Christenhomo met relatie

dr. J. Hoek | Geen reacties | 16-05-2013| 14:59

Vraag

Ik ben 27 jaar en ik geloof in God. Ik ben opgegroeid in een hervormde kerk en een liefdevol, christelijk gezin. Mijn ouders zijn overtuigd christen en hebben mij en mijn broers opgevoed op een redelijk vrije manier, maar met een overduidelijk christelijke visie. Soms met wat (overbodige?) regels en manieren maar vooral uit de overtuiging dat het geloof de enige weg is tot geestelijk behoud. Ik heb een fijne jeugd gehad, geen nare ervaringen en vooral veel liefde. Niets stond mij en mijn broers in de weg tot een gelukkig leven.

Totdat ik op mijn 18e erachter kwam dat ik op jongens val. Ik ben gay. Zowel ik als mijn ouders hebben een lange 'lijdensweg' doorgemaakt vol met obstakels, verdriet, onbegrip en boosheid. Mijn ouders reageerden in eerste instantie ontzettend liefdevol, maar later kwamen toch de bekende reacties. "Is het geen fase? Je blijft onze zoon, maar een relatie is volgens de Bijbel niet juist." Eigenwijs als ik was ging ik mijn eigen weg en werd de afstand tussen mij en mijn ouders steeds groter. Over de afstand tussen mij en mijn gemeente maar niet te zwijgen. Ik ging (voor studie) uit huis en oude contacten en vrienden verwaterden of werden gewoonweg verbroken.

Ik leefde mijn leven en volgde mijn studie terwijl mijn ouders het onderwerp van gesprek waren in hun gemeente. Opmerkingen als: "Ik heb het gehoord van je zoon, wat verschrikkelijk voor je", waren meer regelmaat dan uitzondering. Erg fijn vond ik het toen ik hoorde dat mijn ouders tegen deze 'vrienden' altijd achter mij zijn blijven staan en deze 'vriendschappen' ook onder de loep hebben genomen. Het kwetste mij enorm om te weten dat ik twee mensen van wie ik zoveel hield veel verdriet deed en dat ik juist de persoon was die hier het minst aan kon doen. Zowel ik als zij stonden er volledig alleen voor. Ik heb altijd geweten dat zij dit niet zomaar konden accepteren. Let wel, het feit dat ik homo ben accepteerden zij wel, alleen een relatie keurden zij af.

Het was voor mij op zo'n moment erg makkelijk om mijn geloof van mij af te schudden. Ik had weinig gelovige vrienden over en de vrienden die ik had waren niet al te positief over het christelijk geloof na het horen van mijn verhalen. Ik voelde mij op een bepaalde manier ook door 'de kerk' gedwongen om een keuze te maken. Of christen en alleen. Of een heiden met een relatie. Dat is de keuze, take it or leave it; niet zozeer door mijn gemeente, maar door de verhalen en belevingen van christenen in het algemeen.

Ik heb die keus (gelukkig) niet gemaakt. Ik ben gaan bidden, onderzoeken en vragen. Nu, vele jaren later ben ik nog steeds christen en gay, met vriend. Mijn ouders hebben een leerproces samen met mij doorgemaakt waarin ook zij heel diep moesten nadenken over hun manier van geloven. Ze moesten wel, ik ben hun zoon. De band met mijn ouders is alleen maar sterker geworden en mijn vriend is van harte welkom. Ook hij heeft een hele goede band met mijn ouders en we kunnen openlijk over geloofskwesties praten. Het is beter dan ooit te voren, temeer omdat ik weet dat zij het niet 'moesten' accepteren van mij, maar zelf een leerproces hebben doorgemaakt waarbij wij een ieder in elkaars waarde laten.

Echter, voor de 'kerk' heb ik weinig goede woorden over (helaas). Tot nu toe heb ik geen kerk gevonden waar ik mij bij wil aansluiten. Ik ga wel naar de kerk, maar wil absoluut niet bij een gemeente horen. De gedachte dat mensen wegens een bepaalde opvatting als kuddedieren achter elkaar of achter een voorganger aanlopen, puur zodat ze zelf niet hoeven of kunnen nadenken, stuit mij gigantisch tegen de borst.

