Leren volgen

J. Krijgsman / 3 reacties

28-09-2009, 17:40

Vorige week hebben we gehoord wat het volgen van de Heere Jezus betekent. We zetten het nog even kort op een rijtje. Je kunt de Heere alleen volgen als je door Hem bent geroepen. Dit is een heel andere roep dan zoals wij elkaar wel eens roepen. Zijn roep raakt je tot in de vezels van je bestaan. Het is ook niet te weerstaan. Je gaat de voetstappen van de Heere drukken. Dat heeft consequenties voor het leven van alledag. Het betekent ook dat je Hem blijft volgen. Je neemt een luisterhouding aan. Waar en hoe dan ook. Je volgt Hem met kinderlijke liefde. Door het geloof steunt de volgeling op de Heere Die voorgaat.

ADVERTORIAL

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een gezin van Egyptische christenen te kopen, die wij uitdelen ter plaatse. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden. 

Doet u mee?

Geeft u Egyptische christenen een Pasen om nooit te vergeten?

Je vraagt elke dag: ‘Volgen, wilt U mij dit leren, achter U te gaan geeft moed. Volgen is ons tot U keren, U te volgen is zo goed!’ Vandaag gaan we opnieuw lezen naar wat volgen inhoudt.

Wil je wel volgen?
Dat is ook een vraag zeg. Natuurlijk wil ik de Heere volgen. Dat je Hem wilt volgen vind ik heel fijn, maar denk eens goed na over deze vraag. In de Bijbel staan voorbeelden van mensen die geroepen werden te volgen en niet wilden. Wat denk je van de profeet Jeremia? De Heere riep hem in 627 voor Chr. tot profeet. En wat zegt Jeremia? Heere ik zal U volgen. Hier ben ik? Nee, hij zegt: ik ben nog veel te jong en kan niet spreken (Jeremia 1:6). Natuurlijk, Jeremia werd geroepen tot een zware taak, maar dat neemt niet weg dat hij eerst protesteerde. De Heere moest hem gewillig maken. Wil je echt dat de Heere het helemaal voor het zeggen krijgt in je leven? Zelfs als er van mijn idealen niets terechtkomt? Zeg daarom niet te snel ‘ja’ op de vraag of je Hem wilt volgen.

Onze onwil
Weet je wat het probleem is? Niemand wil vanuit zichzelf de Heere volgen. De Heere Jezus zegt: je wilt tot Mij niet komen opdat je het leven hebt (Johannes 5:40). Dit is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Hier heb je het probleem. Onze wil staat vanuit onszelf haaks op de wil van de Heere. 
Onze wil moet worden omgebogen. We moeten gaan willen wat God wil. Dat vraagt om radicale bekering. Ons innerlijk moet weer op God gericht worden.
Misschien wordt je in verwarring gebracht. Je voelt dat je de Heere wilt volgen. Een ander denkt misschien dat hij Hem al volgt. Nu horen we dat wij de Heere niet willen volgen. Hoe zit dit?

Vorige week hebben we gezegd dat volgen betekent: je oor aan iemand lenen. Je bent dus voor de ander één en al oor. Hier zijn we bij de kern van het probleem. Weet je voor wie wij vanuit onszelf één en al oor zijn? Voor de tegenstander van God, de duivel. Onze verre betovergrootmoeder Eva heeft in het Paradijs haar oor geleend aan de duivel. Ze was één en al oor voor hem en sloot haar oren voor de Heere. Ze is door de duivel totaal geïnfecteerd. Haar kinderen, kleinkinderen en verre achterkleinkinderen daardoor ook. Dit is het probleem dat we zonde noemen. Zonde is niet willen wat de Heere wil. Je eigen wil haaks houden op Gods wil. Revolutie tegen God.

Kinderen van onze verre betovergrootmoeder
Ik kan het me voorstellen dat je dit niet wilt geloven. Ik een revolutionair tegen God? Ik die iedereen het zijne geef en nog geen vlieg kwaad doe? Daarbij komt dat ik elke zondag naar de samenkomst kom en zelfs ook nog Bijbelstudie volg. Ik vind dit zelfs te ver gaan om dit te zeggen van mensen die ongelovig zijn. Daar heb je heel aardige mensen onder.
Ik begrijp jouw opmerking. Maar… heb jij nooit momenten dat je denkt: als ik God was zou ik het heel anders doen? Heb jij ook nooit dingen waar je van denkt: God zegt dat nu wel, maar ik denk er anders over? Ik mag toch wel een mening hebben? Kijk met dit soort gedachten speel je onder één hoedje met de duivel. Zo denkt de duivel er ook over. Zo leen je je oor aan de duivel. Daarmee ben je echt een kind van je verre betovergrootmoeder Eva.

Leren volgen
Het is je hopelijk nu duidelijk dat je op één manier een volgeling van de Heere kunt worden. Niet door jouw doen en laten. Nee, alleen doordat je een antenne ontvangt die weer gericht wordt op de Heere. Of anders gezegd: je oor moet weer gericht worden op de Heere. Er moet een gehoorrelatie komen met de Heere Jezus.
Het is net als met speakers. Als je in een kamer zit en de speakers staan ver weg en ook nog eens verkeerd gericht, hoor je het niet zuiver. Als de buitendeuren daarbij ook nog open staan hoor je bijna niets. Eerst moeten de deuren dicht en dan moeten de speakers goed gericht worden.

Zo doet de Heilige Geest als Hij mensen volgzaam gaat maken. Hij sluit de buitendeuren van je oren voor alle geluid dat van de wereld komt. Daarbij richt Hij je oren op de geluidssignalen die de Heere zendt vanuit Zijn Woord. Op dat moment ga jij je oren weer richten, lenen aan de Heere.
Zo wordt je wil omgebogen. Je gaat willen wat God wil. Je gaat luisteren naar de stem van de Goede Herder, de Heere Jezus. De Heere Jezus zegt: ‘Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken dezelve en zij volgen Mij’ (Johannes 10:27). Het is de Heere Jezus Die liefde en begeerte geeft om Hem te volgen. Je doet dat dus niet zelf omdat je jezelf zo‘n beste brave vindt’.

Ben jij al een volgeling?
Wil je weten of jij al een volgeling van de Heere Jezus bent geworden? Een volgeling van de Heere kan geen dag zonder de Bijbel. Het is hun beste Boek voor de weg. Hun navigatiesysteem. Onnodig om te zeggen dat zo iemand niet meer buiten de samenkomsten kan.
Volgelingen van Hem zijn ook in de praktijk een christen. Ze uiten dat in hun liefde tot de Heere en hun naaste. In hun blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, zachtmoedigheid, matigheid (Galaten 5:22). Volgelingen van de Heere Jezus weten ook waaróm ze Hem nodig hebben. Zonder Hem zijn ze verloren en dat door eigen schuld. Dat is geen praatje, maar praktijk. Ze zeggen: dat ik Hem kenne! (Filippenzen 3:10). Ze belijden door het geloof de Naam van Christus. Waar dan ook.

Iemands naam belijden kun je alleen als je iemand kent en lief hebt. In dit geval heeft er dan een ontmoeting plaatsgevonden met de Heere Jezus. Dit is iets heel anders dan als je b.v. koningin Beatrix de troonrede ziet en hoort uitspreken. Dan vindt er geen echte ontmoeting plaats.  Deze ontmoeting met de Heere vindt plaats door Zijn Woord en Geest. Je wordt dan door het lezen van de Bijbel ‘gegrepen’. Dit is heel anders dan het gegrepen worden door het lezen van een boek. Gegrepen worden door de Bijbel bezet je dag en nacht. Dit is een blijvend iets. Zo blijf je de Heere volgen. Ook al moet er veel voor opzij worden gezet.

Een voorbeeld vanuit de praktijk: Mozes
 

Exodus 3:1-12
1 En Mozes hoedde de kudde van zijn schoonvader Jethro, den priester in Midian; en hij leidde de kudde achter de woestijn en hij kwam aan den berg Gods, tot Horeb.
2 En de Engel des HEEREN verscheen hem in een vlam des vuurs uit het midden van een braambos; en hij zag, en zie, het braambos brandde in het vuur en het braambos werd niet verteerd.
3 En Mozes zeide: Ik zal mij nu daarheen wenden en bezien dat grote gezicht, waarom het braambos niet verbrandt.
4 Toen de HEERE zag dat hij zich daarheen wendde om te bezien, zo riep God tot hem uit het midden van het braambos en zeide: Mozes, Mozes. En hij zeide: Zie, hier ben ik.
5 En Hij zeide: Nader hier niet toe; trek uw schoenen uit van uw voeten, want de plaats waarop gij staat, is heilig land.
6 Hij zeide voorts: Ik ben de God uws vaders, de God Abrahams, de God Izaks en de God Jakobs. En Mozes verborg zijn aangezicht, want hij vreesde God aan te zien.
7 En de HEERE zeide: Ik heb zeer wel gezien de verdrukking Mijns volks, hetwelk in Egypte is, en heb hun geschrei gehoord vanwege hun drijvers; want Ik heb hun smarten bekend.
8 Daarom ben Ik nedergekomen, dat Ik het verlosse uit de hand der Egyptenaars, en het opvoere uit dit land naar een goed en ruim land, naar een land vloeiende van melk en honig, tot de plaats der Kanaänieten en der Hethieten en der Amorieten en der Ferezieten en der Hevieten en der Jebusieten.
9 En nu, zie, het geschrei der kinderen Israëls is tot Mij gekomen; en ook heb Ik gezien de verdrukking waarmede de Egyptenaars hen verdrukken.
10 Zo kom nu, en Ik zal u tot Farao zenden, opdat gij Mijn volk (de kinderen Israëls) uit Egypte voert.
11 Toen zeide Mozes tot God: Wie ben ik, dat ik tot Farao zou gaan, en dat ik de kinderen Israëls uit Egypte zou voeren?
12 Hij dan zeide: Ik zal voorzeker met u zijn, en dit zal u een teken zijn, dat Ik u gezonden heb; wanneer gij dit volk uit Egypte geleid hebt, zult gijlieden God dienen op dezen berg.

 

Mozes (1527-1407 voor Chr.) de leider van het volk Israël naar het beloofde land Kanaän, weet erover mee te praten wat volgen inhield. Op een wonderlijke manier was hij prins geworden aan het Egyptische hof. Er lag een gouden toekomst vóór hem. Hij studeerde aan de Egyptische universiteit (Handelingen 7:22). Hij had alles wat zijn hartje begeerde. Wat een carrière in het vooruitzicht! Ondanks dat miste hij iets. Sterker: hij miste alles. Hij miste God. Voor Hem gaf hij heel die gloedvolle toekomst op. Hij begeerde liever met God te leven, dan schatrijk in Egypte zonder God (Hebreeën 11:23-26). Waarom? Hij zag op de eeuwige toekomst met Hem. Daar kan geen aardse carrière tegenop. Hij had grote liefde tot de Goede Herder, de Heere Jezus, ontvangen.

Ondanks deze loftrompetten over Mozes, bleef Mozes vanuit zichzelf onwillig. Daarin herkennen Gods kinderen zichzelf. Later heeft de Heere Mozes’ wil moeten ombuigen om leider te worden van de Israëlieten. Wat een ja-maars had Mozes. Eén brok onwil, onmacht en ongeloof. Ondanks Gods rijke toezeggingen om met Mozes te gaan (Exodus 4:1-17).
Mozes werd de zachtmoedigste van alle mensen genoemd (Numeri 12:3). Er zijn echter ook momenten geweest dat zijn oude driftige natuur weer bovenkwam (Numeri 20:10-12).
Al volgend moest Mozes steeds weer leren volgen.

Wij worden door middel van dit woord geroepen om tot God te komen en Hem te volgen. De Heere wil dat de geroepenen tot Hem komen. Die komen en geloven, belooft Hij rust en eeuwig leven. Bid: trek mij tot U en ik zal U volgen (Hooglied 1:4).

J. Krijgsman op 28-09-2009, 17:40
3 reacties
Mink
29-09-2009 / 20:54
kijk, deze stukjes, daar ben ik nu blij mee!
Jerommel
30-09-2009 / 02:18
Tja, wellicht houdt het hier op voor mij...
Ik roep zelf, wordt niet geroepen...
Dat werkt dus niet.
eduard1
01-10-2009 / 17:30
Diep in je hart weet je wel beter, Jerommel!
God roept ook jou, sterker nog: Hij roept JUIST jou!

Meer nieuws

De kleine synode van de PKN heeft gisteren ingestemd met drie voorzieningen voor hersteld hervormde gemeenten. De drie aangenomen voorzieningen betreffen gemeenten in Ridderkerk, Sint Maartensdijk en ...
4 reacties
26-09-2009
‘Wij hebben iets met God’, heb ik zo-even beweerd. We sloten het vorige hoofdstuk bovendien af met de opmerking dat God ons naar de drang van zijn natuur liefheeft. Als we dat zouden kunnen bewijzen o...
Geen reacties
25-09-2009
Zoals u waarschijnlijk al weet, gaat onze themadag van 21 november a.s. over het cruciale belang van gebed. Een heel belangrijk onderwerp, want een kerk die niet bidt is uiteindelijk ten dode opgeschr...
Geen reacties
24-09-2009
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering