die de naam Musana (zonneschijn) heeft gekregen, is dat wel grappig.
Toen we afgestemd waren trommelde Walter (hoofd carpenters van Kigo) en vijftal inmates op die normaliter ook voor de meubelmakerij werken (achterop hun shirt staat carpentry).
Verder leek het ons handig om de bovenste raam-delen van vast gaas te voorzien. Het is wat improviseren met één boor, één schroevendraaier, enkele boortjes, de stroom die bij tijden uitvalt. Het is wat passen en meten, maar er zitten handige jongens bij, die goed begrijpen wat er van hen en van het project verwacht wordt. Geweldig.
Ik werd wat verrast toen Walter mij vroeg om mijn schroeven te gaan halen (degene, die ik gisteren gekocht had en op the office heb laten liggen in een speciale afgesloten kist van SCS). Hij zou mij wel escorteren. Maar hij boog af naar zijn woning, en nodigde me namens zijn vrouw uit op de lunch. Onder tafel haalde zijn vrouw een kan met teil tevoorschijn en ik waste mijn handen onder het water dat zij opgoot. Walter schepte een soort maïskoek op met een warme saus van spliterwten. Ik was wel even beducht vanwege mijn Europese maag, maar tot nog toe heb ik nergens last van. Voor we begonnen deed zij vrouw een gebed.
Genodigd worden en de maaltijd gebruiken zijn bijzondere dingen. Ik aanvaard ze met dankbaarheid.
Om half vijf moesten de inmates weer terug in het cellencomplex. Ten noorden van het kamp ontwikkelde zich onweer, maar het bleef bij gerommel in de verte.
Op de terugweg naar de matatu bleek dat er vandaag 72 vrouwen in de vrouwengevangenis zaten, waar 40 acceptabel is.
Maandag 24 september – Murchison Bay Prison Carpentry
Vandaag heb ik met Victor een bezoek gebracht aan Luzira Prison.
Zoals ik gisteren al schreef bestaat dit complex uit een aantal afzonderlijke afdelingen. Luzira is de naam van de heuvel en verzamelnaam van het hele complex. Vandaag specifiek naar Murchison Bay Prison (inderdaad, dezelfde naam als het park van vorige week, maar dan van een heel ander entertainment-gehalte, if I may say so).
Let op de poster erachter. ‘t Is maar de vraag wie hier droomt…
Murchison Bay Prison is vooral van belang voor Kigo, omdat dit complex een heel gave afdeling houtbewerking en apparatuur heeft. In Kigo hangen er zeggen en schrijven twee handzagen, een roestig zaagblad en een spijker aan de muur. In Luzria (zo noem ik het nu maar even) zijn elektrische boren, freesmachines, bandzagen enz. Hier worden bedden, meubels, bedkastjes, banken, stoelen en wat al niet meer gemaakt. Mahagoni and bambu. Geoffrey Abwon is Victors rechterhand in Luzira. Hij runt de hele afdeling van hout, is zelf een puik houtbewerker. Hier laat hij mij zien hoe je ‘joints’ maakt door bamboe te verwarmen en te buigen.
Dit is het ‘kantoor’ van Geoffrey waar prototypes worden uitgeprobeerd. In de werkplaats staat het grote materiaal, waar naast gevangenen (geel) ook ‘gewoon’ personeel (blauwe overall) aan het werk is. Hier worden bijvoorbeeld balken gefreesd en geschaafd.
Hier geeft Geoffrey een demonstratie van hoek-freezen. Let wel… zie je de tandwielen draaien? Niets afgeschermd. Dit is in Nederland absoluut ondenkbaar.
Zondag 23 september – Church in Heritage High School
Wegens de safari vorige week moest ik de eredienst node missen. Maar vanmorgen kon ik mijn hart ophalen in de International Church, gehouden in Heritage High School. Voorganger vanmorgen was Dick Stockley, Brits chirurg/internist in Kampala, een zeer begaafd en begenadigd spreker, ook al stond hij voor ons in korte broek. Dat zal ongetwijfeld dateren uit de tijd dat hij als missionaris in Kampala kwam.
Er wordt deze weken een serie preken gehouden over Jozua 1 – 5. Dick Stockley was aan de beurt en behandelde de doortocht door de Jordaan (Joshua 3-4, God is also with you). Op het meest onmogelijke moment van het jaar (volop regenseizoen, dus hoog water van de Jordaan); op de meest onlogische plaats (pal tegenover de vesting Jericho, niet kilometers verderop); op de meest onlogische tijd (op de dag, niet ongemerkt ’s nachts); en op de meest onlogische manier (niet de getrainde soldaten, maar de priesters voorop, het risico dat de ark meegesleurd kan worden en zodoende Jozua’s reputatie zou vernietigen (“from hero to zero”) en dan is daar het geloofsvertrouwen van Jozua om toch te gaan.
Maar dan ben je er nog niet. Zijn ze eenmaal aan de overkant, dan komt de Jordaan weer terug, ben je in de rug afgesneden en heb je de stad voor je. Logistiek en strategisch heel hachelijk. En uitgerekend dan Jozua om alle mannen en jongens te laten besnijden. Dat kun je niet maken! Dan kun je niet vechten (koorts, ziek, zwak). Niet alleen Jozua werd beproefd (Mozes is dood, kun jij in zijn schaduw staan?) maar nu ook het volk. “Now the whole army and all the kids are tested, showing faith that God is in control of the timetable. God fights the battles, not them. Because you can’t fight after circumcision.” Dat spreekt voor zich.
Maar toen volgde een uitspraak die voor velen misschien randje was, maar aan de kracht van het geloof in zulke barre omstandigheden wel heel plastisch uitdrukking gaf (dat ook ik instemde met het lachsalvo, spreekt voor zich): “They might not have foreskins, but they have balls.”
Ik heb Dick Stockley na de dienst bij het koffiedrinken nog gesproken. Ik kreeg van hem zijn uitgeschreven preek, als mede-broeder van het Woord.
Morgen gaan we naar de heuvel c.q. wijk Luzira (Kampala noord). Hier staat een gevangeniscomplex dat uit diverse gebouwen bestaat.
De meest beveiligde huisvest twee soorten gevangen:
1. Condemned – de ter dood veroordeelden
2. Convicted – veroordeelden
Dan is er een aparte afdeling voor de:
3. Remands – mensen in voorarrest
Vervolgens is er een blok met de naam:
4. Murchison Prison.
Hier bevindt zich de werkplaats, waar Victor onderricht heeft gegeven in het maken van de ziekenhuisbedden (de zgn. double deckers – stapelbedden- en de verstelbare bedden), en verder stoelen, kasten en wat dies meer zij voor Kigo Prison. Hier gaan we specifiek morgen kijken.
Eén van de volgende zondagen (niet a.s. want ik wil graag de vervolgprediking over Jozua 5 horen) zullen we een dienst bijwonen in – en dat is de vijfde afdeling
5. Luzira Women Prison.
Deze afdeling behoeft geen uitleg. Daarna een bezoek aan Uganda Prisons Service.
Vrijdag 21 september – Kigo Prison
Vanmorgen met de matatu* naar Kigo Prison. Een ruige rit, die langer duurde, omdat we nu niet zoals vorige keer binnendoor gingen met de boda, maar over de dirtroad. We werden hartelijk en met blijde gezichten gezichten (natural, niet opgefokt) ontvangen. Geen formaliteiten dit keer. Ook al zijn wij muzungu’s**, er is een amicaal contact.
Victor is bepaald in zijn nopjes, als blijkt dat er tijdens onze afwezigheid behoorlijk is (onder bezielde leiding van Henri) doorgewerkt aan het hospitaal, de ziekenboeg en de tandartspraktijk. Na wat finetuning kan dit volgende weeg als AF worden beschouwd. Hoewel het al 16.00 uur was (we moesten nog inkopen doen en mijn beurt om te koken) hebben we toch ook de begroting van het kerk-project nog doorgenomen.
Als het meezit – en dat doet het dus – komen we met de financiën voor dit project net rond, al zal het tot de binnenkant beperkt moeten blijven. Eén gemeente heeft royaal geschonken, van een andere heb ik een toezegging gekregen, en een derde mailde vanmorgen geen belangstellng te hebben. So be it. C’est la vie. We zijn dankbaar voor wat we hebben, doen en kunnen betekenen.
Het viel mij op dat er vandaag ongekend veel stof en smog in de lucht hing. Alle lantaarns en lampen waren heiig…en ik niet minder. Was blij dat we thuis waren. Mijn eerste keer om te koken voor Victor. Na gezellig shoppen midden in Kampala (met die heerlijke AH-Erlebnis van ons Hollandse huisvaders op donderdag of zaterdagochtend, toch?) hebben we samen er een ‘ruige’ avond van gemaakt: ieder met twee snickers, in volledige overgave en diepe stilte, ieder achter zijn leptop, te bloggen, te facebooken, whatever. RUIG DUS.
* Een matatu is een Toyota personenbusje waarvan er naar mijn eerste inschatting zo’n 500.000 alleen al in Kampala rondrijden. Op elke personenwagen rijden er 15 van zulke blauwgeblokte witte busjes. In elk kunnen 15 mensen (drie op de voorbank, vier banken erachter van elk 3). In sommige gevallen tot een maximum van 21 – 25. Maar dan hang je…(die chauffeur dan). Bedenk dat de meeste Oegandezen in Kampala wonen, en dat zijn er momenteel anderhalf miljoen. Naast de matatu zijn er (als gezegd) de legio bodobado’s, afgewisseld zoals vanmiddag opnieuw, door knullen op skeelers. Lastig als je met 50-60 km (!) dan ineens in een pothole komt.
** Met muzungu wordt doorgaans een blanke aangeduid. Aardig detail: muzungu komt van cirkelen, meanderen. Toen de eerste pioniers Livingstone en Stanley in Uganda kwamen, liepen ze alsmaar nieuwsgierig in rondjes… vandaar muzungu. Vandaag noem je zo iemand wellicht politicus.
Dinsdag 18 september:
Forse rit terug van Murchison naar Kampala, en dan door naar Jinja. Onderweg mnoesten we ‘even’ langzaam omdat een Coca Cola vrachtwagen over driekwart van de weg lag. Al die kratten, wat een glas. In Jinja krijgen we gelegdenheid om twee dagen te chillen. En dat is best nodig. Korte nachten, lange ritten, veel hotsebotse…maar wel gaaf. Morgen met de boot vast een beginnetje maken op de (Victoriaanse!) Nijl (dus niet die van Albert). Naar de overkant om de derde grote stad van Uganda (Jinja dus, meer een dorp, in oud koloniaalse stijl) te zien. Donderdag komt Jozef terug met de bus, en doen we nog een echte Nijl-safara op de boot. ‘s Middags terug naar Kampala waarna Nourdeen ‘s nachts weer naar Amsterdam vliegt… (jammer).
Maandag 17 september
Vandaag met de pont naar de overkant. Geweldige safari met de bus van Jozef. Vanwege het opklapbare dak konden we zonder enig gevaar om voor biefstuk te spelen naar hartelust filmen en fotograferen. Helaas lieten de olifanten het afweten vanwege het regenseizoen. Hoe droger hoe beter, hoe meer. Maar de girafs waren er zeker, wilde ossen, waterbuffels, kraanvogels, en… de hippo’s. Wat een geweldig mooie beesten, vooral als ze fourageren en luieren in het water.
‘s Middags reden we naar een andere lodge, waar we een chimp track deden. Omdat het geen natuuurpark maar een wild life park is, moet je maar afwachten waar de beesten heentrekken, na twee volle uren door de rimboe (en dan ook echt: de rimboe! – hoge schoenen, sokken over je broekspijpen, lange mouwen… allemaal beessies!) vonden we uiteindelijk een bange chimp moeder (die we alleen hoorden door heftig bladgeruis) en een bang chimp-jong, die we wel te zien kregen en die vanwege onze aanwezigheid krijste dat het een lieve lust was. En uitgerekend… van een meter of 20 hoogte precies bij Nourdeen op zijn mouw poepte.
Zondag 16 september
Zondag vertrokken naar Murchison Fall National Park in het noordwesten (route Kampala noord, dan linksaf noordwest). ‘s Middags al meteen met de boot de Nijl op (een bepaald Agatha Christie gevoel kan ik niet ontkennen) richting Murchoson Fall, een geweldige waterval een eind verderop. Daar legde de boot aan, en wie wilde kon naar boven lopen. Jozef zou ons daar weer oppikken. Een mooie ervaring, temeer als je bedenkt dat Livingstone en Stanley het met een bouwpakket-boot moesten doen, en dan voor het eerst.
14 september
Vandaag hebben we een kijkje genomen in de Kigo Prison, waar Victor werkt. De weg ernaar toe was al een belevenis op zich: ritje bodaboda dwars door de bergen en bossen. Omdat het vanmorgen geregend heeft was dit bijzonder aangenaam: dan stoft het minder onderweg en alles frist op.
Avontuurlijker kan het toch niet? Dat deze jongen van zijn land houdt behoeft geen uitleg…
Omdat ik voor het eerst een hoed draag in plaats van een pet (geen overbodige luxe om oren en nek te beschermen) kreeg ik vanmiddag van Nourdeen de bijnaam Indiana Jones. De foto die hij maakte en in passende stijl bewerkte getuigt van zijn niet aflatende humor en voortschrijdend inzicht…
Met zijn allen hebben we drie grote tenten opgebouwd waarin de gevangenen les kunnen volgen. Een van die tenten zal gebruikt worden als wachtkamer voor zieken, voor ze de kliniek in kunnen. Uiteraard staan we niet ledig toe te kijken…
Met Henri ga ik het dak van de gevangenis op, om zijn reparatie aan het studiecentrum vanmorgen te bezien. Toch wel even een belevenis om over golvend golfplaat (vandaar de naam?) te lopen. Maar met mijn Indostappers geen probleem…
Dat lijkt niet hoog, maar van een afstandje…
Omdat het vrijdag is, was er voor de moslim gevangenen gelegenheid voor het vrijdaggebed (Sala’at juma’a) buiten op de binnenplaats.
Daarna volgde een voetbalwedstrijd ter ere van ‘de buitenlandse bezoekers’. Vooraf maken de officials kennis met de spelers…
Tot groot plezier van de andere toeschouwers (naar zeggen een kleine 1200) deden Nourdeen en ik het laatste kwartier mee.
Nourdeen bij de oranje-hemden (Nederland) en om het spannend te houden, ik bij de geelhemden (Uganda). Uiteraard eindigden we, vanwege ons fanatieke spel, gelijk. Maar een penalty (waarvan ik het eerste schot voor onze ploeg nam, ver over natuurlijk) maakte van de aanvankelijke euforie voor de Ugandeze ploeg een verlies van 2-0, wat ik (uiteraard zeer begrijpelijk) tot in de kleine uurtjes van mijn kamergenoot moest incasseren…
Daarna de toespraken en de prijsuitreiking: eieren voor het team, de scheids, de grensrechter en nog wat anderen… voor hen goud, als je weet dat deze jongens 365 dagen per jaar hetzelfde vitamineloze voedsel te eten krijgen…
Na de match ben ik met Henri, de aannemer, naar het kerkgebouw gegaan om een werkplan op te stellen. Volgende week, na de safari, krijg ik een begroting en dan kunnen we kijken wat realiseerbaar (want betaalbaar) is. in het kort:
1. Horren tegen vleermuizen en vogels; deur en dorpels (waar ze ook door naar binnen kruipen)
2. Elektra: nieuwe bedrading en een spotlamp op het kruis in de kerk (binnen; de lamp is er al).
3. Dak (lekkage) aanpakken
4. Schilderen BINNEN, zowel het plafond (met steigers) als de wanden.
Morgen rond 10 uur trekken we nog een keer per brommer Kampala in voor enkele highlights en daarna gaan we de jungle in. Kan zijn dat er dan enkele dagen geen verbinding is, en ik pas over een week verder kan bloggen.
13 september:
De eerste dag zit erop. Vanmiddag een globale indruk van de oude stad Kampala gekregen met “lopen over de markt”. Dat zeg ik nu wel zo even, maar in een stad van 1,5 miljoen inwoners is markt even een net iets ander begrip.
Wat op mij vooral indruk maakte – naast stof en smog – was de (letterlijke) lavastroom van taxibusjes (honderden) die de stad uit stroomde (een half uur in de dikke file voor een stoplicht is zelfs via dit blog niet echt uit te leggen, dat moet je echt zien en ervaren) die dan ook nog eens wedijverden met honderden bodaboda’s… (brommertaxis).
Vanmiddag hebben we het ministerie van gevangeniswezen bezocht (UPS, Uganda Prison Service) waar ook ons fiat-document is opgesteld om morgen en later de Kigo Prison te bezoeken. Ik heb wel de indruk dat ik het vanuit Nederland wat rooskleuriger, zo niet: eenvoudiger heb voorgesteld dan ik het nu beleef. OK, de eerste indruk van de eerste dag… akoord… dat lijkt niet veel, maar toch overweldigend.
Het tweede wat een rare, irreele indruk maakte… wij zijn in Nederland meeuwen en kraaine gewend. Maar om in de stad maraboes te zoen vliegen en te landen en nestelen in bomen gewoon boven de weg… nee ik bedoel niet National Geographics met zijn mooie filmpjes en shots, ik bedoel lijkenpikkers die met hun arrogante, pteranodonachtige vlucht over de stad en tusssen de flats vliegen, zeg maar als ooievaars bij ons op de termiek.
En dan verhalen van Victor over mensen die letterlijk in het verker doodgereden worden (hoogste aantal verkeersdoden ter wereld) en blijven liggen (niks lakens, niks privacy enz)… en auto’s “gewoon” door het bloed heenrijden…ik heb het gelukkig niet gezien, en hoop het niet te zien ook. Victor dus al wel… dan kijk ik wat anders tegen die vogels aan.
Vanavond op de bodaboda terug naar het appartement. Drie op twee brommers. Stel je voor: het is al donker, men rijdt links, smog, geen straatverlichting, twee man achterop… Nourdeen zei tijdens de rit: “Hoe moet je dit als statement zien: twee hollanders achterop een brommer, geen helm? Met een onverantwoorde gang over de weg, slalommend soms, volop in de rem, als ik rechts van Nourdeen over zijn schouder kijk (we rijden links!) en de busjes passeren datzelfde hoofd rakelings met hun spiegels… nee, laat ik het maar niet verder uitleggen…
Wat wel een mooi moment was (en er hangt ongekend veel humor in de lucht): zit een moslim (bekeerling) op de brommer met achter hem nog eens een dominee. Zegt die dominee: “Als dit geen overgave is.” En prompt er nog bij: “Dat bedoel ik dit keer niet eens religieus.”
Zegt Nourdeen: “Oh, ik vatte het juist wel religieius. Moslim en domninee vinden elkaar achterop de brommer in OVERGAVE.” Je begrijpt wel, dat worden tien bijzonder interessante dagen voor ons.
Terwijl ik dit schrijf begint beneden iemand met een cirkelzaag te werken… dat kun je toch niet voorstellen? Het is net 4 minuten over middernacht en mijn luiken vallen dicht… “Slaap lekker Rien!”