Voordat ik dit stuk schreef, heb ik bij de vragen op Refoweb gezocht op het onderwerp "homoseksualiteit". Ook daar kom ik antwoorden tegen van zowel leden als voorgangers die mij ontzettend kwetsen. Het doet mij zoveel verdriet dat christenen zoveel bezig zijn om voor elkaar te bepalen wat God wel of niet goed vindt. Ik wil niet teveel op de bijbelteksten ingaan en ik hoop dat u dat ook niet doet. Ik weet welke passages over "homoseksualiteit" zouden gaan; ik heb ze 1000 keer gelezen, geloof me. Ik ben echter van mening dat de vorm die we nu kennen, een liefdevolle relatie tussen twee mannen of vrouwen, in die tijd nog niet 'bestond' en de teksten die er over zouden gaan, bedoeld zijn m.b.t. rituele seksuele handelingen, tempelprostitutie en het verkrachten van mannen. Ook ben ik van mening dat als God, wanneer Hij het echt niet goed zou vinden, het op een veel duidelijkere en liefdevolle manier het in Zijn Boek zou zetten. Niet op een rij met verkrachters en moordenaars. Niet met zoveel haat. Dat is niet de God die ik ken. Hoe kan liefde tussen twee mensen, man of vrouw, een gruwel zijn in Gods ogen? Mogen wij geen relatie hebben? Is volgens de Bijbel het hebben van een relatie niet één van de meest primaire behoeften van een mens? Heeft God niet gezegd dat geen mens alleen hoeft te zijn?

Mijn vraag of suggestie naar u allen is, (alstublieft, ik smeek het u), stop met het uitzoeken van iets waarop niemand het antwoord weet. Neem het aan, wanneer ik zeg dat God mijn Vader is en ik Zijn kind wil zijn. U heeft een verantwoordelijkheid naar uw gemeenteleden en broeders. Er zijn zoveel mensen die het verborgen houden die tot een onmogelijke en onmenselijke beslissing worden gedwongen door hun dominee of hun vrienden. Ik kan het weten, het maakt je gek. Ik raad u van harte de film "Prayers for Bobby" aan, waarin de relatie tussen een moeder en haar homozoon en hun geloof de zoon er toe aanzet de beslissing te nemen een einde aan zijn leven te maken. Omdat er voor hem geen uitweg was. Hij mocht geen christen zijn omdat hij ervoor koos een relatie aan te gaan. Ik ben blij dat ik voor mijzelf een manier heb gevonden waarin ik God kan dienen en ervan overtuigd ben dat Hij van mij houdt en ik wens iedereen hetzelfde. Niemand heeft de ultieme waarheid: het handboek waarin geschreven staat hoe het moet. Niemand, behalve God. God bless.


Antwoord

Kiezen tussen de Bijbel of je kind?

1. Een noodzakelijke keus?

In Warmenhuizen woont de familie Van Walen. Het gezin bestaat uit vader, moeder en vier kinderen, twee jongens en twee meisjes. Ze horen bij een behoudende gereformeerde kerk. Elke zondag gaan vader, moeder, Elise (21), Leonard (18), Ingrid (16) en Peter (12) trouw naar de kerk. De verhoudingen in het gezin zijn goed, ouders en kinderen zijn in liefde aan elkaar verbonden. Elise heeft verkering met een jongeman uit een naburig dorp. Samen volgen ze de belijdeniscatechisatie. Leonard vertelt op een dag aan vader en moeder dat hij homogevoelens heeft en al een paar keer hevig verliefd is geweest op een jongen. Dit is voor de ouders een grote schok. Ze begrijpen niet hoe dit kan en piekeren erover of ze fouten hebben gemaakt in de opvoeding. Ze vragen zich af of ze nu moeten kiezen tussen hun zoon aan de ene kant en de Bijbel, die negatief spreekt over homoseksualiteit, aan de andere kant. Dat is een keus waar ze helemaal niet aan willen. Neen, ze willen van harte vasthouden aan wat de Bijbel van hen vraagt en tegelijkertijd van hun kind blijven houden zoals ze dat altijd hebben gedaan.

Ik denk dat pa en ma Van Walen op deze manier een goede houding innemen. Ze hoeven inderdaad niet te kiezen tussen de Bijbel of hun kind. In de Bijbel klinkt de stem van de goede Herder die bewogen is met mensen die vol vragen zitten. Wie echt naar de Bijbel luistert, gaat het beeld van Jezus vertonen. Hoe zou Christus zelf iemand tegemoet treden die homogevoelens heeft? In zijn boekje Het bezoek schrijft Adrian Plass hierover op een ontroerende manier. Een jongen komt er in de ontmoeting met Jezus achter dat deze hem niet in de eerste plaats met bepaalde voorschriften tegemoet treedt. Dus niet: ‘ Zo en zo moet je leven en als je aan die voorwaarden voldoet, praten we nog eens verder.’ Neen, Jezus is werkelijk in die jongen zelf geïnteresseerd. Hij heeft oog en hart voor deze unieke mens: ‘Hij wilde meer over mij weten; wat ik doe; wat me bezighoudt en meer van dat soort dingen. Het leek Hem echt te interesseren.’   Zo’n ontmoeting is geweldig bemoedigend. Daar knap je niet op af, maar daar knap je van op. In het voetspoor van Jezus (dus in het luisteren naar de Bijbel) behoeven liefhebbende ouders nooit hun kinderen te laten vallen. Integendeel, juist als je samen voor moeilijke vragen staat, draag je in liefde elkaars lasten.

Nu moeten we wel beseffen dat het niet in alle gezinnen zo harmonieus toegaat als bij de familie Van Walen. Er zijn ouders die zo in de knoop zitten met de problematiek dat ze ofwel hun kinderen afwijzend bejegenen ofwel de Bijbel aan de kant schuiven. Ik hoor te veel verhalen over jongeren met homogevoelens die beslist niet vol begrip worden opgevangen in hun ouderlijk huis. In zulke gevallen is de liefde bij het spreken over dit onderwerp ver te zoeken. Dat is een kwalijke zaak. Natuurlijk is het heel goed te begrijpen dat ouders verward en teleurgesteld zijn wanneer hun kind naar voren komt met de onverwachtse mededeling dat het homogevoelens heeft. Hun eerste reactie zal dan over het algemeen niet weloverwogen en rustig zijn. Maar bij nadere bezinning zouden de ouders toch duidelijk voor ogen moeten houden: ’Het is en blijft ons kind en we zullen laten blijken dat we onverminderd van hem of haar houden.’

2. De Bijbel is vol liefde

Wat zegt de Bijbel over homoseksualiteit? Bij het zoeken naar een antwoord op deze vraag moeten we niet in de eerste plaats naar losse teksten kijken. De Bijbel is het boek van de menslievende God die niet wil dat wij dolen in het duister, maar dat we zullen leven in het licht. De Bijbel is niet in de eerste plaats een wetboek, een bron van normen, maar Gods liefdesbrief, geadresseerd aan verloren zondaren. In heel de Bijbel horen we Gods hartenklop voor een wereld in nood. We zijn alleen dan ‘bijbelgetrouw’ wanneer in onze houding diezelfde hartelijke bewogenheid blijkt. Ouders die dit beseffen, willen in een liefdevolle nabijheid hun kinderen duidelijk laten zien dat Gods geboden heilzaam zijn. Gods richtlijnen zijn altijd richtlijnen ten leven en nooit bedoeld om het leven af te knijpen.

Laten jongere en oudere mensen met een homofiele gerichtheid daarom mogen ervaren dat er een biddende en liefdevolle gemeente om hen heen staat. God laat ons niet vallen, daarom mogen wij ook elkaar niet laten vallen. Dat is wat homofiele christenen hun heterofiele broeders en zusters vragen: Sta zij aan zij met ons en laten we zo samen, elk met zijn eigen moeilijkheden, de goede strijd van het geloof aangaan. Die strijd kan hevig zijn, maar samen staan we sterker en in Christus kan de overwinning ons niet ontgaan.

3. Verwarring alom

Er is nog altijd veel verwarring rondom ‘bijbel en homoseksualiteit’. Ouders die te maken krijgen met een kind dat ervoor uitkomt homogevoelens te hebben, zullen in veel gevallen tot dan toe nauwelijks nagedacht hebben over de vraag wat de Bijbel zegt over homoseksualiteit. Dikwijls zijn enkele scherp veroordelende en negatieve teksten het eerste waar ze aan denken. Het gaat dan over de zonden van de los geslagen steden Sodom en Gomorra (Genesis 19) of over seksuele handelingen die de Here een gruwel zijn (Leviticus 19)  of over ‘mannen die met mannen schandelijkheid bedrijven’ (Romeinen 1). Het zou nooit bij pa en ma Van Walen opgekomen zijn om zulke bijbelgedeelten en teksten te verbinden met hun zoon Leonard en ze voelen heel goed aan dat die teksten over andere toestanden gaan dan over de gevoelens waarover hun zoon met hen spreekt. Maar hoe zit het dan? Ze gaan er een boekje over lezen en praten erover met hun predikant.

De dominee maakt hun duidelijk dat er in de kerken heel verschillend wordt gedacht over homoseksualiteit en homoseksuele relaties. Je kunt kennelijk niet zomaar even de Bijbel opslaan om aan de hand van een paar bijbelteksten te laten zien hoe het zit met deze problematiek. Het punt is dat de Bijbel nergens afzonderlijke aandacht heeft voor het verschijnsel homoseksualiteit. Er wordt nergens ingegaan op vragen als: ‘Hoe is dit verschijnsel te verklaren en hoe kun je er verantwoord mee omgaan?’ Het komt alleen ter sprake in samenhang met allerlei vormen van wetteloosheid, dus in uitgesproken negatieve zin. Dan gaat het over heidense toestanden en een losgeslagen bende, waarbij seksuele contacten niets meer te maken hebben met diepe menselijke relaties. De Bijbel kent geen voorbeelden van twee mannen of twee vrouwen die in liefde en trouw samenleven, zoals we dat tegenwoordig zien gebeuren. Hoe je er ook over denkt dat twee mannen of twee vrouwen een intieme relatie met elkaar onderhouden en samenwonen, het is duidelijk dat je daar niet het etiket ‘sodomie’ op mag plakken. Sodom en Gomorra zijn immers volgens de Bijbel vergaan vanwege volstrekte liefdeloosheid en bandeloosheid. In Ezechiël 16: 49 worden de zonden van Sodom opgesomd: de inwoners van die stad gedroegen zich hoogmoedig en deden niets voor  de armen en de machtelozen. Zo bezien wordt de zonde van ‘sodomie’ door velen bedreven die met homoseksualiteit niets van doen hebben.  
 
Via het gesprek met hun predikant maken de ouders van Leonard kennis met de verschillende opvattingen binnen de christelijke kerken.  Het gaat in elk geval om minstens drie verschillende benaderingen:

a. Homoseksualiteit is een normale of verrijkende variant

Sommigen zien homoseksualiteit als een normale variant van menselijke seksualiteit, zoals bijvoorbeeld linkshandigheid een variant is naast rechtshandigheid. De homoseksuele oriëntatie is dus natuurlijk en normaal. De kerk moet daarom volgens hen voortaan heteroseksuele en homoseksuele relaties gelijk behandelen en dus homoparen die daarom vragen de zegen over hun verbintenis niet onthouden. Duurzame homoseksuele relaties in liefde en trouw moeten worden gezien als een juiste leefwijze voor homo’s. Gesteld wordt dan dat zo’n levensverbintenis  net als het huwelijk het karakter heeft van een verbond zoals de Bijbel daarover spreekt. De bijbelse veroordeling van homoseksueel gedrag is slechts bedoeld voor hetero’s die tegen hun eigen natuur ingaan. Deze veroordeling geldt echter niet voor mensen die volgens hun homoseksuele oriëntatie leven. Kortom: de bijbelse veroordeling van homoseksueel gedrag slaat niet op homo’s.

Een volgende stap die door de meeste aanhangers van de boven geschetste visie gezet wordt, is dat homoseksualiteit wordt gezien als een element van Gods goede schepping, een bijzondere vondst van de Schepper.  Het gaat er niet alleen maar om dat homoseksuele relaties ‘normaal’ en ‘natuurlijk’ zijn, ze zijn bovendien ‘goed’ of liever nog: ‘goedgekeurd door God’. Ze betekenen een extra mogelijkheid in het veelkleurige palet van menselijke relaties.

b. Homoseksualiteit als begaanbare weg in gebrokenheid

Anderen zien het voorkomen van homoseksualiteit niet als een variant in de goede schepping, maar als een teken van de gebrokenheid van de schepping. De mens is geschapen als een gemeenschapswezen en niet bedoeld als een geïsoleerde en eenzame enkeling, 'eenling is geenling'. Genesis 2 schildert hoe het verlangen van de man zijn vervulling vindt door de schepping van de vrouw. Als man en vrouw zijn Adam en Eva samen gelukkig. Zo is de ideale situatie. Maar in Genesis 3 wordt over de zondeval gesproken. Door de zonde is de schepping niet meer gaaf, maar gebroken. In die gebrokenheid is het zo dat mannen en vrouwen soms homogevoelens blijken te hebben in plaats van heterogevoelens. Dan kan het een heilzame ordening zijn voor de homofiele mens dat hij als man of zij als vrouw met iemand van hetzelfde geslacht  door het leven gaat.  De conclusie is dan:  Ook voor homoseksuelen kan seksualiteit zich op natuurlijke en humane wijze ontwikkelen in samenhang met vriendschap, liefde en erotiek.

c. Homoseksualiteit vraagt om een leven in onthouding

Veel christenen houden vast aan de traditionele opvatting die aansluit bij een kerntekst als Genesis 1: 27. De mens is geschapen als man en vrouw. Die twee zullen tot één vlees zijn in een hecht levensverbond. De man - vrouw verhouding kan niet worden vervangen door een man - man of vrouw- vrouw relatie. Om te kunnen spreken van een huwelijk is er meer nodig dan liefde en trouw. Het gaat daarbij ook om de polariteit van man en vrouw, inclusief de openheid voor de mogelijkheid tot voortplanting die met die polariteit gegeven is. Homoseksueel geslachtsverkeer moet dan worden opgevat als ‘onordelijk gedrag’, dus een handelen dat niet volgens Gods bedoeling is. De Bijbel geeft geen ruimte om af te wijken van de orde die God zelf in de schepping heeft gelegd.

4. Blijvende vragen

Vader en moeder Van Walen komen na wat ze hebben gehoord en gelezen tot de overtuiging dat de traditionele christelijke opvatting de juiste is. Ze praten daarover met Leonard en vervolgens, als hun zoon heeft aangegeven dat hij daar aan toe is, ook met de andere kinderen. Samen zijn ze het er in het gezin over eens dat de Here van mensen met homogevoelens vraagt niet te kiezen voor een seksuele relatie, maar op een andere manier ruimte te geven aan de beleving van die gevoelens.  Leonard mag er helemaal zijn in het gezin zoals hij is. Hij mag zichzelf aanvaarden als mens voor Gods aangezicht mét deze gevoelens. De ouders en de zusters, broer en aanstaande zwager beseffen dat Leonards homogevoelens geen ‘zonde’ zijn,  maar een situatie waarin hij zich nu eenmaal bevindt en waarmee hij op een verantwoorde manier om moet leren gaan. Het gaat er dan niet om dat hij deze homogevoelens gaat koesteren of op een verkeerde manier bevredigen, maar wel ze leert aanvaarden als behorend bij hemzelf.

Op een dag vertelt Leonard dat hij een heel goede vriend heeft, Christiaan, een jongen die ook homogevoelens heeft en met wie hij veel optrekt. Hij zegt er meteen bij dat hij nu niet van plan is met Christiaan samen te gaan wonen, maar dat hij ook niet kan en wil uitsluiten dat het daar in de toekomst wel van kan komen. Dit is aanleiding tot een nieuw diepgaand gesprek. Pa en ma Van Walen geven aan dat ze de betekenis van een goede en hechte vriendschap inzien. Ze geloven dat het fout is wanneer twee mannen seks met elkaar hebben, maar niet dat ze elkaar knap vinden, van elkaar houden en vriendschap met elkaar sluiten. Ze zijn echt niet tegen de vriendschap van Leonard en Christiaan wanneer deze zo veel voor hun zoon betekent. Leonard mag gerust een ‘soul mate’ hebben.  Maar ze zeggen er wel bij: ‘Vergeet niet, jongen, dat de vriendschap met God, met Christus, het allerbelangrijkste is en dat je niet tegen zijn wil in moet gaan.  Daar zul je immers nooit gelukkig van worden…’

En toch komt het ervan dat Leonard en Christiaan gaan samenwonen. Wat nu? Pa en ma Van Walen hebben het er erg moeilijk mee en zijn er diep verdrietig om. Hoe moeten ze nu hiermee omgaan? Welke weg wijst de Bijbel? Ze willen hun kind in liefde vasthouden, maar ze kunnen toch niet dien alsof ze deze relatie accepteren en daarmee tegen hun gewetensovertuiging in gaan. Bovendien is er ook de verantwoordelijkheid voor de andere  kinderen. Uiteindelijk besluiten ze dat ze toch Leonard en Christiaan thuis zullen blijven ontvangen en ook bij hen op bezoek zullen gaan. Ze mogen echter niet in Leonards ouderlijk huis blijven slapen. In een indringende brief verwoordt het rechtpaar Van Walen nog eens eerlijk en bewogen hoe ze tegenover de relatie van Leonard en Christiaan staan. Zo hebben deze de visie van Leonards ouders zwart op wit en kan daarover geen misverstand bestaan. Zo maken deze ouders zo goed mogelijk helder dat ze hun kind niet laten vallen, maar ook hun overtuiging geen geweld aandoen.         

Het mag duidelijk zijn dat er geen recepten te geven zijn voor alle mogelijke situaties. Er zijn vele blijvende vragen. Telkens weer is het gebed nodig om tact en wijsheid, om liefde en vastberadenheid om zo een weg te gaan die voor God verantwoord is.    
   
5. Positieve kanten

Helaas reageerden bepaalde mensen in de omgeving van de familie Van Walen keihard toen  bekend werd dat Leonard met zijn vriend was gaan samenwonen. Dit was voor het ouderpaar en ook voor de rest van het gezin een bittere ervaring. Ze hadden het er moeilijk mee dat er nu ineens op heel andere toon over hun zoon of broer werd gesproken en dat ze op z’n best door kennissen met meelijwekkende blikken werden bekeken. Daarom maakten ze aan die mensen duidelijk dat ze onverminderd van Leonard hielden en op allerlei punten nog steeds blij en dankbaar met hem waren, ondanks hun verdriet om de keus die hij had gemaakt. Het was voor hen onmogelijk en ondenkbaar om alleen maar naar hun kind te kijken als ‘homo’. Ze hielden oog voor de bijzondere eigenschappen en talenten van Leonard, die niet overschaduwd werden, misschien zelfs we juist samenhingen met diens homogevoelens.

Eeuwenlang is de enige boodschap van de kerk inzake homoseksualiteit geweest dat homoseksualiteit fout, ja zelfs walgelijk was. Homoseksualiteit was misschien wel de vreselijkste zonde die je kon hebben. Dat uitsluitend negatieve spreken zouden kerken nu eens achter zich moeten laten. Laat er voor mensen met homogevoelens ruimte zijn om naar zichzelf te kijken als schepselen aan wie God seksuele gevoelens heeft gegeven, met daarbij de opdracht om er op een verantwoorde manier mee om te gaan.

6. Elkaar in liefde vasthouden

De bekende priester Antoine Bodard, die als mens met homogevoelens principieel kiest voor een celibatair leven, zegt aan het adres van ouders: Lees de Bijbel, houd je aan de bijbelse principes, maar blijf vooral dicht bij je kinderen, ook als ze een andere weg kiezen. Laat ze nooit los, maar laat ze zien dat je desondanks veel van hen houdt. Aanvaard ze voluit als mens, zodat ze geholpen worden zichzelf te aanvaarden. Ik voeg hieraan toe: Laat ook zien dat iedere christen een hevige strijd heeft te voeren om werkelijk Jezus te kunnen navolgen. Het is goedkoop aan mensen met homogevoelens voor te houden dat ze het zware kruis van seksuele onthouding moeten dragen, terwijl men zelf van kruis dragen geen weet heeft en volop meedoet met de huidige genotcultuur. Moeten we niet eerlijk erkennen dat we als verwende westerse christenen kruis dragen en zelfverloochening zelf nauwelijks in praktijk brengen, maar we vragen het intussen wel van de homo's. We dragen maar al te vaak in een materialistische levensstijl met elkaar uit dat het gaat om het hier-en-nu waar je zoveel mogelijk uit moet halen, terwijl dan de mensen met homogevoelens een uitzonderingspositie voorhouden, want zij moeten zich onthouden. Zou de gemeente christen-homo’s  niet meer moeten zien als een spiegel voor zichzelf? Als mensen die de gemeente herinneren aan de hoge roeping om de weg van Gods Koninkrijk te gaan? Voor henzelf kunnen ze dat leren zien als de weg van 1 Korinthe 7:  het ongetrouwd zijn om wille van het Koninkrijk, vgl. Matth. 19. Voor de overigen christenen is de roeping tot navolging echter even klemmend in ieders persoonlijke omstandigheden. Er is veel gebrokenheid, niet alleen op homoseksueel gebied, maar evenzeer op seksueel terrein in het algemeen, om van andere levensgebieden nog maar te zwijgen. Leven we daadwerkelijk met elkaar mee en bidden we voor hen die een bijzonder zware strijd te voeren hebben? Ouders van kinderen met homogevoelens moeten -net als hun kinderen zelf-  kunnen rekenen op de voorbede en de solidariteit van andere ouders in de gemeente.

Prof. dr. J. Hoek

Lees meer artikelen over:

geaardheid
Dit artikel is beantwoord door

dr. J. Hoek

  • Geboortedatum:
    04-09-1950
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Veenendaal
  • Status:
    Inactief
54 artikelen
dr. J. Hoek

Bijzonderheden:
Chr. Hogeschool Ede

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Schuldgevoel bij leuke dingen

Ik heb in mijn leven veel dingen meegemaakt, waardoor het leven voor meer dan tien jaar erg zwaar was. De laatste jaren gaat het een stuk beter, heb ik het verleden kunnen verwerken, een plekje gegeve...
Geen reacties
16-05-2017

Last van wintertenen

In de winter heb ik heel erg last van wintertenen. Dit heeft er voor gezorgd dat ik een slechte huid op mijn tenen heb. Ook heb ik een erg slechte doorbloeding in mijn tenen; als ik het koud heb worde...
Geen reacties
16-05-2012

Als autist gevoelig voor verslaving

Mijn vraag gaat over autisme, preoccupaties en de HEERE dienen. Ik, (vrouw, 37 jaar) heb autisme en een bovengemiddelde intelligentie. Een kenmerk van autisme is de specifieke interesse waar autisten ...
Geen reacties
16-05-2022
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering